Het is niet gebruikelijk dat gespreksverslagen over coalitieonderhandelingen openbaar gemaakt worden.

Op basis van artikel 169 Gemeentewet kan een raadslid alle informatie opvragen die noodzakelijk is voor het uitvoeren van de functie als raadslid. Het college kan de informatie weigeren met een beroep op het openbaar belang. Iedere gemeente bepaalt dat afzonderlijk en ieder college maakt daarbij een eigen afweging.

Een raadslid kan ook, hoewel dit zeer ongebruikelijk is, hierover wel een WOB verzoek doen. Op grond van artikel 11 WOB zou u de persoonlijke beleidsopvattingen uit de documenten (die zien op intern beraad) niet hoeven te verstrekken. Deze beleidsopvattingen kunnen eventueel met het oog op een goede democratische bestuursvoering worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Maar indien degene die de opvatting(en) heeft geuit of zich erachter heeft gesteld, ermee heeft ingestemd kan de tot personen herleidbare informatie wel worden verstrekt.

Omtrent de uitkomst van de college-onderhandelingen bepaalt artikel 35 Gemeentewet dat de raad de wethouders benoemd en dat de burgemeester wordt geïnformeerd over de college-onderhandelingen en hierover zijn opvattingen kenbaar kan maken. Dit laatste is vanwege het feit dat de burgemeester deel uitmaakt van het college.

Hoewel de wet het niet verplicht is het wel raadzaam de raad van te voren in te lichten over de portefeuille verdeling. Vaak zal een deel van de raad, de coalitiepartijen, al wel op de hoogte zijn van de voor te dragen wethouders. Het is verder een interne kwestie hoe hier binnen de gemeente mee wordt omgegaan. Doorgaans wordt de raadsagenda ook besproken in het presidium zodat ook daar de verdeling al kenbaar zal zijn.