Minister Karien van Gennip van SZW heeft op 29 september in een brief aan de Tweede Kamer een update gegeven over het nieuwe inburgeringsstelsel. In deze brief vertelt de minister op basis van welke informatie zij de werking van de Wet inburgering 2021 (Wi2021) wil gaan monitoren.

Uit de brief blijkt ook dat gemeenten voor 2023 een hoger bedrag aan inburgeringskosten moeten voorfinancieren dan gebruikelijk. Reden is dat de berekeningssystematiek voor de SPUK inburgering anders is dan die voor de begroting van SZW. Daarnaast komen aandachtspunten aan bod: gewenste verbeteringen rond de leerbaarheidstoets en het tekort aan NT2-docenten.

Lerend stelsel

Het nieuwe inburgeringsstelsel is ingericht als een lerend stelsel. De uitvoering van de wet wordt gevolgd. In opdracht van het ministerie heeft Divosa een systeem van Communities of Practice (CoP) ingericht waar partijen in de uitvoering ervaringen met elkaar uitwisselen en samen op zoek gaan naar het oplossen van knelpunten binnen de mogelijkheden van de Wi2021. Een landelijk coördinatiepunt CoP’s bundelt en verspreidt de uitkomsten. Indien nodig past SZW de regelgeving aan.

Daarnaast informeert DUO het departement ieder kwartaal over onder meer het aantal inburgeringsplichtigen en de leerroutes die zij volgen. Het CBS gaat jaarlijks de belangrijkste ontwikkelingen online publiceren over onder meer de gevolgde leerroutes, de resultaten van de afgelegde examens en de participatie in werk. Samen met de onderzoeken van het Monitoring- en Evaluatieplan van de Wi2021, waarin onder andere de ervaringen van inburgeraars worden verzameld, moet dit SZW een goed beeld geven van de werking van het nieuwe inburgeringsstelsel. 

SPUK inburgering 2023: gemeenten moeten meer voorfinancieren

Gemeenten ontvangen jaarlijks een specifieke uitkering (SPUK) voor de financiering van inburgeringsvoorzieningen. De berekeningssystematiek voor het vaststellen van de SPUK in het Besluit inburgering 2021 blijkt anders dan de systematiek die wordt gehanteerd voor de begroting van SZW. Op 1 oktober, het moment van beschikken voor de SPUK inburgering, is de SZW-begroting nog niet aangepast aan de nieuwe huisvestingstaakstelling. 

Voor 2023 betekent dit dat gemeenten een groter gedeelte van de inburgeringskosten moeten voorschieten dan gebruikelijk, omdat de prognose van de instroom van inburgeringsplichtige statushouders aanzienlijk hoger is dan toen het budget in de begroting van SZW werd vastgesteld. Uiteindelijk krijgen de gemeenten in 2024 de volledige kosten uitbetaald, op grond van het werkelijke aantal inburgeringsplichtigen. Om dit in de toekomst te voorkomen wordt het Besluit inburgering 2021 aangepast, zodat de berekeningssystematiek aansluit bij het moment in de begrotingscyclus waarop het budget van de SPUK inburgering wordt vastgesteld in de begroting van SZW.

Het ministerie van SZW is zich bewust van deze situatie en gaat in overleg met de VNG over een structurele oplossing. Voor het ministerie is en blijft het uitgangspunt dat gemeenten passende financiering dienen te ontvangen voor de uitvoering van de Wi2021.

Verbeteracties leerbaarheidstoets

De minister kondigt in de brief ook verbeteracties voor de leerbaarheidstoets aan. De uitkomsten van de toets sluiten onvoldoende aan bij de prognose van het ministerie van SZW en geven vaker dan verwacht aan dat de B1-route niet haalbaar is. Samen met ketenpartners gaat SZW daarom dit jaar nog enkele technische en inhoudelijke verbeteracties uitvoeren. Ook krijgen gemeenten aanvullende informatie, zodat zij adequate voorbereidingen kunnen treffen voor de afname van de toets en de inburgeringsplichtigen beter kunnen informeren over het doel en de rol van de toets binnen het hele inburgeringsproces.

Tekort aan NT2-docenten

Tot slot is de minister in gesprek met de vertegenwoordigers van taalscholen, Blik op Werk en VNG over mogelijke oplossingen voor het tekort aan NT2-docenten op korte en op lange termijn. Hierover wordt naar verwachting meer bekend in december 2022. 

Meer informatie