NB De TONK is per 1 oktober 2021 beëindigd.
De regeling Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) is (met terugwerkende kracht) in werking getreden op 1 januari en liep in eerste instantie tot en met 30 juni 2021. Daarna is de TONK verlengd tot en met 30 september 2021. Het kabinet stelde voor de gehele periode € 260 miljoen beschikbaar.
De VNG, Divosa en diverse gemeenten hebben een handreiking ontwikkeld voor gemeenten ter ondersteuning van de lokale implementatie.
- Lees meer over de Handreiking uitvoering TONK door gemeenten
- Lees de vragen en antwoorden over de TONK
- Aanvullende ondersteuning bij TONK vanuit Divosa (website Divosa)
Zowel de eerste als de tweede tranche werden verdeeld volgens de maatstaven van het subcluster minimabeleid in het cluster Inkomen en Participatie. De tweede tranche met de resterende beschikbaar gestelde middelen (€195 miljoen) was in de septembercirculaire van het gemeentefonds opgenomen. De eerste tranche aan TONK middelen (€65 miljoen) is eerder al via het gemeentefonds aan gemeenten beschikbaar gesteld.
Voor wie was de TONK
De TONK was bedoeld voor huishoudens die door de coronasituatie te maken kregen met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen, en die daardoor noodzakelijke kosten niet meer konden voldoen en waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas boden.
Dat gold bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verloren en geen recht (meer) hadden op een uitkering, of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zagen verdwijnen maar geen aanspraak op de Tozo konden maken. Maar ook burgers die al in 2020 ingestroomd zijn in een uitkering (WW, bijstand of Tozo) vanwege de coronacrisis, maar voor wie de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen, kwamen in aanmerking voor de TONK. De TONK kon dan voorzien in (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten.