Gemeenten voeren actief beleid gericht op participatie. De praktijk laat zien dat maatregelen zoals taaleis en tegenprestatie niet altijd nodig zijn voor actieve deelname van bijstandsgerechtigden. De VNG reageert op de brief van staatssecretaris Van Ark, die meer inspanning van gemeenten vraagt.
De staatssecretaris heeft de Tweede Kamer op 16 januari geïnformeerd over de rapporten taaleis en tegenprestatie van het CBS.
Taaleis
Zoals de staatssecretaris in haar brief aangeeft, komt uit het recente onderzoek van het CBS duidelijk naar voren dat veel gemeenten actief taalbeleid voeren. Daar zetten zij dan ook op in. Het spreken van de Nederlandse taal is immers een belangrijke voorwaarde voor het vinden van betaald werk, of het op andere wijze meedoen in de maatschappij.
Gemeenten maken hier eigen keuzes in. Want de letterlijke navolging van de wet draagt hier niet per definitie aan bij. Zoals ook uit het onderzoek van het CBS blijkt, is het echter zelden nodig om een maatregel op te leggen, omdat de bijstandsgerechtigden in de regel meewerken aan de opgelegde taalverplichting.
Tegenprestatie
Gemeenten voeren een actief beleid gericht op participatie. Gemeenten werken hard aan activering van inwoners. Inwoners die kunnen werken, helpen ze aan het werk.
Inwoners die dat niet kunnen, spreken ze regelmatig en proberen ze naar maatschappelijke nuttige activiteiten te begeleiden. Dat is niet altijd de tegenprestatie naar de letter van de wet uitvoeren, maar wel naar de geest van de wet. Daar gaat het wat gemeenten betreft om.
De Participatiewet draait om meedoen en bijdragen aan de samenleving, in welke vorm dan ook.
Keuzes maken
Het kost capaciteit en dus geld om de taaleis en de tegenprestatie uit te voeren. Gemeenten zijn sterk gekort op hun budget om inwoners te stimuleren naar werk en maatschappelijke deelname, zij zijn daarom gedwongen om keuzes te maken. Keuzes waar inzet het meeste resultaat oplevert. Instrumenten die veel capaciteit en administratie kosten, die het Rijk graag uitgevoerd ziet, zijn hier voor gemeenten niet altijd nodig.
Beleidsvrijheid gemeenten
Voor de VNG staat de gemeentelijke beleidsvrijheid binnen de Participatiewet centraal. Colleges en gemeenteraden maken de keuzes over de manier waarop bijstandsgerechtigden worden gestimuleerd om actief deel te nemen aan de samenleving en zich de taal eigen te maken.
Het opleggen van tegenprestatie en maatregelen zijn voor gemeenten geen doel op zich. We zien dat straffen en sanctioneren niet altijd de beste methode zijn om uitkeringsgerechtigden in beweging te krijgen. Het korten op de uitkering kan bijvoorbeeld leiden tot schulden of zelfs dakloosheid.
Regie op inburgering
Gemeenten zijn blij dat zij vanaf volgend jaar de regie op inburgering terugkrijgen en verwachten daarmee een effectiever taalbeleid te kunnen voeren. Gemeenten gaan graag met het kabinet in gesprek om te laten zien hoe zij invulling geven aan het bevorderen van de maatschappelijke participatie, en hoe gemeenten samen met het Rijk aan de doelstelling van de Participatiewet kunnen werken.
Meer informatie
- Brief ministerie van SZW: Meer werk maken van taaleis en tegenprestatie (16 januari 2019)
- VNG-dossier Participatiewet