De kracht van Groningen en van de Groningers

Groningen is de laatste provincie die de VNG aandoet om te horen welke thema’s een plaats verdienen in de Meerjarenvisie Gemeenten 2020-2024. Deze bijeenkomst op 28 februari 2019 heeft een iets andere opzet: ook vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties nemen het woord.

Wat beweegt Groningen? Na het welkomstwoord van Koos Wiersma, voorzitter van de Vereniging van Groninger Gemeenten en waarnemend burgemeester van Westerkwartier, blijkt al gauw dat de bevingsproblematiek nog aan de orde van de dag is.

Gespreksleider Peter van der Geer doet een zaalpeiling waarin naar voren komt dat sommige gemeenten ‘een molensteen om hun nek’ dragen. Niet alleen hebben veel huizen schade, ook moet een groot deel van de gebouwen worden versterkt omwille van de veiligheid.

Ambtenaren hebben hun handen vol aan de problemen in hun eigen gemeente, wat niet bevorderlijk is voor de verbinding tussen gemeenten onderling. ‘De neuzen zouden meer dezelfde kant op kunnen.’ Daarnaast kampen ook de Groningse gemeenten, net als elders, met tekorten in het sociaal domein.  

Groningen is de laatste provincie die Jantine Kriens, algemeen directeur van de VNG, bezoekt in het kader van de Meerjarenvisie Gemeenten 2020-2024. Grote vraagstukken kwamen voorbij tijdens haar ronde langs de provincies, zoals de financiële positie van gemeenten en de tekorten in de jeugdzorg. ‘Waarop kunnen gemeenten sturen zodat ze de goede dingen doen? Wat kunnen gemeenten individueel, wat in de regio en wat collectief op het niveau van de vereniging?’

Kriens vertelt dat de VNG in 1912 (vandaag precies 107 jaar geleden) werd opgericht omdat het goedkoper was om samen steenkolen in te kopen. Tegenwoordig is het bijvoorbeeld telefonie die gezamenlijk wordt aanbesteed. ‘Maar,’ zegt Kriens, ‘de kracht komt niet uit Den Haag, maar van de leden.’

De kracht van Groningen

Geert Sanders, emeritus hoogleraar organisatiecultuur en verandermanagement, vertelt over de kracht van Groningen. ‘Dwarsdenkers en kantelaars’ uit de provincie hebben verschillende transitiepaden benoemd waarmee ze aan de slag willen: Groningen aantrekkelijk, Groningen vitaal, Groningen werkt en Groningen compleet.

Kern van de nieuwe werkwijze: samen nieuwe antwoorden vinden op krimp, vergrijzing, de leefbaarheid van kleine kernen en anticiperen op verduurzaming. ‘Niet beperkingen maar mogelijkheden staan voorop’, vertelt Sanders.

Inwoners van het bevingsgebied zochten kennis en expertise zodat ze het heft in eigen handen kunnen nemen. In plaats van te vervallen in apathie, cynisme en hulpeloosheid kwamen inwoners zelf met voorstellen om toekomstbestendig wonen mogelijk te maken in hun dorpen. Sanders: ‘Veiligheid en vertrouwen kunnen we alleen herstellen als we werken vanuit de gedupeerden en het opdrachtgeverschap bij de eigenaren leggen.’

Sanders pleit voor een integrale aanpak van schadeherstel en versterking. ‘Laat het Rijk de opdracht voor schadeherstel overdragen aan provincie en gemeenten en zorg voor ruimhartige vergoedingen, publiek gefinancierde regelingen zonder bureaucratie, zodat er voldoende geld voor is.’
   
Een deelnemer mist in dit verhaal de kracht van Groningers an sich. ‘Dag en nacht worden we geconfronteerd met ellende, toch blijven we overeind staan.’ Veel woningen in Appingedam hebben bevingsschade of moeten worden versterkt. ‘Schadeherstel en versterking bij elkaar brengen is lastig omdat voor beide zaken andere procedures gelden’, vertelt wethouder Annalies Usmany-Dallinga uit Appingedam uit eigen ervaring. ‘Het is een complexe opdracht om het goed te doen voor alle inwoners.’

Een andere deelnemer merkt op dat het essentieel is om inwoners mee te laten nadenken over oplossingen, maar dat het Rijk deze gebiedsgerichte aanpak de nek heeft omgedraaid. ‘Kaders zijn nodig, zodat inwoners weten binnen welke speelruimte ze kunnen meedenken.’

De VNG is op bezoek geweest in de kern van het bevingsgebied. ‘Het zou fijn zijn als de VNG ons ondersteunt richting het Rijk. Ga achter Groningen staan, we zitten diep in de problemen.’

Natuur onderdeel dagelijks leven

Marco Glastra, directeur van het Groninger Landschap roept de gemeenten op om hun verantwoordelijkheid te pakken als het gaat over natuur, landschap en erfgoed. ‘Waar je in de Randstad de natuur in het weekend opzoekt, is natuur in Groningen onderdeel van het dagelijks leven en van onze identiteit.’ Groningse boeren en waterschappen hebben een functioneel landschap ontworpen. Daar moeten we volgens Glastra bewust mee omgaan.

Daarmee bedoelt de directeur niet dat het landschap zo moet blijven als het is. ‘Het landschap mag zich wel ontwikkelen, maar beschouw het als een cruciaal onderdeel van de leefomgeving en niet als sluitstuk van de begroting.’ Glastra wil geld voor beheer en onderhoud (kosten: 4 euro per inwoner per jaar), actieve ondersteuning van eigenaren en natuureducatie voor jeugd.

