Vandaag 30 januari verscheen de tussenevaluatie Jeugdwet. Daarin zien we dat de veranderingen sinds de invoering van de wet vooral te maken hebben met transitie. De gewenste transformatie, gericht op realisatie van de doelen van de wet, moet nog echt vorm krijgen. Dat is voor de VNG een herkenbare conclusie. Eelco Eerenberg (wethouder Enschede en lid VNG-subcommissie Jeugd) reageert aldus op de  Evaluatie Jeugdwet:

  • 'De decentralisatie was voor gemeenten een spannende operatie: in weinig tijd, met weinig data en een forse bezuiniging een complex stelsel overgenomen. De grootste bestuurlijke wijziging in decennia''.
  • En we zijn trots dat we werkende weg veel goede dingen hebben bereikt: de jeugdhulp is toegankelijker en er ontstaan volop nieuwe vormen met betere en goedkopere hulp (bijvoorbeeld begeleiding van kinderen bij echtscheiding, sportclubs betrekken bij zorgbehandelingen, 1 regisseur voor gezinnen met meerdere problemen)'.
  • 'Maar we zijn er zeker nog niet. Drie zaken uit deze evaluatie nemen we in bijzonder te harte: beter betrekken van ouders en kinderen, ruimte voor professionals en administratieve lasten. Zaken die we als gemeenten snel en adequaat willen verbeteren. Daarvoor gaan we op basis van de evaluatie met gemeenten aan de slag en laten koplopende gemeenten hun goede verhaal vertellen. Daarbij hebben we ook echt zorgaanbieders en verzekeraars nodig'.
  • 'Gemeenten willen graag in belang van kinderen vooruit met de jeudhulp, maar onze budgetten knellen flink. De korting van het vorige kabinet, het jarenlang niet indexeren van de budgetten en de extra kinderen die we helpen. Het wringt. Als we vooruit willen, willen innoveren en verbeteren, en dat moeten we, dan hebben niet alleen professionals ruimte nodig, maar ook gemeenten hebben ruimte nodig. We kijken uit naar het gezamenlijk oplossen van dat probleem met dit kabinet'.

Zie ook:

Missing media-item.