Nederland is partij bij enkele internationale overeenkomsten over lijkentransport. Meest relevant is de Overeenkomst van Straatsburg. Lijkentransport naar een van de aangesloten landen moet voldoen aan de bepalingen van de overeenkomst. Deze bevat regels over onder meer technische vereisten betreffende het lijkomhulsel en over de documenten (zogeheten ‘laissez-passer’) die getoond moeten kunnen worden. Dit laissez-passer wordt afgegeven door de burgemeester van de gemeente waar de akte in het register van overlijden is ingeschreven. De Benelux heeft eigen afspraken gemaakt. Een verlof tot begraving of crematie volstaat doorgaans. Voor transport naar overige landen moet ten behoeve van de douane een document worden bijgevoegd waarop gegevens van de overledene staan vermeld en de bestemming van het lijk wordt genoemd. Zie het Besluit op de lijkbezorging, art. 11 en 12. Verder is het verstandig kennis te nemen van de regels die luchtvaartmaatschappijen stellen voor lijkenvervoer. Dat kan per maatschappij verschillen.