Ook formuleert hij een aantal nieuwe opgaven: klimaatadaptatie als gevolg van zeespiegelstijging, extreme wateroverlast, droogte en hitte; energietransitie en natuur-inclusieve landbouw. Hiermee doelt hij op de omslag die boeren maken van schaalvergroting en intensivering naar kringloop en natuur-inclusieve landbouw.

Alma den Hertog van LTO vertelt dat 80 procent van het Groninger grondgebied een agrarische bestemming heeft. ‘Dat is uniek. We staan voor een sectorale, integrale aanpak. Wat de energietransitie betreft betekent dit dat landbouw een deel is van de oplossing.

Plaats niet zomaar zonnepanelen op landbouwgrond, maar gebruik eerst de daken van boerderijen. En koppel deze ingreep aan het asbestvraagstuk. Mooi is een subjectief begrip, soms moeten we rationeel naar het landschap kijken om tot oplossingen te komen.’

  

Gebiedscoöperatie Westerkwartier

Tot slot is het woord aan Hans Bergsma, directeur Gebiedscoöperatie Westerkwartier. Verschillende partijen zijn onderdeel van deze netwerkorganisatie waarin vijf O’s samenkomen: ondernemers, onderwijs, onderzoek, overheid en omgeving – de inwoners.

Partijen als Staatsbosbeheer, woningcorporatie Wold & Waard en de Rabobank werken samen aan een betere regio. Met succes, want de gebiedscoöperatie won prijzen voor de meest innovatieve manier van gebiedsontwikkeling. ‘Van puur economisch gaan we naar een economisch-maatschappelijk perspectief, samen gaan we voor één doel.’ Er worden nieuwe ketens opgebouwd, bijvoorbeeld rond de oprichting van een CO2-neutrale maaltijdfabriek, wat een nieuw verdienmodel blijkt te zijn voor boeren.

De gebiedscoöperatie heeft een gebiedsagenda opgesteld en gevraagd wie waaraan wil meedoen. Ook studenten van de universiteit denken mee.’, vertelt Bergsma. Het volgende onderwerp waarover de coöperatie zich gaat buigen is de energietransitie. ‘30 procent van de inwoners zit aan het maximum van wat ze kunnen betalen en kunnen het verduurzamen van hun woning niet betalen.

Als we niet op een andere manier naar dit vraagstuk kijken, dan zit een derde van de inwoners potentieel in de ellende.’ De aanpak van de coöperatie - dwars door organisaties heen - is zo succesvol dat er inmiddels een eigen lectoraat is: duurzaam coöperatief ondernemen.

Volgens Jantine Kriens is de cirkel rond. ‘Gemeenten zijn ook op deze manier ontstaan. Op het marktplein bedachten inwoners dat het handiger is om dingen samen te doen. Nu hebben we 355 gemeenten en dat aantal zal nog verder dalen. Eigenlijk heeft de gebiedscoöperatie een soort nieuwe gemeente opgericht.’

Volgens Kriens moeten we verkennen hoe de nieuwe verhoudingen zijn tussen ondernemers die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en de gemeente. Ook vraagt ze zich af hoe gemeenten de integrale aanpak nog beter kunnen borgen.’

Bijeenkomst in Groningen voor de Verenigingsstrategie Gemeenten 2024

Innovatieve ouderenzorg

Welke andere zaken willen de Groningers nog aan de VNG meegeven? ‘Ik pleit voor een betere bereikbaarheid. De spoorlijn van Stadskanaal naar Veendam waarover we nu spreken, is er misschien pas over twintig jaar.

Procedures duren veel te lang’, zegt een raadslid. Een ander maakt zich zorgen over de gezondheidszorg in dit gebied. ‘In Stadskanaal moeten we innovatieve oplossingen vinden voor ouderenzorg. De VNG zou daar een coördinerende rol in kunnen spelen.’

Het opnemen van de global goals in de Meerjarenvisie passeert de revue en tot slot oppert iemand om alle gemeenten op te heffen en overal coöperaties van te maken. ‘Structuuroplossingen werken nooit als je al moeite hebt met samenwerken’, reageert Kriens op dit wilde voorstel. ‘Besturen blijft mensenwerk’, concludeert ze. ‘Ik kom in het lokaal bestuur honderden mensen tegen die het verschil maken.’   

Interviews met deelnemers

Investeringsimpuls om economische positie te versterken

René Stayen, raadslid gemeente Groningen

‘Het percentage werklozen is hoog, vooral onder laaggeschoolden. Ik maak me zorgen als ik naar de toekomst kijk, want voor deze mensen zijn er steeds minder banen. In de Eemshaven is plek zat voor bedrijven, er is energie en er is personeel. Maar buitenlandse bedrijven durven zich hier niet te vestigen. Kan er niet een investeringsimpuls komen zodat ondernemers het toch aandurven? Verhuizen naar een andere regio om daar te werken kan niet, want wie wil er nu een huis kopen in het bevingsgebied? Veel mensen zitten gevangen in hun eigen huis. De economische positie van deze regio moet worden versterkt.’

70 Procent van de gebouwen heeft schade of moet worden versterkt

Anno Wietze Hiemstra, burgemeester Appingedam

‘Minister Wiebes heeft een jaar geleden geroepen dat de gasvoorziening naar nul moet. Waarschijnlijk denkt de rest van Nederland dat het probleem nu is opgelost. Maar er is sindsdien niets veranderd. 70 procent van de huizen, zorginstellingen en scholen heeft schade door de bevingen of moet worden versterkt zodat bewoners bij een beving van 5 op de schaal van Richter binnen 5 minuten veilig kunnen vluchten. In een kwart van alle gevallen is sloop en nieuwbouw goedkoper dan versterking. Mijn ambtenaren hebben er een dagtaak aan. Kan de VNG er elk jaar een paar gemeenten uitlichten, die extra steun nodig hebben? Ik hoop op solidariteit van andere gemeenten.’