Den Haag, 9 mei 2018

Elke gemeente in Nederland moet voor minimaal de eerstkomende zestien jaar een plan op papier hebben ten aanzien van haar schoolgebouwen. Renovatie die de levensduur van het gebouw verlengt komt, net als nieuwbouw, onder verantwoordelijkheid van de gemeente te vallen. En schoolbesturen mogen zelf investeren in gebouwen. Dat zijn de drie belangrijkste voorstellen die de PO-Raad, VO-raad en Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gaan overhandigen aan het ministerie van Onderwijs.

Het huisvestingsstelsel zit volledig op slot, stelde de Algemene Rekenkamer twee jaar geleden vast. Gemeenten, noch schoolbesturen worden geprikkeld om te investeren in schoolgebouwen. Het resultaat: een gigantische achterstand in de gebouwen ten opzichte van de huidige standaarden in de bouwsector.

'Aangezien het ministerie van Onderwijs geen aanstalten maakte om de wet te wijzigen, pakten wij met de PORaad en VO-raad zelf de handschoen op', aldus Gertjan Nijpels van de VNG. Het ministerie waardeerde dit initiatief door de uitwerking van de voorstellen te financieren.

‘We regelen het zelf’

'De afgelopen jaren stonden gemeenten en schoolbesturen veelal tegenover elkaar als het ging om de verantwoordelijkheid voor goede schoolgebouwen,' vertelt Anko van Hoepen, vicevoorzitter van de PO-Raad.
'Hieraan lag vaak onduidelijkheid ten grondslag. Onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor renovatie, onduidelijkheid over of het schoolbesturen nu wel of niet is toegestaan om zelf te investeren in het gebouw.'
Geen van de partijen was hierbij gebaat, en daarom zeiden ze in 2016 tegen elkaar: we laten ons niet meer uitspelen, we regelen het zelf wel.

Nu richten de drie partijen zich gezamenlijk op politiek Den Haag. Daar moeten de uitgewerkte voorstellen van de brancheorganisaties worden verankerd in de wet. 'Ook al kunnen gemeenten en schoolbesturen zelf al handelen naar de voorstellen, we weten inmiddels uit ervaring dat er vaak een duwtje in de rug voor nodig is', aldus VO-raad vicevoorzitter Hein van Asseldonk. 'Dit wetsvoorstel zorgt ervoor dat het gesprek straks niet ieder jaar opnieuw wordt beheerst door de vraag: moeten we dit wel of niet doen en wie moet opdraaien voor de kosten, maar de vraag: hoe gaan we het uitvoeren?'

De voorgestelde wetswijzigingen in het kort:

  1. De huidige jaarcyclus waarin gemeenten en schoolbesturen overeenkomen welke gebouwen moeten worden vervangen of gerenoveerd, maakt plaats voor een Integraal Huisvestingsplan met een looptijd van minimaal zestien jaar. Voor de gebouwen die de eerstkomende vier jaar op de rol staan, vormt dit plan meteen de beschikking. Door deze wijziging weten scholen en gemeente beter waar ze aan toe zijn.
  2. Renovatie van het gebouw is méér dan gewoon onderhoud. Wanneer dit de levensduur van het gebouw verlengt, valt het onder de reguliere huisvestingsvoorziening, en wordt daarmee een taak van de gemeente. Daar hoort een handreiking met een rekentool bij, die nog in ontwikkeling is. Wel is er al een afwegingskader ‘Renovatie of nieuwbouw’ beschikbaar.
  3. Schoolbesturen mogen ook zelf investeren in het gebouw en profiteren van financieel voordeel. Dit prikkelt hen om slim met geld om te gaan en bevordert duurzaamheid. Op dit moment is het schoolbesturen wettelijk niet toegestaan om te investeren in gebouwen, al maakte de vorige staatssecretaris een uitzondering op investeringen die zichzelf binnen ‘redelijke tijd’ terugverdienden.

Missing media-item.