Jaarlijks komen er ruim 700 gedetineerden vrij uit verschillende gevangenissen en jeugdinrichtingen in het land, die terugkeren naar de stad Utrecht. Een deel van hen zorgt voor veel overlast en criminaliteit, zowel in de periode voor zij kwamen vast te zitten als na hun vrijlating.

Bijna de helft van alle gedetineerden wordt na vrijlating binnen 2 jaar opnieuw veroordeeld, blijkt uit landelijke cijfers (de Monitor nazorg ex-gedetineerden WODC 2020). De gemeente Utrecht treft maatregelen om te voorkomen dat vrijgelaten gedetineerden opnieuw in de fout gaan

Jaartal

2021

Een integrale aanpak

Het programma Detentie & Terugkeer is een integrale aanpak waarin partijen gezamenlijk beter in staat worden gesteld om achterliggende problematiek bij deze (ex-) gedetineerden aan te pakken en daarmee het risico op recidive terug te dringen. Dit is zowel belangrijk voor de maatschappij als voor de (ex)gedetineerde en zijn of haar omgeving. Nog te vaak verlaten gedetineerden de gevangenis met een slecht toekomstperspectief. Het verbeteren van de situatie op de leefgebieden - en daarmee het vergroten van iemands perspectief - kan de kans op terugval verkleinen.

Verschuiving van perspectief

In de integrale aanpak gaat men in plaats van vanaf dag 1 van de vrijlating, al vanaf dag 1 van de detentie bezig met de blik op buiten. Om het perspectief van de (ex-)gedetineerden te verbeteren, is dus een verschuiving van perspectief nodig. Hierbij is van groot belang de samenwerking tussen alle partijen en het gericht inzetten op de groep die het meeste risico loopt om weer in de fout te gaan.

Programmalijnen

Om deze ambitie te realiseren, wordt gewerkt vanuit 2 programmalijnen:

  1. De basisprocessen op orde voor alle (ex)gedetineerden. 
    Dit betekent dat iedereen tijdens zijn detentie kan werken aan het verbeteren van zijn situatie op de leefgebieden en toegang krijgt tot de instanties en hulp die daarvoor nodig is.
  2. Een (niet vrijblijvend) plusprogramma gericht op gedetineerden met een hoog recidive-risico en op hoog-risicopersonen. 
    Vaak vragen zij niet zelf om hulp (omdat ze dat niet kunnen of niet willen) maar hebben zij wel veel achterliggende problematiek. Voor gedetineerden in het plusprogramma gaan de partners met elkaar een op maat gemaakt plan van aanpak maken bij de start van de detentie en de overgang naar buiten. Aanvullende inzet op motivatie is daarbij cruciaal. Het komende jaar zijn 80 tot 100 Utrechtse (ex-)gedetineerden onderdeel van het plusprogramma.