In 2020 richtte de VNG zich vooral op het ondersteunen van gemeenten in de uitvoering van het Klimaatakkoord in de volle breedte en het op orde krijgen van de randvoorwaarden. De focus ligt hierbij op:

  • Vertaling van de uitkomsten van het artikel 2-onderzoek Financiële-verhoudingswet naar de uitvoeringslasten in toereikende financiële randvoorwaarden voor gemeenten. 
  • Voldoende borging van de haalbaarheid en betaalbaarheid voor de samenleving op basis van onder meer het onderzoek naar de mate, spreiding en clustering van woonlastenneutraliteit bij verschillende woningtypen en warmteoplossingen.
  • Goede afspraken over collectieve warmte, waarbij we waar zinvol komen tot nieuwe warmtesystemen. Onder andere door het wegnemen van financiële belemmeringen waar gemeenten nu tegenaan lopen bij de aanleg van warmtenetten.

Over de 5 essentiële thema’s in het Klimaatakkoord zijn de volgende afspraken gemaakt: 

  1. Regionale Energiestrategieën (RES) en Route 35
  2. Aardgasvrije Wijken
  3. Onderzoek naar de uitvoeringslasten (artikel 2 Financiële-verhoudingswet)
  4. Woonlastenneutraliteit
  5. Wetgevingsagenda en Warmtewet

1. Regionale Energiestrategieën (RES) en Route 35 

Gemeenten hebben in het Klimaatakkoord afgesproken om met provincies, waterschappen, Rijk en maatschappelijk partners te werken aan Regionale Energiestrategieën (RES). Deze samenwerkingsvorm is ingebracht door de decentrale overheden zelf, die in de Investeringsagenda hebben afgesproken te streven naar 35 terawattuur (TWh) aan hernieuwbare energie-opwek in 2030. Het betreft een traject dat van onderop wordt vormgegeven en waarin de regio’s worden ondersteund door het Nationaal Programma RES (NP RES). 

De bestuurlijk vastgestelde concept-RES kon tot 1 oktober 2020 worden aangeleverd. De datum voor het opleveren van de RES 1.0 is gewijzigd van 1 maart 2021 in 1 juli 2021. Na het opleveren van de concept-RES’en toetst het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de uitkomsten en berekent of de doelstelling in zicht is.

De primaire verantwoordelijkheid voor de RES’en en het behalen van de doelstellingen ligt bij de RES-regio’s. Daarnaast is afgesproken dat de decentrale overheden samen een verdeelsystematiek inrichten als zich onverhoopt de situatie voordoet dat de RES’en onvoldoende opleveren en de doelstelling via de RES niet gehaald wordt. De verantwoordelijkheid van provincies, gemeenten en waterschappen om via dit proces de doelstelling van 35 TWh te behalen is Route 35 genoemd en is slechts een ‘plan B’, uitgangspunt is dat we de ambities gezamenlijk waarmaken. 

Het VNG-bestuur heeft in maart 2020 de eerste contouren van Route 35 vastgesteld. En het bestuur stelde in mei 2020 de kaders van de besluitvorming en de VNG-leden voor een expertcommissie vast. Deze commissie besloot vervolgens over de details van Route 35. Het besluitvormingstraject is zo ingericht dat de VNG, Interprovinciaal Overleg (IPO) en Unie van Waterschappen (UvW) gelijktijdig en gelijkwaardig opereren en dat besluitvorming zoveel mogelijk simultaan plaatsvindt. 

2. Aardgasvrije wijken

In het interbestuurlijke Programma Aardgasvrije Wijken (PAW – bestaande uit de VNG, IPO, UvW, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ministerie van Economische Zaken en Klimaat) zijn in 2019 middelen gehonoreerd aan 27 proeftuinwijken. Naast de proeftuinen heeft het programma ook een Kennis- en Leerprogramma waarvoor de VNG verantwoordelijk is. Hierin worden gemeenten gefaciliteerd om hun ervaringen en lessen te delen en nieuwe kennis op te doen. In de proeftuinen leren we ook wat er nodig is om de benodigde randvoorwaarden, zoals woonlastenneutraliteit, op orde te krijgen.

