Weekend (en vakantie-) vervoer wordt slechts toegekend indien de leerling in een internaat of pleeggezin verblijft met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs. Woont de leerling niet meer bij zijn ouders om sociale of medische redenen (denk aan uithuisplaatsing, crisisopvang, behandeling), dan wordt het weekend- en vakantievervoer niet door de gemeente vergoed in het kader van het leerlingenvervoer.

Doorslaggevend is de directe relatie tussen het verblijf in een internaat of pleeggezin en het volgen van passend onderwijs. Een voorbeeld: een leerling van 10 jaar is aangewezen op onderwijs voor dove kinderen. Vanuit de ouderlijke woning is de instelling redelijkerwijs niet bereikbaar met dagelijks vervoer. Verblijf in een internaat of een pleeggezin in de buurt van een geschikte school is daarom noodzakelijk. De ouders kunnen dan in de gemeente waar zij wonen een aanvraag voor weekendvervoer indienen.

NB: Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs die zelfstandig met het openbaar vervoer kunnen reizen hebben volgens de wet en de modelverordening geen recht op bekostiging van vervoer. Er bestaat dan ook geen recht op weekend- en vakantievervoer.