Gemeenten willen kennis delen en experimenteren

Op 29 januari 2019 spraken een kleine honderd wethouders, burgemeesters, gemeentesecretarissen, raadsleden en griffiers uit Noord-Brabant over thema’s die niet mogen ontbreken in de Meerjarenvisie Gemeenten 2020-2024.

‘Als eerste overheid staan we dichtbij inwoners en weten we wat ze bezighoudt. Fijn dat er vanavond zoveel raadsleden aanwezig zijn, die de signalen uit hun omgeving kunnen uitdragen.’ Met deze woorden  opent Marieke Moorman, voorzitter van de Vereniging Brabantse Gemeenten en burgemeester van Bernheze de bijeenkomst.

Gespreksleider Peter van der Geer peilt met welke intentie mensen naar ’s-Hertogenbosch zijn gekomen. Kees van Geffen, wethouder uit Oss, wil graag praten over de inclusieve samenleving. Gerard Bruijniks, wethouder uit Loon op Zand, zoekt in zijn gemeente - waar de Efteling is gevestigd - een balans tussen de wens van bedrijven en inwoners. ‘Daarnaast wil ik de groene omgeving graag groen houden.’

Wim Hillenaar, burgemeester van Cuijk, wil het vanavond graag hebben over de informatiesamenleving. ‘Als we dat onderwerp niet oppakken, vrees ik dat het een zaak wordt van techneuten.’ Ook zijn er voor het eerst een paar ambtenaren van de Provincie aanwezig bij een bijeenkomst over de Meerjarenvisie. Ze worden van harte welkom geheten. Moorman: ‘Na de verkiezingen gaan we graag om tafel met het nieuwe Provinciebestuur.’

Jantine Kriens, algemeen directeur van de VNG, spreekt haar waardering uit voor de fijne samenwerking met de afdeling Noord-Brabant. ‘Vanavond ga ik op zoek naar hetgeen we met elkaar delen. Voor welke zaken hebben jullie de vereniging nodig?’

Kriens stipt de energietransitie aan, waar gemeenten de komende jaren mee te maken krijgen. ‘De schaarse ruimte moeten we gaan benutten om op alternatieve manieren energie op te wekken. Dat doen we niet alleen voor het klimaat, maar ook uit solidariteit met Groningen.’

In het gesprek gaat Kriens op zoek naar rode draden, zaken die volgens Noord-Brabantse gemeenten niet mogen ontbreken in de Meerjarenvisie Gemeenten 2020-2024.

Jantine Kriens tijdens bijeenkomst in Noord-Brabant voor de Verenigingsstrategie Gemeenten 2024

Jantine Kriens, algemeen directeur VNG

Informatiesamenleving

De deelnemers gaan uiteen in drie verschillende deelsessies: over de informatiesamenleving, de inclusieve samenleving en de veranderende samenleving. Onder leiding van Gerard Bruijniks, wethouder in Loon op Zand en lid van de VNG-commissie Informatiesamenleving en VNG-medewerker Hans Versteeg, wisselen de deelnemers van gedachten over bestuur, inwoners, big data, privacy en ‘waarden’.

Het gesprek gaat over steden versus dorpen die snel internet willen door glasvezel. Wie doet wat? Ook komt aan de orde dat er een tweedeling ontstaat, tussen inwoners die meekomen met digitale ontwikkelingen en mensen die afhaken. Een raadslid pleit voor cursussen digitale vaardigheden voor 75-plussers.

Wie gaat er eigenlijk over data en gegevens van inwoners? In het ‘Amerikaanse model’ wordt dat aan de markt overgelaten, in het ‘Chinese model’ wordt alles bepaald door de overheid. Hoe vinden gemeenten hun weg tussen deze twee uitersten? De gemeente beschikt over veel persoonlijke gegevens van inwoners.

‘Bewaren is één ding. Maar zorg er ook voor dat gemeenten op een goede manier omgaan met deze gegevens. Menselijk gedrag is daarbij de zwakste schakel. Hoe beveiligen we data op de juiste manier’, vraagt een deelnemer.

Waar de aanwezigen het over eens zijn: de gemeente - of in ieder geval de overheid - moet regie voeren op persoonlijke gegevens en niet een bedrijf. Burgemeester Hillenaar: ‘Gemeenten pleiten niet voor autonomie. We vragen de VNG om goede standaarden.’

