Nummer 5, 23 maart 2018
Tekst: Leo Mudde en Paul van der Zwan
Sinds de invoering van het dualisme worden raadsleden extra aangespoord de straat op te gaan en inwoners op te zoeken. Contact met burgers is cruciaal voor deze volksvertegenwoordigers. Deelname aan het verenigingsleven kan hen daarbij helpen.
Veel raadsleden combineren hun functie met een baan of andere bezigheden. Hun agenda is gauw gevuld met vergaderen en stukken lezen. Veel tijd voor contact met inwoners blijft er niet over. Geen wonder dat ruim de helft van de kiezers er niet in slaagt om minimaal één raadslid uit hun gemeente te noemen, zoals recentelijk bleek uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel. Onder jongeren ligt dat percentage zelfs op 64.
Het lidmaatschap van een vereniging brengt raadsleden in contact met inwoners. VNG Magazine vroeg twee raadsleden met wortels in het verenigingsleven naar hun bevindingen.
Mensen die er niet om vragen, zal ik nooit lastigvallen met politiek
Sander Zuyderwijk is sinds vier jaar fractievoorzitter van de VVD Westland en werkt voor een aannemingsmaatschappij. Druk zat, zou je zeggen, maar desondanks neemt hij ook deel aan het verenigingsleven. Zuyderwijk is voorzitter van Fancy Fair Naaldwijk, een samenwerking tussen de scouting en een parochie, en trainer/leider bij de jeugd van voetbalvereniging Westlandia.
Zuyderwijk heeft de fancy fair en de voetbalclub tevoren ingelicht toen hij vier jaar geleden raadslid werd. ‘Ze konden het accepteren of niet; sommige verenigingen willen op geen enkele manier te maken hebben met politiek.’ Bij Zuyderwijk hoeven ze daarvoor niet bang te zijn. ‘Ik dring me niet op. Mensen die er niet om vragen, zal ik nooit lastigvallen met politiek.’
Maar binnen de vereniging en de fancy fair weten velen wel dat Zuyderwijk raadslid is. ‘Ik verstop me uiteraard niet. Maar langzamerhand sijpelde het natuurlijk wel door en weten mensen me ook te vinden.’
Deskundige
Want Zuyderwijk wordt gezien als deskundige in gemeentepolitiek. Mensen benaderen hem in die hoedanigheid. ‘Ze zeggen bijvoorbeeld dat er iets is met een weg bij hen in de buurt of ze vragen waarom er op een bepaalde plek woningen worden gebouwd. Dan geef ik daar een toelichting op.’
Zuyderwijk hoort geregeld zaken waar hij niet zo snel weet van zou hebben als hij geen verenigingslid was. Hij noemt als voorbeeld de parkeervoorziening van het sportpark in Naaldwijk. ‘Ik hoorde regelmatig klachten over de verkeersveiligheid daar. Ik ben gaan kijken en zag dat die klachten gegrond waren.’ Hij heeft het vervolgens aangekaart bij de gemeente. ‘Na een jaar zijn maatregelen genomen en is de parkeerplek een stuk veiliger.’
Er zijn ook Westlanders die Zuyderwijk met meer persoonlijke zaken benaderen, die hebben vaak te maken met hun woonsituatie. ‘Dan maak ik een aparte afspraak met hen om erover te praten. Dat gebeurt één of twee keer per maand.’
Zijn betrokkenheid met het verenigingsleven maakt het voor Zuyderwijk makkelijker om zijn werk als raadslid te doen. ‘Raadsvoorstellen en collegeplannen bestaan uit “koude” tekst. Wat ik bij onder meer verenigingen hoor, is extra informatie met weer andere invalshoeken. Die blijken goed van pas te komen.’
Zuyderwijk beschouwt zijn bereikbaarheid bij de fancy fair en de voetbalvereniging als informele spreekuren. ‘Je staat er met je voeten in de maatschappelijke klei.’ Deelname aan verenigingen, heeft naar zijn zeggen vooral voordelen voor raadsleden. ‘Je kunt feedback uit de samenleving gebruiken om betere besluiten te maken en je hebt meer mogelijkheden om gemeentelijke besluiten uit te leggen aan inwoners.’ Er is echter ook een nadeel: ‘Dat is het tijdsbeslag, want hoewel het meer dan de moeite waard is, kost het wel erg veel tijd.’
