In het zuiden van Noord-Holland ligt Aalsmeer. De gemeente deelt één ambtelijke organisatie met Amstelveen, maar heeft op het gebied van verscheidenheid heel andere vraagstukken. Wethouder Alink vertelt over deze vraagstukken.

Jaartal
2020
Gemeente
Type
Overig type

Aalsmeer is een tuinbouwgemeente van 32.000 inwoners met arbeidsmigranten, vaak afkomstig uit Polen en Bulgarije.

Het aantal geregistreerde arbeidsmigranten is iets meer dan 1000, tijdelijke migranten worden echter slecht geregistreerd, zodat het totaal aantal veel hoger zal liggen: naar schattingen het drievoudige (Bron, onderzoek Participe, 2019).  

Weinig contact met Aalsmeerders

Wethouder Wilma Alink noemt naast de tuinbouw ook de logistieksector rondom de tuinbouw als belangrijke werkgever van arbeidsmigranten: ‘Er wordt in deze gemeente meer met de hand gewerkt, dat brengt andere vragen met zich mee dan bij internationals. Wat we zien is dat vooral de mensen die hier op logie zijn voor een periode van drie maanden, minder te besteden hebben.

Ze trekken meer naar elkaar toe en hebben weinig contact met de oorsponkelijke Aalsmeerders

We spreken wethouder Alink nog voor de coronacrisis. De problemen waar wethouder Alink aandacht voor vraagt worden tijdens de crisis manifest.  

100 meter regel  

De gemeente spreidt de huisvesting van de arbeidsmigranten met behulp van de 100 meter regel. Binnen een straal van 100 meter van de woning van een groep arbeidsmigranten komt geen tweede woning. Daarnaast zet de gemeente, samen met de woningcorporatie en uitzendbureaus in op nette tuinen en bijvoorbeeld het verminderen van overlast. Dit draagt bij aan de acceptatie van de stroom Oost-Europese arbeidsmigranten.

wethouder Alink Aalsmeer

Wethouder Alink: ‘De bewoners zijn heel erg tevreden dat ook de uitzendbureaus hierop inzetten.’ De ervaren overlast is nauw verbonden met de leefsituatie van de arbeidsmigranten. Wilma Alink: ‘Mensen gaan bij elkaar zitten, dichterbij elkaar. Dat leidt hier en daar tot ruzie, gedoe en verveling. We zien onze arbeidsmigranten ook wel in de parken of voor de ingang van de supermarkt met een biertje.’

Toch gaat ze als wethouder niet zomaar mee in het beeld van overlast:

Als een groep scholieren voor de Albert Heijn zit, hoor je daar vaak niets over. Waarom zou je dan wel optreden als een andere groep op hetzelfde bankje zit?

Kwetsbaar door taal  

In 2019 is onder verantwoordelijkheid van welzijnsinstelling Participe een onderzoek verschenen naar de positie van blijvende Oost-Europese arbeidsmigranten in Aalsmeer. Daar komt uit naar voren dat veel blijvende arbeidsmigranten de Nederlandse taal amper machtig zijn. Dat maakt ze kwetsbaar.

Op school blijken hun kinderen gelijk een achterstand op te lopen, de drempel om naar de huisarts te gaan wordt groter en de positie op de arbeidsmarkt is kwetsbaarder. Dat heeft ook te maken met andere gezagsverhoudingen tussen werkgever en werknemer in het land van herkomst.  

Wethouder Wilma Alink: ‘Als ik de verhalen over internationals hoor, dan denk ik wel dat wij heel andere problemen hebben. Ik maak me druk om de kwetsbare positie van de arbeidsmigranten. We hebben bedrijven die het vaak heel goed voor hebben met de arbeidsmigranten. Toch is er bij werknemers die angst van “voor jou tien anderen”. Dat leidt er ook toe dat je niet te vaak ziek kunt zijn. Wat wij als gemeente kunnen doen aan die angst is in gesprek gaan met ondernemers. Wij brengen onder de aandacht dat dit speelt onder de arbeidsmigranten. Daarnaast is er in de bibliotheek een Pools spreekuur, zodat er toch een plek is waar ze terecht kunnen met vragen.’   

Overloop van nieuwe internationals 

De ontwikkeling, die de WRR constateert, dat de verscheidenheid van karakter verandert, nog diverser, vaak tijdelijker, zal ook in Aalsmeer optreden.

Wethouder Alink: ‘Het percentage Indiërs, wat een grote groep is in Amstelveen, is in Aalsmeer nu nog heel minimaal. Op 32.000 inwoners hebben we nu 66 inwoners uit India. Dat levert op dit moment geen nieuwe bestuurlijke vragen op. We blijven het wel meten, want we moeten weten wat voor wijzigingen in de toekomst gaan ontstaan. Wat voor Amstelveen geldt, de komst van nieuwe groepen internationals, gaat ook voor ons werken. In kleiner formaat, we moeten op tijd anticiperen en samenwerken met Amstelveen, want anders loop je achter de feiten aan.’