De evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening laat zien dat er veel verbeterd is bij de schuldhulpverlening nu gemeenten verantwoordelijk zijn. Gemeenten zetten zich meer in op het voorkomen en effectiever aanpakken van problematische schulden. Maar het kan nog beter. De evaluatie geeft echter een eenzijdig beeld. Het focust op de verbetermogelijkheden van gemeenten en heeft te beperkt aandacht voor de rol van de Rijksoverheid als schuldeiser.

Staatssecretaris Klijnsma van SZW heeft de resultaten van de Evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) gepresenteerd. Ze trekt de komende drie jaar € 7,5 miljoen extra uit voor schuldhulpverlening. De Tweede Kamer spreekt 6 juli a.s. met staatssecretaris Klijnsma over het armoede- en schuldenbeleid.

Inzet op professionalisering en innovatie

De evaluatie van de wet laat zien dat er veel verbeterd is. Schuldhulpverlening wordt bij gemeenten steeds meer geïntegreerd in het brede sociale domein. 80% van de vragen bij de sociale (wijk)teams en integrale intakes gaat over financiën. Wanneer iemand financiële problemen heeft, heeft dat direct gevolgen voor andere levensdomeinen. Gemeenten willen mensen met schulden zo goed en effectief mogelijk helpen met verschillende instrumenten in het brede sociale domein. Gemeenten willen meer werk maken van preventie, vroegsignalering en financiële educatie, samen met andere partijen en ze willen de schulden op professionele wijze te lijf gaan. Dat vergt ook een investering in vakmanschap.

Andere opstelling Rijksoverheid vereist

De evaluatie van de Wgs laat de rol van de Rijksoverheid onderbelicht. Het toenemende beroep op de gemeentelijke schuldhulpverlening valt niet los te zien van de opstelling en de rol van de overheidsschuldeisers. Als het Rijk werkelijk goede schuldhulpverlening wil, dan zal het ook moeten kijken naar de eigen rol als schuldeiser. Een groot gedeelte van de schulden bestaat uit vorderingen (bronheffing, CJIB-boetes, bankbeslag) van de overheid. Om het schuldenprobleem aan te pakken, zijn daarom dringend concrete wijzigingen noodzakelijk stelden VNG, Divosa, NVVK en Sociaal Werk Nederland in hun pamflet ‘Naar een betere aanpak van schulden en armoede’.

Voldoende budget nodig voor toegankelijkheid

Gemeenten willen graag zo veel mogelijk mensen met schulden helpen maar hebben door forse bezuinigingen slechts beperkte budgetten hiervoor. De schuldenproblematiek neemt in omvang en complexiteit toe, maar de budgetten groeien niet mee. Vooral de kosten voor beschermingsbewind leggen een groot beslag op het gemeentelijk budget voor de aanpak van armoede en schulden. Gemeenten willen het vertrouwen, de tijd, de ruimte en de middelen om nog meer werk te maken van preventie en het aanpakken van problematische schulden.

Meer informatie

Zie ook