Op deze situatie is artikel 2:6, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. In dit artikel staat dat bestuursorganen en onder hun verantwoordelijkheid werkzame personen de Nederlandse taal gebruiken, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat een andere taal kan worden gebruikt indien het gebruik daarvan doelmatiger is en de belangen van derden daardoor niet onevenredig worden geschaad.

In Tekst en Commentaar op de AWB wordt dit artikel nader toegelicht.

Zo is het artikel primair bedoeld voor de communicatie tussen bestuursorganen en burgers. Maar ook het verkeer tussen verschillende bestuursorganen onderling valt onder het bereik van het artikel. Het artikel heeft echter geen betrekking op het interne verkeer binnen één bestuursorgaan. (Zie Kamerstukken Eerste Kamer, 23 543, 23b, p. 2).

Artikel 2:6 van de AWB legt daarmee als hoofdregel vast dat de overheid, zowel schriftelijk als mondeling, de Nederlandse taal moet gebruiken. Er zijn dan twee uitzonderingen op deze regel. Ten eerste kan bij wettelijk voorschrift structureel en andere taal als officiële taal worden aangewezen. Ten tweede geldt een algemeen geformuleerde uitzondering die inhoudt dat om doelmatigheidsredenen in incidentele gevallen een andere taal kan worden gebruikt als de belangen van derden dat toelaten.

Het VNG Model Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2018 regelt dit niet. Indien de Reglement van orde van de gemeente dit niet reguleerd, is geen gemeentelijk wettelijk voorschrift dat spreken in een andere taal toestaat.

Tweede lid van artikel 2:6 van de AWB: In hoeverre is het in het Engels uitspreken van een speech door het raadslid in een openbare raadsvergadering doelmatiger dan wanneer dat in het Nederlands zou plaats vinden en in hoeverre worden er belangen van derden daarbij niet onevenredig geschaad.

De term ‘doelmatiger’ geeft aan dat de mogelijkheid om af te wijken van het Nederlands een functioneel karakter moet hebben (en is daarmee naar haar aard beperkt) (Zie Kamerstukken Tweede Kamer, 23 543, 5, p. 16). En concrete omstandigheden van het geval zullen in de afweging om van de afwijkingsmogelijkheid gebruik te maken, moeten worden betrokken.

Een voorbeeld van het gebruik van de afwijkingsmogelijkheid is dat van een inspreker die een andere taal dan het Nederlands machtig is en in het Engels wil inspreken. De raad kan dit toestaan wanneer raadsleden in meerderheid vinden dat zij het Engels voldoende machtig zijn om de inspreker goed te begrijpen en hem in die taal te kunnen bevragen. Dat kan voor een andere taal dan weer anders liggen.

U worden aangeraden om te toetsen of de keuze voor het Engels doelmatiger is en of belangen van derden niet onevenredig worden geschaad. Daarbij is van belang of de speech begrijpelijk blijft voor het publiek aanwezig in de raadszaal maar ook voor de inwoners van uw gemeente die de raadsvergadering volgen via de registratie van de vergadering via de gemeentelijke website.