Nummer 4, 10 maart 2017

Auteur: Cindy Castricum
In de week van Internationale Vrouwendag richt VNG Magazine de spotlights op een aantal initiatieven, dat voor meer interesse bij vrouwen voor de lokale politiek moet zorgen. Want met het aantal vrouwen dat politiek actief is in raad of college is het nog altijd droevig gesteld. ‘Als raadslid ben je vertegenwoordiger van de doorsnee-inwoner, dat zou iedereen moeten kunnen.’
Op alle politieke niveaus zijn vrouwen ondervertegenwoordigd. De Tweede Kamer telt ruim 38 procent vrouwen en acht van de negentien bewindslieden in het binnenkort afzwaaiende kabinet-Rutte II zijn vrouw, dat is 42 procent. Op lokaal niveau is de score nog een stuk slechter: bijna 29 procent van de raadsleden is vrouw, het percentage vrouwelijke wethouders bedraagt slechts 21 en het aantal burgemeesters van het vrouwelijke geslacht ligt al jaren rond de 20 procent.
Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, publiceerde een jaar geleden het rapport Vrouwenstemmen in de raad waarin uitgebreid wordt stilgestaan bij de belemmeringen die vrouwen in de lokale politiek ervaren. De combinatie van het raadswerk met een baan en zorgtaken is er zo eentje. Maar ook de veelal bescheiden opstelling van vrouwen en het feit dat zij minder geneigd zijn hun eigen persoon of prestige voorop te stellen, zijn volgens de onderzoekers redenen waarom vrouwen minder vertegenwoordigd zijn in de politiek.
Haantjesgedrag
Heidi van Otten, fractievoorzitter van GroenLinks in Baarn, herkent dit wel. ‘Als ik vrouwen spreek over hun politieke ambities hoor je vaak dat de cultuur in de raad ze tegenstaat. Dat ze het zogeheten haantjesgedrag vervelend vinden’, zegt Van Otten. Haar eigen politieke carrière begon ze als ‘inspreker in de raad’, zoals ze het zelf omschrijft. Vervolgens is Van Otten vier jaar commissielid geweest en heeft ze binnen GroenLinks een leergang voor talenten gevolgd. Tijdens de verkiezingen in 2014 was ze lijsttrekker en is ze gekozen in de Baarnse raad.
‘Het was heel prettig om vier jaar lang als commissielid te kunnen meedraaien’, vertelt Van Otten. ‘In het begin was ik best wel onzeker en vroeg ik me af of het wel zou lukken. Maar door het gewoon te doen, merk je dat het niet superspannend is. Als je maar dicht bij jezelf blijft. Als raadslid ben je vertegenwoordiger van de doorsnee-inwoner, dat zou iedereen moeten kunnen.’
Naast Van Otten zitten er in de negentienkoppige raad twee andere vrouwen, Anne Slingerland (PvdA) en Suzanne Oortman Gerlings (VVD). Daarmee ligt het percentage vrouwen met nog geen 16 ver onder het landelijke gemiddelde. ‘Dat is echt heel weinig’, aldus de GroenLinks-politica. ‘De man-vrouwverhouding zou in de raad gelijker moeten zijn. Dat verandert de sfeer en een betere afspiegeling komt de besluitvorming ten goede. Vrouwen leggen de nadruk wat meer op de verbinding in plaats van het uitvergroten van tegenstellingen.’
Van Otten is samen met Slingerland en Oortman Gerlings gaan brainstormen hoe ze vrouwen kunnen activeren. In januari en februari organiseerden ze drie werkateliers. De eerste avond stond in het teken van staatsinrichting, oftewel hoe werkt de raad nu eigenlijk? De tweede bijeenkomst is een fictieve casus behandeld waarmee de hele politieke cyclus – van overleg in de fractie tot besluitvorming – doorlopen werd. Tijdens de afsluitende avond ging het om de vrouwen zelf: wat is jouw meerwaarde als je straks de politiek ingaat, en hoe verkoop je jezelf aan de kandidatencommissie?
