Hoe gaan college en gemeenteraad met elkaar om op het gebied van financiële onderwerpen? Hoe zit de planning & controlcyclus in elkaar? Dit is geregeld in de Gemeentewet en andere rijksbesluiten. Omdat dit algemeen geformuleerde regelingen zijn, is aanvullend lokaal maatwerk nodig.

Deze aanvullende regels – die de raad zelf moet vaststellen – horen thuis in de zogenoemde financiële verordening. Deze verordening wordt ook wel de verordening 212 genoemd, een verwijzing naar het artikel in de Gemeentewet dat deze verordening verplicht stelt.

Artikel 212, eerste lid van de Gemeentewet: De raad stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.

Met de verordening regelt de raad op hoofdlijnen de spelregels voor het financieel beleid, de financiële organisatie en het financieel beheer en heeft zo invloed op procedures rondom en vormgeving van het financiële proces. Zonder een nadere uitwerking, laat de raad de invulling over aan het college. De raad moet zich ervan bewust zijn dat als er bij het vaststellen van de financiële verordening geen afspraken worden gemaakt, het aan het college is om te besluiten in hoeverre het zich in financieel opzicht via de begroting door de raad laat sturen.

Door kaders te stellen in de financiële verordening kunnen raad en college aanvullende afspraken maken over het begrotingsproces, de invulling van het budgetrecht van de raad en de verantwoording daarover. De raad krijgt daarmee beter zicht en vat op de besteding van het geld.

Voorbeelden van afspraken en kaders

  • De raad bepaalt het aantal programma's in de begroting

  • Onder elk programma van de begroting worden de baten en lasten van bijbehorende prioriteiten of taken apart in beeld gebracht
  • De budgetten worden met het vaststellen van de begroting per prioriteit of taakveld vastgelegd
  • De procedure voor het vooraf goedkeuren door de raad van begrotingswijzigingen en investeringskredieten wordt in de verordening vastgelegd evenals het aantal tussenrapportages over de begrotingsuitvoering
  • Twee keer per jaar krijgt de raad een tussenrapportage
  • In de begroting wordt een paragraaf subsidies opgenomen met een overzicht van de voorgenomen subsidies aan instellingen en bedrijven
  • De raad besluit dat de set van vijf financiële kengetalen die gemeenten volgens de wet opnemen in de begroting, wordt uitgebreid met financiële kengetallen naar keuze
  • Het college stelt een organisatiebesluit  en treasurystatuut vast voor de inrichting van de ambtelijke organisatie en laat dit besluit aan de raad zien

Om naleving van de financiële verordening te bevorderen, is het belangrijk om als raad in de gaten te houden of de regels nog wel worden nageleefd en of deze regels nog wel voldoen. Als blijkt dat de regels niet meer voldoen, moet de financiële verordening worden aangepast aan gewijzigde verhoudingen.

Opstellen en wijzigen van de financiële verordening

Het opstellen en wijzigen van financiële verordeningen is specialistisch werk dat niet moet worden onderschat. Bij kleine wijzigingen kan het college worden gevraagd om een voorzet die tegemoet komt aan de wensen uit de raad. Bij een grotere herziening kan een projectteam worden geformeerd waarin ook de ambtelijke organisatie vertegenwoordigd is. De griffier is de aangewezen persoon om het wijzigingsproces van de financiële verordening te coördineren. Vanuit de raad kunnen het beste de financieel specialisten van de fracties worden afgevaardigd.

Het is raadzaam om bij een voornemen tot wijzigen de modelverordening van de VNG als vertrekpunt te nemen en ook enkele financiële verordeningen van andere gemeenten te bekijken.

Aandachtspunten

Ten opzichte van de modelverordening van de VNG zijn vaak aanpassingen nodig die op de eigenheid en gebruiken van een gemeente zijn toegesneden. Stel ook niet te veel regels. Te veel regels beperken de benodigde handelings­ vrijheid van het college en veroorzaken een zware administratieve last.

Meer informatie