Jantine Kriens vertelt dat het ontwikkelen van standaarden gebeurt in samenwerking met gemeenten. ‘Onder de noemer ‘samen organiseren’ werken we aan een Common Ground: één gemeenschappelijke ICT-voorziening. Dit gebeurt samen met gemeentesecretarissen en deskundigen uit gemeenten, in plaats van externe ict’ers.

‘We bouwen niet in één keer een ideale versie, maar bouwen het systeem organisch op. In vier maanden tijd zijn de eerste werkende deelresultaten al opgeleverd. Op dit moment hebben we al een ‘skateboard’ ontwikkeld, dat moet langzamerhand een ‘fiets’ worden en daarna een ‘auto’.   

Inclusieve samenleving

De sessie over de inclusieve samenleving, die wordt begeleid door Lars van der Beek, wethouder Woensdrecht en lid van de VNG-commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie, en VNG-medewerker Rienk Janssens trekt veel raadsleden die zich bezighouden met het sociaal domein.

Van der Beek bespreekt eerst het doel van de inclusieve samenleving: dat inwoners zo volledig en volwaardig mogelijk deelnemen in de maatschappij. ‘Laat ‘mogelijk’ maar weg’, zegt een raadslid. ‘Wat is ‘onvolwaardig’ deelnemen aan de samenleving’, merkt een ander op.

Het gesprek komt al gauw op de tweedeling, tussen mensen die kunnen meekomen en mensen die thuis op de bank zitten. ‘Leg de lat wat lager, zodat meer mensen kunnen meedoen’, zegt Bea de Jongste, raadslid uit Waalwijk. Ook moeten we statushouders niet vergeten: voor hen is het vinden van werk – de beste manier om te participeren - echt moeilijk.’ Ondanks de hoogconjunctuur zijn er nog veel mensen buitengesloten. De overheid geeft volgens de aanwezigen nog niet het goede voorbeeld als het gaat om het creëren van banen.

Verder ontstaat er een tweedeling op het gebied van gezondheid: uit een recent rapport blijkt dat arme mensen gemiddeld minder gezonde levensjaren hebben. ‘Ga in gesprek met de mensen die het betreft en praat niet over ze. Beschouw mensen niet als cliënten, maar als inwoners’, merkt een deelnemer op. ‘Mensen in hokjes plaatsen is niet goed. We hoeven niet allemaal ‘zo’ te worden. Iedereen is anders. Als gemeente is het onze taak om voor goede basisvoorzieningen te zorgen.’

Bad practices

Uiteraard gaat het gesprek ook over financiën; sinds de decentralisaties kampen gemeenten met tekorten in het sociaal domein. ‘Gemeenten weten beter wat er achter de voordeur speelt. Dat zou uiteindelijk moeten leiden tot goedkopere zorg. Maar tot op heden is dat niet gelukt. De groep jeugdigen die ondersteuning krijgt, neemt toe. En de groep die duurdere hulp krijgt, neemt niet af.

Hoe komt het dat het aantal zorgvragen toeneemt’, vraagt Miriam Haagh, wethouder in Breda zich af. Een wethouder merkt op dat hij graag zou willen experimenteren. ‘Maar zodra ik dat doe, kijkt het Rijk mee, stelt de Tweede Kamer vragen en schieten we weer in een regelreflex. Kan de VNG ervoor zorgen dat gemeenten meer ruimte krijgen?’

De vraag rijst welke onderwerpen gemeenten lokaal oppakken, wat in regionaal verband en wat landelijk. Op welk gebied willen gemeenten autonomie, waar kun je solidair zijn en samenwerken op het gebied van beschermd wonen, specialistische jeugdzorg en maatschappelijke opvang? De VNG zou goede voorbeelden kunnen delen. Wethouder Haagh: ‘Zet niet alleen de koplopers in het zonnetje, maar deel ook de 'bad practices'. 