Politieke ambities
Van de 22 vrouwen die bij de bijeenkomsten aanwezig waren, hebben er 12 aangegeven hun politieke ambities verder te willen onderzoeken. Een aantal van hen loopt nu stage bij een van de fracties in Baarn. Van Otten: ‘Ik heb gemerkt dat de aanwezigen zich snel op hun gemak voelden en zich makkelijker durfden uit te spreken, juist doordat we met vrouwen onder elkaar waren. Een organisatie als ProDemos geeft ook inleidende cursussen voor de raad, maar die zijn gemengd. Het is niet zo dat wij zielig zijn en hulp nodig hebben, maar er is wel iets extra’s nodig om vrouwen dat laatste zetje te geven.’
Ladies’ Night
Franca Kerstens (VVD) is sinds 2014 lid van de gemeenteraad van Utrechtse Heuvelrug. Het aandeel vrouwen in de raad ligt rond de 24 procent, hoger dan in Baarn, maar onder het landelijk gemiddelde. ‘We vinden dat we het geluid van vrouwen bij onderwerpen die in de gemeente spelen te weinig horen’, vertelt Kerstens. Samen met plaatselijke bestuursleden van D66 en PvdA/GroenLinks besloot ze daarom tot het organiseren van een politieke Ladies’ Night.
Onder de titel ‘politiek is te belangrijk om aan mannen over te laten’ kwamen zo’n vijftig belangstellenden begin dit jaar in Doorn bijeen. Het ging die avond niet alleen maar om het werven van vrouwelijke raadsleden. ‘We wilden ook de mening van vrouwen horen over bepaalde onderwerpen, dat is voor ons raadswerk belangrijk.’ De aanwezigen gingen onder meer met elkaar in gesprek over de rol die vrouwen in de politiek kunnen spelen en hoe je het raadswerk met een gezin en een baan kunt combineren. Kerstens verwacht dat een aantal vrouwen daadwerkelijk overweegt politiek actief te worden. ‘Hoeveel dat er precies zijn, daar heb ik helaas geen zicht op.’ De VVD’er denkt vanwege de positieve reacties die ze na afloop kreeg sowieso na over een vervolg op de Ladies’ Night.
Hoge uitstroom
De onderzoekers van Atria stelden vast dat het lage aandeel vrouwen in de lokale politiek het resultaat is van een relatief hoge uitstroom en een beperkte instroom. Vrouwen houden het relatief vaak na één raadsperiode voor gezien. Kerstens weet nog niet zeker of ze zich voor de verkiezingen in 2018 verkiesbaar stelt. ‘Ik denk er wel over na. Ik zou het zonde vinden om er nu al mee te stoppen. Ik heb het handwerk als raadslid nu onder de knie en heb een goed netwerk opgebouwd. Daar heb ik zwaar in geïnvesteerd. Ik neig er wel naar om er nog een termijn aan te plakken, maar dat is ook afhankelijk van de kandidatencommissie. Ik vind het overigens wel zwaar, raadslid zijn naast een fulltimebaan.’
Ook Van Otten vindt het raadswerk in combinatie met een baan en een jong gezin een zware belasting. ‘Het vraagt veel van je en je moet soms op de meest onmogelijke tijden paraat zijn om je mening te geven.’ Toch denkt Van Otten dat ze zich in 2018 verkiesbaar wil stellen. ‘Zeker nu ik deze werkateliers heb georganiseerd, kan ik het niet maken om al na één raadsperiode te stoppen.’
Tijdelijk vrouwenquotum
Raadslid Wieke Paulusma (D66) uit Groningen kreeg het onlangs voor elkaar dat het D66-congres zich uitsprak voor een motie waarin de Tweede Kamerfractie wordt opgeroepen het initiatief te nemen tot het instellen van een tijdelijk vrouwenquotum voor maatschappelijke functies. ‘Het staat niet expliciet in de motie vermeld, maar wij moeten in de politiek het goede voorbeeld geven’, licht Paulusma toe. ‘Vooral op lokaal niveau is het slecht gesteld met het aantal vrouwen dat politiek actief is.’
Vlak voor kerst heeft Paulusma met vrouwen uit verschillende fracties afgesproken om een keer een avond zoals in Baarn of Doorn te organiseren om vrouwen te vertellen wat raadswerk inhoudt. ‘Het is er nog niet van gekomen, maar het staat hoog op ons prioriteitenlijstje.’