Een goede positie voor de 15 stedelijke cultuurregio's is essentieel voor het cultuurbeleid van het Rijk. Het is belangrijk dat het Rijk de samenwerking met deze regio's en de proeftuinen die er zijn, doorzet. De VNG zegt dit in reactie op de Uitgangspuntennotitie Cultuurbeleid.
De OCW-Kamercommissie vergadert hierover op 27 juni. De VNG heeft bij een hoorzitting/rondetafelgesprek met de Kamercommissie 20 juni op verzoek al bestuurlijk inbreng geleverd over twee onderwerpen, structuurverandering en arbeidsvoorwaarden.
Afstemming
Voor de 15 stedelijke cultuurregio’s is het belangrijk dat zij een plek krijgen in de subsidieregeling culturele basisinfrastructuur/BIS. Wanneer het Rijk en de Rijkscultuurfondsen beslissingen nemen over instellingen, moeten de gevolgen daarvan voor de basisinfrastructuur worden meegewogen. Daarom is het belangrijk om voor de fondsen de termijnen voor meerjarige subsidies in lijn te brengen met subsidies van overheden. Het is ook van belang om de beleidskaders af te stemmen.
Spreiding
De VNG vindt de door OCW-minister Ingrid van Engelshoven beoogde verbreding en vernieuwing van de rijksgesubsidieerde culturele basisinfrastructuur een verbetering. Maar we hebben zorgen over de spreiding over het land van bepaalde categorieën, het aantal instellingen is gering en de subsidiebedragen zijn beperkt.
Eerlijke beloning
De door de minister gewenste sterke cultuursector voorzien van een eerlijke beloning vergt naar onze mening een afdoende rijksbudget. Dit komt in de uitgangspuntennotitie niet geheel uit de verf. Dit kan ook lokaal nadelige gevolgen hebben. Tot slot juicht de VNG toe dat de minister binnen het thema cultuur van en voor iedereen onderwerpen kiest die ook binnen gemeenten hoog op de agenda staan, zoals educatie en participatie. Het is ook goed dat de minister wil aansluiten op lokale initiatieven.