Datum
Organisatie
Centrale Raad van Beroep (CRvB)Soort
Bij appellant is terecht de bijstand ingetrokken en teruggevorderd oordeelt de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Appellant heeft niet aannemelijk kunnen maken dat de waarde van het onroerend goed beneden de voor hen geldende vermogensgrens lag. Hierdoor was niet vast te stellen of er (aanvullend) recht op bijstand bestaat.
Getaxeerde waarde
De beroepsgrond dat de waarde te hoog is vastgesteld slaagt niet, want de CRvB ziet geen aanleiding om de verrichte taxatie voor onjuist te houden. Weliswaar was de taxatie summier, maar de appellant heeft zijn standpunt ook niet onderbouwd met bijvoorbeeld een op zijn initiatief verrichte taxatie. Uitgaande van de getaxeerde waarde (€ 193.650,35) is het recht op bijstand vast te stellen op nihil wegens vermogen boven de vermogensgrens.
Geen discriminatie
Ook de beroepsgrond dat sprake is van discriminatie slaagt niet, want er is geen reden om aan te nemen dat sprake was van een verboden onderscheid in behandeling.