Een gemeente kan subsidie verstrekken zonder dat er een verordening voor is in de volgende gevallen.

  • Spoedeisende subsidie (artikel 4:23 lid 3 onder a Awb). Er moet dan een wettelijk voorschrift (verordening) in voorbereiding zijn; vooruitlopend daarop mag het bestuursorgaan alvast overgaan tot subsidieverstrekking. Deze bevoegdheid is overigens beperkt (maximaal voor één jaar en de subsidie moet worden vastgelegd in een verslag).
  • Het subsidiebedrag wordt als begrotingspost opgenomen (artikel 4:23 lid 3 onder c Awb). De begunstigde plus het maximale subsidiebedrag moeten in dat geval duidelijk worden vermeld in de begroting (of in de toelichting) ten behoeve van publieke controle. Deze subsidievorm wordt veel gebruikt voor subsidies die structureel aan één of enkele ontvangers wordt verstrekt. Op basis van deze begrotingspostsubsidie stelt het college dan de subsidiebeschikking met de eventuele verplichtingen voor de ontvanger vast.
    Let op: wanneer overwogen wordt hiervan gebruik te maken is het van belang om er zeker van te zijn dat er geen andere gegadigden zijn voor deze specifieke subsidie. Als dat wel zo is, bestaat namelijk de mogelijkheid dat er sprake is van een schaarse subsidie en dan is de rechtsnorm m.b.t. de verdeling van schaarse rechten van toepassing. Zie ABRvS11 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2310. Dat betekent dat andere gegadigden moeten kunnen meedingen en dat de procedure daarvoor transparant moet zijn. In dat geval wel een subsidieregeling nodig waarin een en ander wordt vastgelegd.
  • Incidentele subsidieverstrekking (artikel 4:23 lid 3 onder d Awb). Hiervan is sprake in het geval er geen beleid of bestuurspraktijk voor de subsidieaanvraag is. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet er sprake zijn van een beperkt aantal subsidieontvangers en een beperkt tijdvak van ten hoogste vier jaar. Ook hierbij geldt de waarschuwing om na te gaan of er geen andere gegadigden zijn in verband met de schaarse-rechtennorm. Zie boven.
  • Europese subsidies (artikel 4:23 lid 3 onder b Awb). Deze subsidievorm is voor gemeente niet of nauwelijks van belang en wordt dan ook verder buiten beschouwing gelaten.