Nummer 2, 9 februari 2018

Auteur: Paul van der Zwan

Drie vragen aan … Michiel Uitdehaag, burgemeester Texel


In menig gemeente neemt het aantal fracties tijdens de raadsperiode toe. Afsplitsingen vormen de oorzaak. Texel verdeelt zijn vijftien raadszetels inmiddels over negen fracties. Daarmee is burgemeester Michiel Uitdehaag (D66) van Texel voorzitter van een van de meest versplinterde gemeenteraden.


Hoe werkbaar is het groot aantal fracties in de raad?

‘Tijdens de huidige raadsperiode hebben we één afsplitsing gehad: een raadslid van Texels Belang begon de eenmansfractie Eiland Belang. Dat ging in relatieve rust, de raad heeft daar verder niet veel van gemerkt. Texels Belang zit niet in de coalitie, dus die partij is ook niet nodig om aan een meerderheid te komen voor besluiten. Al die fracties moeten natuurlijk allemaal wel spreektijd krijgen in de raad, maar dat blijkt voor de vergaderorde geen probleem te zijn. In zijn algemeenheid is het veel belangrijker de motieven voor afsplitsing te duiden. Vaak ligt daaraan ontevredenheid ten grondslag over de koers van een partij; mensen denken het beter te kunnen en beginnen een eigen fractie. Of de onvrede ligt meer in de persoonlijke sfeer, bijvoorbeeld doordat mensen hun ambities niet kwijtkunnen in een fractie. In beide gevallen is er sprake van onbehagen. In Texel blijft dat ruim binnen de perken, waardoor het ook met die grote hoeveelheid fracties goed werkbaar is in de raad.’

In hoeverre heeft die versnippering invloed op het lokaal bestuur?

‘Die invloed is er eigenlijk niet. Op de eilanden komen lokaal bestuurders elkaar overal weer tegen, bij bijvoorbeeld de sportclub of de vereniging. Meer nog dan op het vasteland. Je moet samen weer door, dat beseft iedereen hier wel. Het scheelt dat echt scherpe politieke tegenstellingen hier momenteel ontbreken. Ik ben sinds eind 2015 burgemeester van Texel en sindsdien is het nog niet voorgekomen dat een collegebesluit alleen steun kreeg van de coalitiepartijen. Er was altijd minstens één oppositiepartij die voor stemde. Stel dat er meer sprake zou zijn van scherpe politieke randjes, dan zou de versnipperde raad wellicht meer reden zijn tot zorg.’

Zou er iets moeten worden gedaan om verspintering van raden tegen te gaan?

‘Er is onbehagen over de politiek, dat weten we allemaal. Niet alleen lokaal, maar ook landelijk. Wellicht is het huidige politieke stelsel niet wat velen willen. Dat onbehagen kun je zien als een maatschappelijk gegeven dat zich op meer terreinen manifesteert. Nemen we daar geen genoegen mee, dan moet er een discussie over het stelsel in gang worden gezet. Deze moet dan draaien om de vraag of het stelsel nog voldoet en hoe het eventueel anders kan. Voor die tijd de Kieswet veranderen door bijvoorbeeld een hogere kiesdrempel op te nemen of te bepalen dat iemand die uit een fractie stapt zijn zetel kwijt is, heeft geen enkele zin. Zoals het ook geen nut heeft om zonder systeemwijziging een gekozen burgemeester in te voeren. Dergelijke wijzigingen zijn mijns inziens weinig onderbouwde speldenprikjes, die het onbehagen echt niet zullen wegnemen.’