VNG Magazine nummer 2, 7 februari 2020

Auteur: Leo Mudde | Beeld: Gerlo Beernink

Het wil maar niet lukken met een evenwichtige vrouw-manverhouding in gemeenteraden. De meeste raden worden door mannen gedomineerd en vrouwen zijn er, vaak onbedoeld en onbewust, niet welkom. Daar zorgen subtiele uitsluitingsmechanismen wel voor. Haantjesgedrag, girling en seksisme zijn geen uitzonderingen, blijkt uit onderzoek.

 

Bernheze

Als érgens vrouwen ondervertegenwoordigd zijn, dan is het in de gemeenteraad.
Zo zitten in de 23 leden tellende gemeenteraad van Bernheze slechts drie vrouwen.


In 2004 verscheen het boek Space Invaders van de socioloog Nirmal Puwar. Daarin beschrijft zij wat vrouwen tegenkomen wanneer ze een door mannen gedomineerde omgeving betreden die niet voor hen is ontwikkeld. Laten we zeggen: een gemeenteraad. Zo’n omgeving is niet leeg, of neutraal, maar doordrenkt van geschiedenis en opvattingen, subtiele hints dat sommigen een natuurlijk recht hebben op die ruimte, anderen niet. Het is een mannelijk mijnenveld, waar vrouwen zich niet altijd prettig voelen of er zelfs niet eens in durven stappen.
Vergezocht? Niet volgens Liza Mügge van de Universiteit van Amsterdam (UvA), gespecialiseerd in politieke vertegenwoordiging en in diversiteitsvraagstukken. Mügge is een van de auteurs van de essaybundel Op weg naar een betere m/v-balans in politiek en bestuur die onlangs werd gepubliceerd door het ministerie van BZK en de UvA. Voor de provincie Noord-Holland schreef zij deze maand een column met de prikkelende kop ‘Meisjes’ en ‘lekkere wijven’: seksisme in de politiek. Mannelijke dominantie in de politiek, schrijft ze, gaat samen met een politieke cultuur waarin regels en normen gelden waarin vooral (witte) mannen goed gedijen en nadelig zijn voor vrouwen. Zo ook in Nederland. En in gemeenteraden.

Haantjesgedrag

Want als érgens vrouwen ondervertegenwoordigd zijn, dan is het daar. Sinds de Tweede Wereldoorlog lag het percentage vrouwen altijd lager dan dat in Provinciale Staten en de Tweede Kamer. Nog niet een derde van de raadsleden is vrouw. En als er al vrouwen op de deur kloppen, dan stuiten ze veelal op haantjesgedrag, wordt er al dan niet besmuikt om ze gelachen als ze iets inbrengen of er wordt gesuggereerd dat ze het niet snappen. Ook worden in sommige gemeenten regelmatig denigrerende opmerkingen gemaakt, zoals ‘Och leuk meisje’ of ‘Dit is een typische vrouwenopmerking’.
In haar column citeert Mügge collega-onderzoeker Maria Kranendonk: ‘Impliciet zeggen ze: “Omdat je een vrouw bent snap je het even niet, houd maar even je mond”. Een respondent (Kranendonk interviewde onder anderen vijftien vrouwelijke raadsleden, red.) werd tijdens een diner aangemerkt als “lekker hapje” of er werd gezegd: “Ze hadden nog een lekker wijf nodig in de fractie”.’

Alsof er iets raars binnenloopt en je er niet hoort

Femke

Mügge geeft een recent voorbeeld van een manier waarop vrouwen anders worden bejegend dan mannen. Als collega’s worden voorgesteld met ‘burgemeester A of B’ wordt de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, geïntroduceerd met ‘En daar zit Femke!’ Een voorbeeld van girling, een volwassen vrouw die als meisje wordt aangesproken. En dat, stelt Mügge, raakt de kern van een diepgeworteld seksisme. ‘Het burgemeestersambt is nog altijd een mannelijk domein. Ongeveer een kwart van de burgemeesters is vrouw en daarmee is het een positie die niet met vrouwen wordt geassocieerd. Door Halsema aan te spreken met haar voornaam wordt nog eens benadrukt dat zij anders is. Haar vrouwenlichaam past niet in het klassieke beeld van de burgemeester.’
Vrouwen in gemeenteraden, constateerde Kranendonk in haar onderzoek, hebben de ervaring dat ze net iets harder moeten werken om serieus genomen te worden – ‘alsof ze altijd al 2-0 achter staan’. Een van de respondenten verwoordde het zo: ‘Je wordt aangekeken alsof je op de publieksstoel gaat zitten, alsof er iets raars binnenloopt en je er niet hoort.’

