In artikel 4 lid 3 van de VNG-model Verordening op de raadscommissies worden de artikelen 10, 11, 12 en 13 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing verklaard op commissieleden die geen raadslid zijn.

In artikel 10 Gemeentewet is (onder meer) geregeld dat voor het lidmaatschap van de raad vereist is dat men ingezetene van de gemeente is, de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en niet is uitgesloten van het kiesrecht. Dit geldt dus ook voor commissieleden die geen raadslid zijn. Het is verplicht de benoeming van een voorgedragen lid te weigeren als het een ‘burgerlid’ betreft dat niet voldoet aan de vereisten van de Gemeentewet.

Om te beoordelen of aan de eisen van de wet wordt voldaan, ligt het voor de hand om gebruik te maken van een geloofsbrievenonderzoek. Het verdient aanbeveling dit onderzoek uit te laten voeren door de commissie die voor raadsleden en wethouders het geloofsbrievenonderzoek op basis van artikel V 4 Kieswet uitvoert. De vereisten die onderzocht moeten worden, zijn immers gelijk. Het onderzoek naar de niet-raadsleden gaat vooraf aan het raadsbesluit waarmee de commissieleden benoemd worden.