Hoe kunt u als raadslid sturen op zoiets breeds en complex als het sociaal domein? Welke informatie is daarvoor nodig? Wat is uw achterliggend uitgangspunt? En wat zijn de vraagstukken waarvoor u zich in uw gemeente wilt inzetten? Het antwoord op deze vragen leest u in deze Raadgever.

Kennis

Als raadslid kunt u niet alles weten. De kunst is om de eigen voelsprieten in buurten en wijken te combineren met kennis vanuit (landelijke en lokale) rapporten en websites. Allereerst helpt de eigen gemeentelijke monitoring om zicht te krijgen op de specifieke situatie en problemen in uw eigen gemeente. Wilt u dat vergelijken met andere gemeenten dan kunt u terecht bij de website waarstaatjegemeente.nl. Wilt u misschien wel hele andere doelen volgen of de monitoring geheel anders aanpakken, kijkt u dan eens bij de etalage monitoring sociaal domein. Die bevat onder meer voorbeelden van raadsleden die samen met wethouders, dataspecialisten en beleidsmedewerkers nagaan hoe ze de resultaten van hun beleidsinspanningen willen volgen.

Naast kennis over de eigen gemeente is het nuttig kennis te hebben hoe het sociaal domein in elkaar zit. Welke wetten zijn er allemaal, met welke doelstellingen? Hoe lopen de geldstromen en van welke spelers moet je echt op de hoogte zijn? En hoe valt dat te vertalen naar de situatie in de eigen gemeente? Het boek Zó werkt het sociaal domein van september 2021 geeft een handzaam overzicht en helpt om zowel de bomen als het bos van het sociaal domein te (over)zien.

Uitgangspunt: Iedereen doet mee

In 2016 ratificeerde Nederland het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, kortweg het VN-verdrag Handicap. Voor gemeenten betekent dit dat ze verplicht zijn om samen met ervaringsdeskundige inwoners een Lokale Inclusie Agenda op te stellen, gericht op alle beleidsterreinen. De VNG ondersteunt hen daarin met het programma ‘Iedereen doet mee!’. En dat motto is tegelijk een mooi uitgangspunt voor heel het sociaal domein. Hoe stimuleer je lokaal dat iedereen naar behoefte en mogelijkheden kan meedoen? Wat betekent dat voor lokale sociale voorzieningen, maar ook voor de inrichting van wijken, de toegankelijkheid van het openbaar vervoer en een eerlijke verdeling van de lasten? Hoe krijgt iedereen zoveel mogelijk gelijke kansen? (Zie ook de Raadgever Kansengelijkheid.)

Sociaal domein of de sociale bril

Een werkbaar uitgangspunt is dat sociaal beleid niet ‘los verkoopbaar’ is en daarmee ook niet eigendom van het sociaal domein alleen. Sociaal beleid vraagt brede inzet, van wonen en ruimtelijke inrichting, tot verkeer, financiën en economie. Juist als raadslid kunt u elk beleid door ‘een sociale bril’ bekijken. Is de wijk zo ingericht dat het onderlinge ontmoeting stimuleert (wel of geen voortuinen, looproutes in een park)? Sluit de woningvoorraad aan op het toenemend aantal inwoners met zorgbehoefte? Kiezen we voor grote supermarkten aan de rand van de stad of voor lokale winkels in buurten? Kunnen energiezuinige woningen helpen om armoede bestrijden? Als raadslid kunt u invloed uitoefenen op dit soort keuzes.

3 speerpunten   

Maar dan nog is het de vraag hoe je focus kunt aanbrengen in de talloze opgaven die het sociaal domein rijk is. Onlangs heeft de VNG daarom samen met andere (gemeentelijke) partners de propositie De winst van het sociaal domein opgesteld. Hierin hebben we voor de komende tijd 3 hoofddoelstellingen geformuleerd die helpen bij het (lokaal) vormgeven van het sociaal beleid. Die 3 zijn: bestaanszekerheid herstellen, kansengelijkheid vergroten en gezond leven makkelijker maken. Het document kan dienen als inspiratiebron, maar ook als raamwerk en criterium voor lokaal en regionaal beleid: voldoen alle gemeentelijke beleidsinspanningen aan deze brede doelstellingen? Hoe kun je dit lokaal concretiseren? (zie Raadgevers over bestaanszekerheid, kansengelijkheid en een gezonde samenleving). Daarnaast is de VNG met andere partijen een  Verbetertraject toegang gestart.

Intergemeentelijke samenwerking

Net als bij veel andere lokale opgaven zijn er ook in het sociaal domein taken die de schaal van de gemeente overstijgen. Bijvoorbeeld omdat de hulpvraag te specifiek is, of de massa die je als gemeente kunt maken te gering. Dat betekent dat je als gemeenten moet samenwerken. Als raadslid kunt u hierop invloed uitoefenen via onder meer de regiovisies. Die zijn er voor verschillende beleidsterreinen. Voor (specialistische) jeugdhulp en beschermd wonen/maatschappelijke opvang biedt de zogeheten Norm voor Opdrachtgeverschap, die we als gezamenlijke gemeenten hebben vastgesteld, hiervoor het kader. Voor jeugd zal dit verder worden uitgewerkt in de Hervormingsagenda Jeugd (zie verder de raadgevers over regionale samenwerking en jeugd). 

Inhoudelijk én financieel grip

Als raadslid bent u niet alleen verantwoordelijk voor goede hulpverlening aan inwoners, maar ook voor de duurzame houdbaarheid van het lokale zorgstelsel. U besluit over de inhoudelijke verdeling van schaarse middelen. Het is niet mogelijk overal ja tegen zeggen en te verwachten dat het college het vervolgens financieel oplost. De organisatorische aansturing van de hulpverlening zal in de pas moeten lopen met wat je als gemeente te besteden hebt. Als raadslid maakt u daarin keuzes en stuurt u gelijktijdig op inhoud en financiën. Maar hoe doe je dat? Hiervoor kunt u terecht bij een specifiek kennisnetwerk dat onder meer gebruik maakt van de rapporten van de Visitatiecommissie financiële beheersbaarheid sociaal domein. Samen met de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden is verder de gemeente Almere met andere gemeenten een pilot gestart om als raadslid meer grip op het sociaal domein te krijgen. Tot slot zult u als gemeente(raadslid) ook alert moeten zijn op eventuele onrechtmatige toekenning van hulp en ondersteuning. VNG Naleving kan daarbij helpen, onder meer in de aanpak van zorgfraude.  

Meer informatie