De acute problematiek in de jeugdzorg, deels het gevolg van de coronapandemie, en de financiële druk die dit veroorzaakt, zijn een grote zorg voor gemeenten en hun inwoners. Het kabinet heeft besloten daarvoor in 2021 extra incidentele middelen beschikbaar te stellen van € 613 miljoen.

Dat betekent dus voor 2021, inclusief de eerder beschikbaar gestelde € 300 miljoen, in totaal € 913 miljoen. De tegemoetkoming van het kabinet biedt gemeenten in deze acute situatie verlichting. 

Voor korte termijn een belangrijke stap 

Eelco Eerenberg, portefeuillehouder jeugd in de VNG-commissie ZJO en wethouder in Utrecht: 'De nood is hoog. Daarom is het goed dat er nu een tegemoetkoming komt van het kabinet voor de acute nood zodat wachttijden voor jongeren die hulp nodig hebben, kunnen worden aangepakt. Dit is voor de korte termijn een belangrijke stap, zodat gemeenten dit jaar meer ruimte hebben om de inwoners de hulp te bieden die ze nodig hebben.

Het biedt echter nog niet de noodzakelijke oplossing voor de structurele financiële problemen en het is geen antwoord op de gezamenlijke inhoudelijke uitdagingen om tot een goed functionerend stelsel voor kinderen en jongeren te komen.

Hierover loopt momenteel een arbitrageprocedure die een semi-bindend karakter kent. De arbitragecommissie doet hier in mei een uitspraak over. Die uitspraak is essentieel om snel te komen tot een oplossing op inhoud en financiën vanaf 2022. Wanneer er niet snel een oplossing komt voor het volgende en de komende jaren zullen gemeenten genoodzaakt zijn tot forse bezuinigingen.’

Incidenteel geld voor jeugd-GGZ

  • Het incidentele geld wordt beschikbaar gesteld voor de tijdelijke uitbreiding van de (ambulante en klinische) crisiscapaciteit jeugd-GGZ, zodat aan de grote zorgvraag - mede als gevolg van corona- tegemoet gekomen wordt (specifieke uitkering € 50 miljoen).
  • Daarnaast komt er meer inzet en regie op het voorkomen en aanpakken van wachttijden van hoog-specialistische jeugdzorg. Dit gebeurt op basis van goede data zodat kwetsbare kinderen de hulp krijgen die ze nodig hebben. Dit vraagt ook om een goede samenwerking met zorgaanbieders (algemene uitkering in gemeentefonds € 255 miljoen).
  • Ook wordt een aantal andere specifieke knelpunten aangepakt, zoals de vereenvoudiging jeugdbeschermingsketen, de ombouw van separatiecellen en het verkleinen van woongroepen bij 3 milieuvoorzieningen. Hierbij wordt bezien of de middelen kunnen worden toegevoegd aan bestaande specifieke uitkeringen (€ 70 miljoen).

    Een bedrag van € 238 miljoen wordt verstrekt voor overige problematiek, zoals de consultatiefunctie en het inrichten van de POH-jeugd GGZ in gemeenten (via het gemeentefonds). 

Meer informatie