De Wet Geluidhinder geeft gemeenten de mogelijkheid om lokaal geluidbeleid op te stellen.
Wet geluidhinder en Omgevingswet
De geluidsregelgeving wordt via een aanvullingsspoor ingevoegd in het stelsel van de Omgevingswet. De VNG kijkt kritisch naar dit aanvullingsspoor, zodat gemeenten bij de invoering van de Omgevingswet zo goed mogelijk uit de voeten kunnen met geluid.
Vraag en antwoord
-
(Dat wil zeggen een maatwerkvoorschrift op te stellen waarin is opgenomen dat bedrijfsduurcorrectie wordt toegepast.)
Nee, een gemeente is niet verplicht om dit verzoek in te willigen. De gemeente heeft de bevoegdheid tot maatwerk, maar niet de verplichting. Op grond van artikel 6.14 Activiteitenbesluit kán het bevoegd gezag via maatwerk regelen dat bedrijfsduurcorrectie wordt toegestaan.
Uit de toelichting blijkt dat deze mogelijkheid is bedoeld voor situaties waarin het redelijkerwijs niet van een inrichting gevergd kan worden dat met onmiddellijke ingang geen bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid meer wordt toegepast. Aan de maatwerkbepaling kan een einddatum gekoppeld worden. Dat kan bijvoorbeeld het moment zijn waarop het gebouw aan onderhoud toe is. In overige gevallen is toepassing van de bedrijfsduurcorrectie bij muziekgeluid niet wenselijk.
-
Een bedrijfswoning die behoort bij de betreffende (horeca-) inrichting is geen geluidsgevoelig object volgens art. 1.1 van het Activiteitenbesluit (zie ook 'geluidsgevoelige objecten onder het Activiteitenbesluit' op www.infomil.nl). Dienst- of bedrijfswoningen die niet bij de betreffende (horeca-) inrichting behoren zijn wel geluidsgevoelige objecten volgens art. 1.1 van het Activiteitenbesluit. Aangezien de meeste horeca-inrichtingen onder het Activiteitenbesluit vallen gelden onder normale omstandigheden de geluidsnormen uit artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit. Bij (collectieve of incidentele) festiviteiten bij horeca-inrichtingen geldt voor bedrijfswoningen van derden hetzelfde als voor gewone woningen. Omdat bedrijfswoningen in het verleden een uitzonderingspositie hadden staat in artikel 6.15 van het Activiteitenbesluit een overgangsregeling. Zie voor meer informatie hierover de website van Infomil (www.infomil.nl) bij bedrijfswoningen en geluidsgevoelige objecten.
-
In eerste instantie kunt u hiervoor art. 2:60 model-APV (houden van hinderlijke of schadelijke dieren) gebruiken. U kunt ook een verbijzondering opnemen in artikel 4:6 model-APV (overig geluidhinder). Meer informatie kunt u vinden in de toelichting op de model-APV.