VNG-voorzitter Sharon Dijksma benadrukte in haar speech voor de ALV het belang van samen optrekken. Als gemeenten onderling, als het stormt in de samenleving. En richting en met het kabinet, als het gaat om de grote opgaven van Nederland.
Lees de speech van Sharon Dijksma (gesproken woord geldt - pdf, 81 kB)
Alle perken te buiten
‘Als lokale bestuurders hebben we gezien wat er loskwam na het straatgeweld in Amsterdam. De woorden die rondgingen vanuit een deel van de Tweede Kamer, gingen echt alle perken te buiten. Laat ik hier heel duidelijk zijn: een aanval op Femke is een aanval op ons allemaal. En dat accepteren we niet. We doen ons werk met hart en ziel, hoe groot de deining ook is. Maar het kan alleen maar samen’, blikte Dijksma onder applaus terug.
Voorzichtig positief signaal
Met diezelfde houding heeft de VNG vorige week een heel intensief gesprek gevoerd met het kabinet, vervolgde ze. ‘Als gemeenten toonden we dit jaar al inhoudelijke ambitie, terwijl onze taken en middelen nog lang niet in balans zijn. We rekenen we erop dat het kabinet samen met ons de verantwoordelijkheid wil pakken voor de grote inhoudelijke vraagstukken van nu.’
‘Onze problemen zijn niet weg, maar we hebben dit stevige gesprek wel voorzichtig positief afgesloten. Het is niet de vraag óf er geld bijkomt voor de jeugdzorg, maar hóe het kabinet dat regelt. Dat is positief, want zo’n duidelijk signaal hebben we van dit kabinet nog niet gehoord.’
Meerjarige financiële aanpak
Deze voorzichtige vooruitgang geeft iets meer ruimte om verder te praten over de andere grote vraagstukken waarvoor concrete oplossingen heel hard nodig zijn. ‘We hebben met het kabinet afgesproken dat we heel intensief willen samenwerken aan wonen en bereikbaarheid, zorg en welzijn, bestaanszekerheid en natuur en klimaat. Dat zou kunnen leiden tot een gezamenlijke agenda voor Nederland, mét een meerjarige financiële aanpak erbij.’ We zullen ook zelf de tering naar de nering moeten zetten, aldus Dijksma, om uit elke euro het maximale resultaat te halen voor onze inwoners.
‘Onze inwoners verwachten daden van ons én van Den Haag en zeker als het onrustig is in de samenleving. Als gemeenten zijn we solidair met elkaar, zodat ál onze inwoners op ons kunnen rekenen. Maar we zullen ook altijd duidelijk maken wat daarvoor nodig is.’ Ze besloot: 'In Den Haag zijn ze vooral met zichzelf bezig, wij met de belangen van het land. In Den Haag voert helaas stilstand de boventoon, wij houden Nederland in beweging. Terwijl in Den Haag verdeeldheid heerst, zorgen wij in onze dorpen en steden samen voor verbinding.'