VNG Magazine nummer 14, 27 september 2024

Marije van den Berg

Iedereen is moe. Niet alleen de mensen die werken in onze gemeenten en gemeenschappen. De bierkaaivechters in gemeenteorganisaties en gemeenteraden, sociaal ondernemers die voor de zoveelste keer moeten bewijzen dat hun bewezen aanpak werkt, actieve bewoners van wie het geveltuintje weggeschoffeld is, letterlijk of figuurlijk. Ook onze organisaties zijn doodmoe. Onze systemen van planning en control, van vastgoedlogica en sociale kaarten, van organisatiematrixen, smart doelstellingen en loongebouwen. Je hoort ze zuchten.
Deze herfst zullen urgente, complexe opgaven de bestuurlijke revue passeren. Ondertussen draaien onze overheidsorganisaties zichzelf stuk. Het gevaar? Dat we doorgraven in de kuil en blijven zoeken naar manieren om staatsmacht te vergroten. Er is bétere sturing nodig, die maatschappelijk welzijn en gemeenschapskracht oplevert, niet minder. En daarvoor hebben we niet alleen bestuurders, beleidsafdelingen en uitvoerders nodig. Het is zelfs niet genoeg als we de aansluiting bij betrokkenen in onze gemeenschappen sterker maken.

Ook onze organisaties zijn doodmoe

Overheidsgedrag moet aan maatschappelijke relevantie herwinnen. Relevantie houd je als je systeem zich weet aan te passen aan zijn context. De wiskundige en filosoof Alfred North Whitehead muntte in 1923 daarvoor het begrip relational power, relatievermogen. Voor dat relatievermogen zijn drie dingen nodig, stelde hij. Eén: de vaardigheid om actief en opzettelijk open te staan naar de wereld. En twee: de kracht om nieuwe inzichten en ervaringen te integreren in een nieuwe synthese. Het dominante perspectief betwijfelen, dus, en allerlei bewijs dat de gemeenschap, de context, relevant vindt, te benutten als sturingsinformatie voor je systeem. Niet alleen signalen oppikken, maar ze benutten voor besluiten en zo je beleid continu beheren. Dit weten we wel, maar we doen het nog onvoldoende. Maatschappelijk welzijn en gemeenschapskracht zijn als indicator nog altijd minder sturend voor de gemeente dan een ‘sluitende businesscase’. De eigen gemeentelijke organisatie is voor veel bestuurders, ambtenaren en bewoners een hobbel om te nemen, in plaats van helpend om het overheidsgedrag relevant te krijgen en te houden.
Om de besturing van onze staat te verbeteren, hebben we daarom meer expertise van stafafdelingen nodig. Van financials en P&O’ers tot controllers en gemeentejuristen. We hebben nood aan ondersteunende diensten die meewerken aan het vergroten van gemeenschapskracht. Relatievermogen vraagt volgens Whitehead namelijk als derde ‘het uithoudingsvermogen om relaties in stand te houden die de gemeenschap kunnen verdiepen met de ideeën, ervaringen en mensen met wie we verwant zijn’. Uithoudingsvermogen hebben onze gemeentelijke systemen nodig. Maar vooral is nodig dat het sturingssysteem passend wordt op het werken in en voor gemeenschappen. Dat vraagt om de routineuze expertise van onze stafdiensten.

Marije van den Berg is onderzoeker en adviseur lokaal bestuur