Met ingang van 1 januari 2021 worden de griffierechten en de proceskostenvergoeding geïndexeerd met 1,67%.
De volgende bedragen gelden voor 2021:
Griffierecht
Beroep door natuurlijk persoon: € 49 (was € 48)
Beroep door niet-natuurlijk persoon: € 360 (was € 354)
Hoger beroep en cassatie door natuurlijk persoon: € 134 (was € 131)
Hoger beroep en cassatie door niet-natuurlijk persoon: € 541 (was € 532)
Proceskostenvergoeding
Verletkosten maximaal: € 88 (was € 86)
1 procespunt in bezwaar en administratief beroep: € 265 (was € 261)
1 procespunt in overige gevallen: € 534 (was € 525)
Overgangsrecht
Het nieuwe griffierecht geldt voor beroepschriften die vanaf 1 januari 2021 worden ontvangen. De nieuwe proceskostenvergoeding heeft onmiddellijke werking. Deze geldt voor uitspraken op bezwaar, beroep, hoger beroep en cassatieberoep die vanaf 1 januari 2021 worden gedaan, ook als de proceshandelingen in 2020 of eerder hebben plaatsgevonden. Wordt na 1 januari 2021 in beroep, hoger beroep of cassatieberoep geconstateerd dat in een voorgaande fase vóór 1 januari 2021 een fout is gemaakt bij het toekennen van de proceskostenvergoeding, dan wordt (ook) op de correctie het nieuwe tarief toegepast.
Uurtarieven taxateur bij WOZ-taxaties
Voor de vergoeding van de kosten van een taxatieverslag in WOZ-procedures hebben de gerechtshoven en rechtbanken een uniforme richtlijn opgesteld. Het uurtarief van een taxateur bedraagt voor:
- woningtaxaties: € 53 per uur
- courante niet-woningen: € 68 per uur
- taxaties van incourante niet-woningen, afhankelijk van de complexiteit van de taxatie: gefactureerd uurtarief met een maximum van € 134,04 per uur (was € 129,63).