Loay vertel eens, wat was de aanleiding om te starten met het peer-educators project?

We hebben er als GGD voor gekozen om, naast het PGA aanbod in het AZC, ook een zogenaamd ‘pluspakket’ aan te bieden voor statushouders. Het peer-educators project is een onderdeel hiervan. Dit pakket kunnen gemeenten van Amsterdam-Amstelland inkopen. Het aanbod bestaat onder andere uit gezondheidsvoorlichting voor en door statushouders.

Er werd al wel wat voorlichting aangeboden aan statushouders in de gemeente, door voorlichters die al langer in Nederland wonen, bijvoorbeeld vanuit een zelforganisatie. Het verschil met onze vorm van gezondheidsvoorlichting is echter, dat het wordt gegeven door mensen die zelf ook net nieuw in Nederland zijn. Dat maakt dat er een echte klik is, los van het aspect van de taal. Je kunt zien dat de voorlichter en de groep elkaar goed begrijpen.

Hoe ziet zo’n opleiding van peer-educators eruit?

Er zijn acht bijeenkomsten van twee uur georganiseerd, waarin steeds een onderwerp werd behandeld. Aan het einde was er een sessie waarin de peer-educators een voorlichting moesten voorbereiden voor de medecursisten en twee adviseurs Gezondheid en Welbevinden. Hierop werd dan feedback gegeven. Als laatste toets hebben de peer-educators een sessie gegeven aan een groep statushouders in Amsterdam, met mij als begeleider. Maar ook na afsluiting van het trainingstraject blijven de peer-educators nauw verbonden met mij en de groep; we ontwikkelen gezamenlijk materiaal voor de voorlichtingen en we bespreken dilemma’s en vraagstukken die voortkomen uit de sessies.

Zijn de verschillende herkomstlanden goed vertegenwoordigd, vind jij?

De training van de peer-educators begon in september 2017. Er zijn nu zes personen opgeleid: twee Syrische mannen, een Iraanse man, en drie Eritreeërs, waaronder een vrouw. Voor nu is dit aantal peer-educators toereikend. Misschien willen we in de toekomst nog mensen opleiden die Russisch spreken en ook nog meer mensen uit verschillende Afrikaanse landen werven.

In feite willen we de peer-educators ook ondersteunen in het vinden van werk. Zij hebben allemaal affiniteit met de gezondheidszorg. Vandaar dat het in de toekomst ook belangrijk kan zijn om de pool peer-educators verder uit te breiden als mensen een baan vinden en niet meer beschikbaar zijn als peer-educator voor voorlichtingssessies.

Hoe heb je de kandidaten geworven?

We hebben flyers over het project verspreid op de grote woonlocaties, een email verzonden naar Vluchtelingenwerk en banners geplaatst op Facebook, via verschillende kanalen dus. Uiteindelijk zijn de kandidaten allemaal bij ons gekomen op eigen initiatief. Er waren bij aanvang meer mensen geïnteresseerd in de training. Maar er haakten mensen af, onder meer doordat ze verwachtten dat het een fulltime baan zou zijn. Ook waren er mensen die het niet konden combineren met werk en inburgering. De vergoeding speelde ook een rol. De peer-educators krijgen voor elke voorlichting een vrijwilligersvergoeding en reiskostenvergoeding. Het vrijwilligerscontract heeft de duur van een jaar bij de GGD. Zelf hanteren we ook een aantal selectiecriteria, waaronder culturele achtergrond en communicatievaardigheden, evenals zelfpresentatie.

In welke taal gaf jij de training? En welke onderwerpen kwamen aan de orde?

De training was in het Engels. Dat konden de meeste mensen goed volgen en men hielp elkaar. Basis van de training was het leren en oefenen met diverse communicatievaardigheden om informatie over te brengen aan groepen. De focus lag op hoe je de boodschap overbrengt, interactief, met spel en discussie. De behandelde gezondheidsonderwerpen waren:

  • hoe faciliteer je een sessie
  • hoe werkt het Nederlandse gezondheidszorgsysteem
  • drugs en alcohol
  • depressie en angst
  • seksuele gezondheid en rechten

Dit laatste onderdeel was uitdagend, hoe laat je de mensen deze informatie accepteren en hoe houd je een open mind, zonder waardeoordeel?

Hoe weet je of een peer-educator de goede boodschap geeft? Jij als trainer spreekt niet alle talen

De eerste voorlichting die een peer-educator geeft, is met mij. Daarna gaat iemand alleen. Het een-op-een zenden van informatie is beter dan met tussenkomst van een tolk vind ik. Het gaat om iemand die hetzelfde heeft doorgemaakt. Jij als peer-educator kent het proces, kent de teleurstellingen en gevoelens waar een vluchteling mee te maken krijgt, ook na het verwerven van een status. Je  kunt 'levelen' en dat kan motiveren om de informatie aan te nemen.

Betrouwbaarheid, tja dat hangt ook van het onderwerp af. Het is het belangrijkste om de informatie zo ‘clean’ mogelijk te geven, los van waarden en normen. Betrouwbaarheid van peer-educators blijkt uit trial en error, hoe reageert een groep op de peer-educator? En natuurlijk heb ik de peer-educators tijdens de training en de gezamenlijke sessies heel goed leren kennen. Dan kan ik ook op mijn onderbuikgevoel vertrouwen.

Landelijk wordt de term sleutelpersonen veel gebruikt, wat is het verschil met de benaming van peer-educator?

De naam peer-educator is internationaal geaccepteerd in health promotion, en staat beter op iemands cv. De term sleutelpersoon vind ik meer lokaal georiënteerd. Een sleutelpersoon is ook breder te begrijpen, dit is iemand die een sleutelfunctie heeft, een zorgverlener kan bijvoorbeeld ook een sleutelpersoon zijn in de zorgketen. De naam peer-educator geeft aan dat het gaat om een persoon met vergelijkbare levenservaring en gedeelde waarden en normen; per definitie geen professional. En er zit het element van educatie in: doorgeven van kennis.

Wat vind jij de opbrengst van het project tot nu toe?

Het levert de peer-educators veel op zoals: empowerment, verrijken van hun kennis en vaardigheden, uitbreiden van hun netwerk binnen (maar ook buiten) de GGD en gemeente. Communicatieve vaardigheden en management vaardigheden worden geoefend en het is goed voor de taalvaardigheid van de peer-educators. En voor de statushouder is het echt van meerwaarde dat er iemand staat die begrijpt waar jij vandaan komt, wat er in jou omgaat, en wat jij nodig hebt. Het is dan makkelijker om de boodschap te ontvangen. Dat is tenminste mijn ervaring.

Hoe ziet het komende jaar eruit?

Op dit moment ligt de focus van de voorlichtingen op de woonlocaties in Amsterdam. En wij geven ook voorlichtingen in het AZC. Mijn ambitie voor het komende jaar is om nog meer mensen te bereiken, vooral de nieuwe Amsterdammers die niet in huisvestingsprojecten van de gemeente wonen, de mensen met gezinnen en nareizigers. Wij zijn daarmee bezig door samenwerking met andere partners op te zetten. Ik wil daarnaast werken aan meer erkenning voor de positie van peer-educators binnen de GGD en de gemeente, dat zij meer onderdeel worden van deze organisaties.

Voor meer informatie over dit project kunt u contact opnemen met Loay Alaswadi: lalaswadi@ggd.amsterdam.nl