Subtiele mechanismen

Het zijn patronen die niet typisch Nederlands zijn, of typisch voor de lokale politiek, zegt Mügge. ‘Ze passen in de patronen die internationaal onderzoek ook laat zien. En natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen en spelen andere kenmerken dan gender ook een rol. Onderzoeksresultaten zijn geen one size fits all. Maar wat je steeds weer ziet, zijn die heel subtiele mechanismen van uitsluiting, vaak een combinatie van kleine dingen. Wie gaan er samen koffiedrinken, wie gaan er wel of niet mee naar de borrel? De informele netwerken en de informatiestromen lopen vaak langs de lijnen van gender. Die uitsluitingsmechanismen zijn vaak niet bewust of boos bedoeld, maar daardoor zijn ze ook veel taaier.’

Jij hoort hier niet, dat je hier bent is een unicum

In Space Invaders beschrijft Puwar dit soort universele processen. Mügge: ‘Zoals het infantiliseren van vrouwelijke politici door ze “meisje” te noemen, ze te onderbreken of minder spreektijd te geven. Vrouwen zijn insider en tegelijkertijd outsider. Met hun lichaam zitten ze in de raad, maar er zijn mechanismen waardoor ze niet vol mee kunnen doen. En hoe meer en duidelijker ze zich uitspreken op een manier die anders is dan de norm, hoe harder de reactie van de omgeving om ze weer terug in het hok te duwen. Door ze bij de voornaam te noemen, of heel erg de kleding of de vrouwelijkheid te benadrukken. Door dat steeds te benoemen, zegt de omgeving eigenlijk: “Jij hoort hier niet, dat je hier bent is een unicum”.
Bij mannen wordt nooit iets gezegd over hun mannelijkheid of hun kleding, meent ze. ‘Ja, ooit heeft iemand gezegd dat Wouter Bos een lekker kontje heeft, maar dat is een van de weinige voorbeelden die ik me in de politiek kan herinneren.’

Steeds een vraagteken

Vlak de invloed van de media niet uit. Met een assistent-in-opleiding deed Mügge onderzoek naar de manier waarop kranten berichten over Kamerleden met een migratieachtergrond. Binnen die groep blijkt een duidelijk verschil te bestaan tussen mannen en vrouwen. Ze worden allemaal bestempeld als ‘anders’ vanwege hun migratieachtergrond, maar bij de mannen gaat het dan om een Marokkaanse Rotterdammer, of een Molukse Zeeuw. Mügge: ‘Door de combinatie met een lokale binding wordt de afkomst meteen geneutraliseerd. Vrouwen worden daarentegen in heel veel verschillende termen besproken: het land van herkomst, het vrouw zijn wordt continu benadrukt, soms de religie, maar ook het moederschap of de huidskleur. Die zijn op zó veel punten anders, en daar wordt steeds een vraagteken bij geplaatst: kán dat wel, een moeder die haar werk combineert met de kinderen? Zo’n vraag wordt zelden aan mannen gesteld.’
Ook is onderzocht hoe vaak de gender wordt benoemd. ‘Bij Jesse Klaver één keer: als de man van de toekomst, iemand die weet wat hij wil. De gender werd gekoppeld aan competenties, terwijl bij vrouwen altijd weer dat vraagteken bij competenties wordt geplaatst. Kunnen ze dat wel? Kunnen ze het combineren, hebben ze de ervaring wel, zijn ze wel loyaal genoeg?’

