Wanneer een wethouder ontslag neemt of krijgt kan hij weer een raadszetel innemen, indien er een vacature is of een partijgenoot ontslag neemt.

Van belang is wel dat de wethouder op de kandidatenlijst van de partij staat. Als dat het geval is kan hij benoemd worden als raadslid wanneer er een vacature is. De vacature kan ontstaan doordat een ander raadslid ontslag neemt. Dan moet er een opvolger worden benoemd door de voorzitter van het centraal stembureau. De opvolger is de eerste op de lijst zoals die na de verkiezingen door het centraal stembureau is vastgesteld. Buiten beschouwing daarbij blijven uiteraard degenen die al in de raad zitten en (o.m.) degene die een verklaring heeft ingevuld dat hij niet voor benoeming in aanmerking wenst te komen.

Vaak zal een wethouder bovenaan de lijst hebben gestaan en dus automatisch de eerstvolgende op de lijst zijn die voor benoeming in aanmerking komt. In het geval hij niet de eerstvolgende op de lijst is moeten de kandidaten die eerder aan de beurt zijn dus meewerken door te bedanken voor het raadslidmaatschap voor deze vacature.

Als het nieuwe raadslid de benoeming aanneemt dient (weer) een geloofsbrievenonderzoek plaats te vinden. De vereisten voor een wethouder zijn in grote lijn gelijk aan dat van een raadslid maar over bijv. nevenfuncties kan anders gedacht worden; dit dient dus opnieuw bekeken te worden.

Artikel P 19, W 1, W 2 Kieswet