Ruimte voor experimenten

De derde sessie gaat over de veranderende samenleving. Onder leiding van Caspar Rutten, raadslid te Breda en lid van het VNG-bestuur en VNG-medewerker Jornt van Zuylen praten de deelnemers over democratie, bewonersinitiatieven, de positie van de ambtenaar en de rol van college en raad. Hoe ziet de toekomst van het bestuur eruit? ‘We constateren dat het ingewikkeld is om inwoners naar de stembus te krijgen. Wat gaan we daaraan doen?’

De aanwezigen pleiten voor doorontwikkeling van de democratie en meer ruimte voor experimenten, zoals het onderzoeken van de stemplicht. ‘De groep afhakers is te groot. Stemmen mag niet meer vrijblijvend zijn.’ Het gesprek gaat over het bereiken van inwoners, die zich niet laten horen. Een jong raadslid oppert dat je inwoners niet persoonlijk hoeft te spreken, maar ze ook digitaal kunt betrekken. ‘Maar zelfs dan hoor je altijd dezelfde mensen’, reageert een ander. ‘Soms is het nodig om gewoon aan te bellen.’

Kriens vraagt of het Huis van Thorbecke niet al lang is versleten. ‘Is er niet meer nodig? Als de gemeentelijke herindeling zo doorgaat, houden we straks nog maar één gemeente over.’ Burgemeester Hillenaar is bang dat er zo’n vernieuwingsdrang ontstaat dat we niet in de gaten hebben wat voor moois we hebben. ‘Laten we zuinig zijn op de representatieve democratie. Gooi oude schoenen pas weg, als je nieuwe hebt.’

Kriens vat de avond samen, waarin vele onderwerpen de revue passeerden. ‘Jullie vragen om kennisdeling, om het mogelijk maken van experimenten en koesteren de democratische rechtsstaat.’ Ook heeft Kriens gezien dat verschillende vraagstukken in samenhang kunnen worden aangepakt, zoals de agrarische sector die onder druk staat, ondermijning, asbestsanering en het opwekken van zonne-energie. ‘Weilanden opkopen om er zonneparken van te maken is lucratief, opkopers hebben niet altijd goede bedoelingen. Hier is meer gemeentelijke regie gewenst, zodat we deze verschillende opgaven in samenhang kunnen oplossen.’

Tot slot ontstaat het idee om een ontwerp voor Nederland te maken, een landkaart met daarop de gewenste ontwikkeling. Kriens ziet dat wel zitten: ‘Als VNG hebben we het overzicht om een integraal plaatje neer te zetten.’

Interviews met deelnemers

Gericht kennisdelen werkt

Frank van Raak is wethouder in Alphen-Chaam

Frank van Raak, wethouder in Alphen-Chaam, tijdens bijeenkomst in Noord-Brabant voor de Verenigingsstrategie Gemeenten 2024

‘Kennisdelen is leuk, maar zorg ervoor dat niet alleen grote gemeenten daar iets aan hebben, het moet ook relevant zijn voor kleine gemeenten. Gericht kennisdelen werkt wel. Laatst was ik op een bijeenkomst voor gemeenten die jaarlijks meer dan 150 kilo restafval per inwoner hebben. Dat was erg nuttig.

Ik merk dat we bij de gemeente worden beheerst door de waan van de dag. Hoe kan de VNG helpen bij het schetsen van vergezichten? Er zijn zoveel ontwikkelingen, ik heb behoefte aan een langetermijnvisie die verder dan vijf jaar vooruit kijkt. De plank misslaan, mag best.’

Leg in bouwbesluit vast dat álle gebouwen toegankelijk zijn

Bea de Jongste is raadslid in Waalwijk

‘Deze bijeenkomst over de inclusieve samenleving is georganiseerd in een prachtig hotel, maar met mijn aangepaste auto kom ik niet zelf binnen. Zorg ervoor dat iedereen kan meedoen! Kan de VNG ervoor zorgen dat er in bouwbesluiten staat dat woningen en voorzieningen toegankelijk moeten zijn voor iedereen? Ik kan in mijn eigen huis wel extra brede deuren hebben, maar als ik koffie wil drinken bij de buren, kan ik daar met mijn rolstoel niet naar binnen. Als je levensloopbestendig bouwt, gebruik dan maten en groottes zodat gebouwen voor iedereen toegankelijk zijn. Kan ik ergens wel of niet naartoe? Altijd moet ik me afvragen of er bijvoorbeeld een aangepast toilet in de buurt is.’