Verst plassen

Natuurlijk zijn er vrouwen die het seksisme aan de kaak stellen. ‘Marianne Thieme heeft zich daar heel vaak over uitgesproken’, zegt Mügge. ‘Over wat die mannen in de commissies aan het doen zijn, wie het verst kan plassen.’ Bij een debat voorafgaand aan de Provinciale Statenverkiezingen waren partijleiders Lilian Marijnissen en Marianne Thieme de enige vrouwen die aanwezig waren. In dat debat sprak Sybrand Buma Marijnissen aan als Marianne. Mügge: ‘Waarop Lilian Marijnissen zei: “Goh, er zijn twee dames aanwezig en meneer Buma raakt al in de war”. Dat is krap een jaar geleden. Toen Vlaanderen een vrouwelijk minister-president kreeg, kopte De Telegraaf: Kan een moeder wel een minister-president zijn? Dus dit soort denkbeelden is helaas nog altijd normaal.’

Ik geloof niet in een vrouwelijk perspectief op de samenleving

Mügge denkt dat het zeker goed zou zijn voor de politiek als meer vrouwen actief worden. Ze is dan ook blij met het initiatief van BZK-minister Kajsa Ollongren, die in juli vorig jaar aankondigde te streven naar een betere balans in de v/m-verhouding in het openbaar bestuur na de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en gemeenteraadsverkiezingen in 2022.
‘Ik zeg niet dat we een betere wereld krijgen wanneer vrouwen het in de politiek voor het zeggen hebben’, zegt Mügge. ‘Waar het om gaat is gelijkheid, gelijke kansen, die zijn er nu niet. Een andere verhouding kan wel andere stijlen met zich meebrengen, en andere onderwerpen. Maar ik geloof niet in een vrouwelijk perspectief op de samenleving. Als het gaat over de indeling van een woonwijk, zul je daar anders naar kijken wanneer je een tijd voor kinderen hebt gezorgd dan wanneer je die zorg voor kinderen niet hebt gehad. Dat heeft dan niet zozeer met de man-vrouwkwestie te maken, maar met wat iemands ervaringen zijn.’

Prijs

Vorig jaar vierde Nederland honderd jaar algemeen kiesrecht. Maar nog altijd wacht het op zijn eerste vrouwelijke premier. Mügge ziet echter licht aan het eind van de tunnel. ‘Vijf jaar geleden was er nog heel weinig activisme. Wat me veel hoop geeft en me optimistisch maakt, is dat ik nu ontzettend veel beweging zie, ook onder jonge vrouwen en onder vrouwen die zich voorheen hier niet over uitspraken en dat nu wel doen. Ik ben graag positief, dit is het momentum om iets te doen.’
Dat is een impliciete oproep aan politieke partijen, die straks gaan nadenken over hun kandidatenlijsten. Aan burgemeesters en raadsgriffiers, die programma’s kunnen aanbieden om vrouwen te interesseren voor de politiek en tegelijkertijd kunnen werken aan een andere cultuur in de raadzaal.
En aan gemeenten die een voorbeeld kunnen nemen aan de provincie Noord-Holland. Die reikt elk jaar de Ribbius Peletier-penning uit aan een rolmodel voor vrouwen in de politiek. De penning is vernoemd naar de vrouw die in de jaren voor en na de Tweede Wereldoorlog in Provinciale Staten zat, daarna nog Eerste Kamerlid en gedeputeerde werd en in 1958 als eerste vrouw, naast de koningin, lid werd van de Raad van State.
Ook al is het niet goed gesteld met de vrouwelijke vertegenwoordiging in gemeenteraden en colleges, vaak zijn met een beetje moeite wel lokale rolmodellen in de plaatselijke geschiedschrijving te vinden. Mügge, jurylid van de Ribbius Peletier-penning: ‘Prijzen kunnen belangrijk zijn om talent zichtbaar te maken, en het programma eromheen is een mooie aanleiding om het onderwerp op de lokale agenda te zetten.’

Reageren?

Herkent u zich in dit verhaal? Mail naar redactie@vngmagazine.nl