Er zijn twee benaderingen in de literatuur:

  1. Ervan uitgaande dat de overeenkomst tot stand komt op het moment dat er tussen partijen wilsovereenstemming bestaat – dit is het moment waarop de instemming van het college met het aanbod van de wederpartij, de wederpartij heeft bereikt (of andersom) – vormt ondertekening van de overeenkomst geen vereiste voor totstandkoming van de overeenkomst. Zonder ondertekening door de burgemeester (of een door hem tot ondertekening gemachtigde) kan de overeenkomst dus geldig zijn. Uiteraard kan ondertekening wel tot bewijs dienen dat de overeenkomst is aangegaan.
  2. Als ervan uit wordt gegaan dat de privaatrechtelijke rechtshandeling voor het tot stand komen van de overeenkomst bestaat uit het ondertekenen door de burgemeester, is er zonder ondertekening nog geen sprake van een geldige overeenkomst. Dit betekent echter niet dat de gemeente zomaar van de overeenkomst kan afzien. Met name het vertrouwensbeginsel en de redelijkheid en billijkheid kunnen in dat geval ervoor zorgen dat de gemeente schadevergoeding moet betalen.