Gemeenten aarzelen steeds meer over de voorgenomen introductie van toegangstesten. Het levert extra taken en gecompliceerde regels op voor handhavers die al aan hun taks zitten. In een brief aan de Eerste Kamer deelt de VNG haar zorgen over de Tijdelijke wet testbewijzen covid-19.
De minister van VWS kwam in korte tijd met 3 voorstellen waarmee de handhavingstaken voor gemeenten substantieel zullen toenemen. Het gaat om de quarantaineplicht voor inreizigers, de inzet van testbewijzen en de sluitingsbevoegdheid bij clusterbesmettingen. Gemeenten bereiken hiermee hun grens van taken die zij nog kunnen handhaven en waar zij nog meer toezichthouders voor weten te werven.
Overzicht zoek
We constateren dat met de gefaseerde openstelling van plaatsen en verruiming van de maatregelen bij een negatief testbewijs een gecompliceerd netwerk van plaatsen, evenementen en instellingen ontstaat waarbinnen en -tussen verschillende regels gelden. Het overzicht is daarmee zoek. Het wordt een hele opgave voor handhavers om dat bij te houden en ook om het goed uit te leggen en begrijpelijk te houden voor inwoners. In de praktijk betekent het dat de boa’s en toezichthouders de handhaving niet meer sluitend krijgen en het toezicht op de sectoren zelf neer zal komen.
Inclusie en tijdigheid
Uit recente (bestuurlijke) gesprekken met gemeenten kwam naar voren dat er twijfels zijn ontstaan over de inclusie en tijdigheid van het wetsvoorstel. De drempel om een negatieve toegangstest te verkrijgen is extra hoog voor degenen die niet digitaal vaardig zijn, ver van een testlocatie wonen of een kleine portemonnee hebben. Door de toename van het aantal gevaccineerden en de daling van besmettingen is de noodzaak van korte duur. Ook loopt de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 in september af. De wet testbewijzen verliest daarmee haar grond.
Brief
Onze zorgen delen we in een brief die gericht is aan Eerste Kamerleden. Op 25 mei debatteren ze over de Tijdelijke wet testbewijzen covid-19.