Zuyderwijk blijft zich in de komende raadsperiode daarom maatschappelijk inzetten. Hij adviseert dat ook andere raadsleden. ‘Mits hun agenda het toelaat natuurlijk.’ Hij heeft nog wel tip voor hen: ‘Zeg eerlijk hoe je partij en jijzelf ertegen aankijken. Ga bij een meningsverschil in discussie, maar wees eerlijk, en praat mensen in hun gezicht niet naar de mond.’
Ik hoor op de club wat er speelt in de buurt
‘Absoluut!’ Lang hoeft hij niet te twijfelen over een antwoord op de vraag, of het lidmaatschap van een plaatselijke vereniging een meerwaarde heeft voor zijn werk als raadslid. Pieter van Dueren den Hollander, sinds 2015 raadslid in Aalburg voor de ChristenUnie, voetbalt, fluit en is teamleider bij GDC, de Genderen Drongelen Combinatie in Eethen. Daarnaast is hij trainer bij schaats- en trainingsclub De IJsvrienden in Wijk en Aalburg, volgens de eigen website ‘De gezelligste club van Brabant’.
Gezellig is het zeker bij de verenigingen, zegt Van Dueren den Hollander. Nu even niet overigens, want hij heeft bij het voetballen zijn knie gebroken. Maar los daarvan: hij kan ieder raadslid aanraden ook actief te zijn bij een vereniging.
‘Vooral omdat het energie geeft. Ik sport omdat ik wil werken aan een gezond lichaam en een gezonde geest. Maar ook omdat ik het belangrijk vind om contact te hebben met de omgeving, buiten mijn eigen straat of kennissenkring.’
Gewoon Pieter
Actief meedoen aan het verenigingsleven is goed voor de zichtbaarheid van een raadslid. ‘Het is heel makkelijk om op het veld of in de kantine mensen aan te spreken en andersom, mensen komen naar mij toe. Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik in de raad zit, integendeel. Als raadslid wil ik me heel open en transparant opstellen, daar hoort bij dat iedereen mij kan aanspreken. Het zijn voor mij geen gescheiden werelden, ik ben niet Pieter het raadslid, of Pieter de schaatstrainer, maar gewoon Pieter.’
In de ‘derde helft’ hoort Van Dueren den Hollander dingen die hij anders niet zou horen. ‘En dan gaat het echt niet alleen over politiek. Als mensen persoonlijk ergens mee zitten, komen ze ook naar me toe. Zo weet ik wat er speelt. Niet alleen in mijn eigen politieke of persoonlijke bubbel. Het mooie van een sportvereniging is dat het een doorsnee van de samenleving is. Onderwijzer, notaris, metselaar, tandarts, ondernemer, je komt er iedereen tegen. Die contacten verbreden mijn blik op de samenleving, dat is erg prettig. Ik hoor op de club wat er speelt in de buurt.’ Eigenlijk zijn de gesprekken ‘informele spreekuren’. Dat hij voor de ChristenUnie in de raad zit, maakt niet uit. ‘De mensen van de vereniging zijn allemaal inwoners van deze gemeente, voor hen zit ik in de raad.’
Pettenprobleem
Bestuurslid bij een van de plaatselijke verenigingen is Van Dueren den Hollander niet. Dat voorkomt een ‘pettenprobleem’ in de raad; mocht er een voorstel voor een kunstgrasveld voor GDC op de agenda staan, dan hoeft hij niet de raadzaal te verlaten omdat er sprake is van belangenverstrengeling.
Hij kan ieder raadslid aanraden ook maatschappelijk actief te zijn buiten de raad. ‘Het levert zoveel op, aan contacten en informatie. En het zorgt voor een veel breder perspectief op onderwerpen. Je hoeft niet sportief te zijn hoor, vrijwilligerswerk in een buurthuis of op school is net zo belangrijk en waardevol.’