Het eerste uur vergaderde RWM samen met commissie Economie, Klimaat, Energie en Milieu (EKEM). Het tweede uur kwamen het Strategisch programma van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en de huisvesting van statushouders aan bod.
Strategisch programma WSW
De VNG is gevraagd om in te stemmen met de conclusies van het Strategisch programma van WSW. Het WSW staat garant voor leningen van woningcorporaties. Rijk en gemeenten staan in de achtervang. De directeur van WSW Rob Rötscheid licht het programma toe. Met de meest betrokken partijen is het hele stelsel opnieuw ingericht, in het bijzonder op 3 punten:
- Zekerheden. Er is een nieuwe leningdocumentatie opgesteld, waardoor in geval van faillissement van een corporatie WSW betere mogelijkheden voor afhandeling heeft.
- Zeggenschap. De deelnemende corporaties krijgen meer zeggenschap, maar niet ten koste van de achtervangers.
- Kapitaalbeleid. Er zijn verbeteringen aangebracht in de rekensystematiek om het voor WSW benodigde kapitaal vast te stellen, zodat WSW eerder geld kan ophalen bij de corporaties.
Marja Appelman (directeur wonen BZK) beschouwt de voltooiing van het strategisch programma als een mijlpaal. De robuustheid van het borgstelsel wordt versterkt door de betere mogelijkheden om obligo bij de ‘voorvangers’ (de corporaties) te kunnen ophalen. De terugbetaling van renteloze leningen aan de achtervangers (Rijk en gemeenten) is verhelderd. Er is door partijen een evenwicht gevonden tussen volkshuisvestelijke en financiële belangen.
De commissie kan zich vinden in de uitkomsten van het strategisch programma en stemt in met goedkeuring door de VNG van de nieuwe statuten en beleidsregels van WSW en met een nieuwe overeenkomst tussen WSW en VNG. Wel heeft de commissie behoefte aan vervolgonderzoek samen met BZK naar waar gemeenten zich als achtervanger verantwoordelijk voor kunnen voelen. Heeft de gemeente wel voldoende sturingsmogelijkheden? En kunnen gemeenten als het nodig is tijdig en voldoende renteloze leningen aan het WSW verstrekken?
Huisvesting statushouders
Het Rijk gaat voor 2021 uit van een hogere taakstelling voor gemeenten voor het huisvesten van statushouders. De reden is een inhaalslag met de beoordeling van de status van asielzoekers door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Dat betekent een verhoogd beroep op de sociale huursector. Een handreiking voor gemeenten en een uitvoeringsagenda voor de iets langere termijn zijn in voorbereiding.
De commissie vindt dat in de stukken een relatie moet worden gelegd met andere groepen die zijn aangewezen op de sociale sector en het tekort aan sociale huurwoningen. Het is een illusie dat flexwonen een oplossing is. Ten eerste zijn die woningen er niet op tijd en ten tweede bemoeilijken deze de inburgering, omdat de statushouders dan 2 keer moeten verhuizen. En de handreiking moet integraal worden: huisvesting is maar een van de zaken om goed te regelen.