Gelieerd aan het thema ‘aardgasvrije wijken’ is de Sectorale Routekaart Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed. De routekaart brengt in beeld waar gemeenten nu staan met de verduurzaming van het eigen maatschappelijk vastgoed, ruim 36.000 gebouwen, en bevat de aanpak op hoofdlijnen om dit in een periode van 30 jaar kosteneffectief en op natuurlijke momenten CO2-arm te maken. Hierbij wordt ook ingegaan op de (additionele) investeringen. 

Het VNG-bestuur heeft de Sectorale Routekaart Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed vastgesteld. Daarnaast heeft het bestuur besloten de Sectorale Routekaart van het Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) te ondertekenen en hierin samen te werken met de PO-raad en VO-raad. 

3. Onderzoek naar de uitvoeringslasten (artikel 2 Financiële-verhoudingswet) 

In het Klimaatakkoord is de afspraak gemaakt dat er een onderzoek komt naar de uitvoeringslasten van het Klimaatakkoord voor decentrale overheden. Dit onderzoek heeft betrekking op de uitvoeringslasten na 2021 voor alle sectoren van het akkoord. Om het onderzoek uit te kunnen voeren heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een ‘adviesaanvraag’ ingediend bij de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) met het verzoek inzicht te bieden in de hoogte van de uitvoeringslasten, hierop te reflecteren en een advies te geven hoe de uitvoeringslasten kunnen worden ondervangen. 

Er wordt een klankbordgroep van gemeentebestuurders samengesteld om het proces te volgen en het gemeentelijk belang te behartigen. In de klankbordgroep hebben mede bestuurders uit de VNG-commissies ‘Economie, Klimaat, Energie en Milieu’ en Financiën zitting.

4. Woonlastenneutraliteit 

De buitengewone ALV heeft ‘betaalbaarheid voor bewoners’ als randvoorwaarde gesteld om het Klimaatakkoord te kunnen uitvoeren en woonlastenneutraliteit is hierin een belangrijk principe. In het akkoord is dan ook afgesproken dat woonlastenneutraliteit het uitgangspunt is voor de verduurzaming van 1,5 miljoen bestaande woningen: „[Woonlastenneutraliteit is mogelijk] als we de kosten door opschaling via aanbod- en vraagbundeling, digitalisering en innovatie laten dalen en met betere financiering ervoor zorgen dat voor het overgrote deel van de bewoners de maandlasten van de lening die je aangaat voor de verbouwing niet hoger zijn dan het voordeel dat je op de energierekening boekt. Waar dat niet lukt, zullen we met gerichte ondersteuning moeten komen.”

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onderzoekt voor welk deel van de woningen woonlastenneutraliteit kan worden gerealiseerd. Woonlastenneutraliteit is echter geen ‘gelopen race’ en de VNG voert hierover dan ook gesprekken met partijen waaronder de rijksoverheid. Eén van de maatregelen om woonlastenneutraliteit te realiseren is verbetering van financiering. Dit is mede van belang voor eigenaar-bewoners die geen toegang hebben tot financiering. Op dit moment ontwikkelt het ministerie van BZK, met betrokkenheid van de VNG, voor deze groep een financieringsvorm die zal worden aangeboden vanuit het Warmtefonds. De maandlasten van deze financiering worden gebaseerd op de financiële positie van de aanvragers (financiering naar draagkracht). Vanuit VNG zijn Paul Hofman, wethouder Bronckhorst, en Oscar Dusschooten, wethouder Tilburg, betrokken bij de ontwikkeling van financieringsvormen voor woningeigenaren. 

5. Wetgevingsagenda en Warmtewet 

De Warmtewet is geïntroduceerd. Deze bevat essentiële wetgeving voor gemeenten: hier zijn de bevoegdheden van gemeenten en de instrumenten voor regievoering door gemeenten voor de warmtetransitie geregeld. Gemeenten worden immers verantwoordelijk voor regievoering op onder andere de keuze voor en aanleg van warmtenetten in de wijken die van het aardgas af gaan. De keuzes die gemaakt worden in de wet, moeten uitvoerbaar zijn voor gemeenten en moeten gemeenten beschermen en helpen dit lastige traject goed tot uitvoering te brengen.

