Vanaf 1 augustus 2006 hebben scholen in het primair onderwijs meer vrijheid om, in samenspraak met ouders, de schooltijden zelf in te vullen. Zo is het mogelijk om voor alle groepen naast de woensdagmiddag een tweede vrije middag in te voeren, of de verplichte lesuren in vier dagen per week te verzorgen. Een school kan ook kiezen voor een zesdaagse lesweek.
Bovendien kunnen scholen een extra vakantieweek inplannen of het totale aantal lesdagen terugbrengen naar 180 in plaats van de huidige 200. Indien een school van de nieuwe regelgeving gebruik maakt en dat vastlegt in de schoolgids, dient de gemeente bij het vervoer hier rekening mee te houden.

Het leerlingenvervoer vindt plaats in aansluiting op het begin en einde van de schooldag, zoals dat is vastgelegd in de schoolgids. Alleen wanneer de structurele handicap van een leerling het volgen van het volledige onderwijsprogramma onmogelijk maakt kan hiervan worden afgeweken. Zo wordt voorkomen dat ouders op basis van sociale of tijdelijke medische overwegingen aanvragen indienen voor het vervoer tijdens de schooltijd, bijvoorbeeld omdat de leerling te jong is om het hele onderwijsprogramma te volgen.

Bij een tijdelijke handicap die langer duurt dan drie maanden kan de gemeente besluiten af te wijken van de reguliere schooltijden, wanneer hierom wordt gevraagd. Zie onder ‘Tijdelijke handicap’.

Examens zijn alleen aan de orde voor de hoogste klassen van het voortgezet onderwijs, tijdens een beperkte periode. Examens vinden vaak plaats buiten het reguliere rooster om, maar zijn onderdeel van het schoolprogramma. Het is dan redelijk om bij het vervoer zo veel mogelijk rekening te houden met de afwijkende tijden. Vaak zijn, wanneer leerlingen enige tijd op elkaar kunnen wachten, combinaties mogelijk. Dit zou dan in overleg met de leerlingen, de ouders en de school uitgewerkt kunnen worden. Voor proefwerkweken dienen leerlingen, ouders en school in principe andere oplossingen te zoeken.