Een huishouden met een eigen woning betaalt dit jaar gemiddeld € 776 aan de gemeente. Dat is 5 % meer dan vorig jaar, wat neer komt op een stijging van € 36 euro. Er gaat € 295 euro naar de OZB, € 283 naar de afvalstoffenheffing en € 199 naar de rioolheffing.
Dit blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten 2020 van COELO, het onderzoeksinstituut van de Rijksuniversiteit Groningen.
Huurders betalen gemiddeld € 389 aan de gemeente. Dit bedrag is lager omdat huurders vaak geen OZB betalen. Zij betalen afvalstoffenheffing (gemiddeld € 283) en in een deel van de gemeenten ook rioolheffing (gemiddeld € 106).
Afvalstoffenheffing stijgt tweede jaar op rij sterk
Met een stijging van ongeveer 8 % is de afvalstoffenheffing voor het tweede jaar op rij sterk gestegen. De stijging heeft meerdere redenen:
- Het Rijk heeft in 2019 de afvalstoffenbelasting met 139 % verhoogd en een deel van de gemeenten rekent deze kosten dit jaar voor het eerst door aan hun inwoners.
- Daarnaast zijn de inkomsten voor gemeenten uit ingezameld plastic en papier lager dan voorheen.
Tekorten sociaal domein
De stijging is een direct gevolg van de tekorten die gemeenten hebben in het sociaal domein. Omdat gemeenten een klein eigen belastinggebied hebben levert een tekort een relatief grotere stijging van de belasting op. Dat is het zogenoemde hefboomeffect. Dit effect wordt nog versterkt doordat het belastinggebied niet is meegegroeid met de taakuitbreidingen.
Macronorm OZB vervangen door benchmark
De macronorm OZB is met ingang van 2020 vervangen door de 'Benchmark gemeentelijke belastingen'. Deze benchmark geeft gemeenten meer informatie over de ontwikkeling van de lokale lasten in zowel eigen als andere gemeenten.
Daarmee kunnen gemeenten nog bewuster keuzes maken over de lastenontwikkeling.
De woonlasten zijn de som van de gemiddeld betaalde ozb, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing minus een eventuele heffingskorting.
Meer informatie