VNG Magazine nummer 18, 22 november 2019

Auteur: Leo Mudde | Beeld: Henriëtte Guest

‘Laten we ervoor zorgen dat de hashtag #wethoudersvoordejeugd trending wordt.’ Dat was de oproep van Jantine Kriens, algemeen directeur van de VNG, aan de wethouders die zich afgelopen maandagmorgen hadden verzameld in de openbare bibliotheek van Den Haag. Van daaruit liepen ze, in een lange colonne, via de Korte Houtstraat en het Plein naar de ingang van de Tweede Kamer om het debat over de jeugdhulp en -zorg bij te wonen. 

Binnen tien dagen hadden zich bij de VNG 150 wethouders aangemeld voor een unieke demonstratie, maar het waren er waarschijnlijk nog enkele tientallen meer. De Zeeuwse wethouders waren zelfs zondag al afgereisd om op tijd bij het debat te kunnen zijn. Uiteindelijk waren ze met te veel voor de tribune van de commissiezaal, die ze moesten delen met de jeugdprofessionals die ook naar Den Haag waren gekomen. Een groot aantal wethouders moest het debat via een scherm buiten de zaal volgen.

De aanleiding voor de demonstratieve Mars op Den Haag van de jeugdwethouders was tweeledig. Enerzijds de structurele tekorten waar gemeenten mee kampen en die ze ook door middel van meerdere brandbrieven onder de aandacht van VWS-minister Hugo de Jonge hebben gebracht. Anderzijds de recente kritiek op het stelsel. Naar aanleiding van een kritisch rapport over toezicht bij de jeugdbescherming en de jeugdreclassering stuurde De Jonge ­begin deze maand een brief naar de Tweede Kamer waarin hij pleit voor een ‘betere organisatie’ van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering.

Die brief schoot gemeenten en wethouders in het verkeerde keelgat. Zoals de Enschedese wethouder Eelco Eerenberg (D66) zei aan het begin van de ‘demonstratie’: ‘Als de minister de jeugdhulp weer bij ons weg wil halen… Dat gaat niet gebeuren. Wij geloven in de decentralisatie.’ 

Blijf van onze jeugd af, dat was vrij ­vertaald de boodschap die de wethouders vanaf de publieke tribune mee­gaven aan de minister en de Tweede ­Kamer. Niet voor niets koos Kriens voor de eerdergenoemde hashtag. 

Chefsache
De massale respons op de oproep van de VNG om naar Den Haag te komen, was een duidelijke ondersteuning van de brief die VNG-voorzitter Jan van Zanen eerder naar premier Mark Rutte had gestuurd – waarmee hij het dossier ­impliciet verhief tot ‘chefsache’. In de brief reageerde de VNG gepikeerd op het voorstel van minister De Jonge om een aantal taken bij de gemeenten weg te halen en in 42 jeugdzorgregio’s onder te brengen. 

Gemeenten zijn hierdoor overvallen en voelden zich geschoffeerd. De toon van de brief van De Jonge deed volgens hen geen recht aan de complexe problematiek. Bovendien, zo benadrukten ze, hebben gemeenten met het Rijk afspraken gemaakt over een fatsoenlijke ­samenwerking, maar was in de brief van het kabinet ‘geen spoor’ te ontdekken van gelijkwaardige samenwerking ­tussen overheden. Sterker nog: wat het ­kabinet wil met de specialistische jeugdzorg is volgens Van Zanen flagrant in tegenspraak met de gemaakte afspraken.

In het Kamerdebat sneeuwden de financiële tekorten onder; de fracties voerden vooral een stelseldiscussie. Maar dat stelsel – wie doet wat, en op welk niveau – is toch echt, zo vinden de wethouders, onlosmakelijk verbonden met de randvoorwaarden waaronder gemeenten met de jeugdzorg moeten dealen ­volstrekt ontoereikend. Zoals de VNG het zelf verwoordde: ‘Te weinig budget is niet op te lossen door het stelsel ­anders te ordenen.’