Het kabinet stelt € 7,3 miljoen beschikbaar om de 2.900 lokale vrijwilligersorganisaties voor jeugd te compenseren in hun coronaschade van half maart tot 1 juni. Dit ter uitwerking van een unaniem door de Kamer aangenomen motie en een door de sector ingediende petitie.
Het bedrag wordt toegevoegd aan de algemene uitkering Gemeentefonds naar rato van het aantal jongeren in een gemeente.
Gemiddelde schade
Het gaat volgens de minister van BZK onder andere om scoutinggroepen en speeltuinen, maar ook jeugd- en jongerenwerk, stads- en kinderboerderijen, kindervakantiewerk en jeugdkampen. Zij hebben vanwege de coronabeperkingen minder inkomsten van deelnemers/bezoekers, uit horeca en bij de 2.200 instellingen met een eigen gebouw en/of terrein vaak ook uit verhuur aan derden. De schade tot 1 juni is aanvankelijk door de sector geschat op gemiddeld € 3.000 per lokale organisatie. Later is dit verfijnd: zonder eigen accommodatie € 1.500 en met eigen ruimte € 4.500.
Schade ter plekke
Het is raadzaam samen met de betrokken lokale jeugdorganisaties na te gaan wat hun exacte schade is en welke vorm van gemeentelijke compensatie geschikt is: verlenen/verhogen van subsidie en/of kwijtschelden/verlagen van vaste lasten. Hierbij moet in acht worden genomen dat de algemene coronasteun voor hen nauwelijks bereikbaar is. De NOW niet, want ze hebben bijna geen betaald personeel. De TOGS evenmin, omdat ze veelal niet de juiste SBI-codes daarvoor hebben. Een aantal organisaties werkt regionaal, dus in die gevallen kan overleg met andere gemeenten nuttig zijn.
Periode na 1 juni
De sector heeft na de genoemde petitie de coronaschade alsnog in geheel 2020 becijferd op gemiddeld € 5.000 per lokale organisatie: zonder eigen accommodatie € 2.500 en met eigen ruimte € 7.500. Van rijkswege is men echter vooralsnog van oordeel dat de schade na 1 juni verwaarloosbaar is, omdat er sindsdien geen of weinig capaciteitsbeperkingen voor jeugdigen zijn.