De wetgevingsagenda van 2020 is echter breder dan alleen de warmtewet. Er wordt gewerkt aan een Energiewet en bijvoorbeeld ook aan de bevoegdheid voor gemeenten om wijken van het aardgas af te sluiten (de zogenoemde ‘afsluitbevoegdheid’). De Tweede Kamer heeft overigens een motie aangenomen waarin is bepaald dat een voorgenomen experiment met deze afsluitbevoegdheid voorlopig geen doorgang kan vinden.

Het Rijk heeft wetgeving voorbereid over het verplichten van de gemeentelijke transitievisies warmte. Daarnaast zal er een wetsvoorstel worden ingediend over de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de omvorming van de salderingsregeling voor kleinverbruikers. Het gaat bij wetgeving vaak om kritieke paden om afspraken uit het Klimaatakkoord daadwerkelijk te kunnen uitvoeren en wetsvoorstellen zullen dan ook ter informatie terugkomen op de agenda van het bestuur. 

Het bestuur heeft besloten dat een wettelijke verplichting voor gemeenten om een transitievisie warmte op te stellen pas wenselijk is op het moment dat de randvoorwaarden qua financiering en bevoegdheden op orde zijn en nadat gemeenten hebben kunnen leren van de eerste ronde transitievisies (eind 2021). 

Ledenbetrokkenheid

Bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord bestonden er ambtelijke ‘meedenkgroepen’ die zeer actief bijdroegen aan de inbreng van de VNG-vertegenwoordiging. Ook waren er verschillende bestuurlijke netwerken actief. De uitvoering van het Klimaatakkoord vraagt om het verder verstevigen en structureel inbedden van de ledenbetrokkenheid. Zo kunnen wij u directer op de hoogte houden van de laatste stand van zaken en u vragen actief deel te nemen en standpunten te bepalen. Vanuit de VNG zijn op het thema Energie/Klimaatakkoord 3 soorten groepen georganiseerd die een adviserende rol hebben richting de VNG-organisatie en bestuurlijke commissies. 

  • De integrale ‘meedenkgroep’: in deze ambtelijke groep van 15-20 personen vindt het overkoepelende gesprek plaats tussen de leden en wordt de verbinding gelegd tussen subthema’s. Zwaartepunt ligt op informeren en verbinden. In deze vaste meedenkgroep worden de netwerken vertegenwoordigd en bespreken wij onder meer de lobby-agenda. 
  • De vaste meedenkgroepen: dit zijn groepen van circa 10 personen op de tafels Elektriciteit, Gebouwde Omgeving, Duurzame Mobiliteit en Industrie van het Klimaatakkoord. Hierin leveren de meer specialistische ambtenaren proactief input op beleidsontwikkeling. Denk daarbij aan de agenda van de tafel Gebouwde Omgeving. Ook hier wordt gekeken naar een goede samenstelling en afvaardiging vanuit de gemeentelijke netwerken, maar kennis van het specifieke thematische beleidsveld is essentieel. 
  • De actualiteitencommissies: kleine flexibele groepen van maximaal 8 personen, die zich gedurende een korte periode intensief inzetten. De groepen zijn gericht op standpuntbepaling. Op dit moment zien we dat sommige dossiers waarop ontwikkeling van strategie en beleid hand in hand gaan, vragen om kortdurende intensieve inzet van experts vanuit gemeenten. Deze commissies kennen een afgebakende looptijd en afgebakende inhoud. Wij zijn gestart met  in ieder geval 3 actualiteitencommissies: voor Artikel 2 Financiële-verhoudingswet, voor Route 35 en voor de Warmtewet. De actualiteitencommissies hebben altijd zowel een ambtelijke als een bestuurlijke tak en werken mee aan voorstellen voor VNG-commissie en -bestuur.

VNG’ers aan sectortafels

De VNG wordt aan de tafels door deze bestuurders vertegenwoordigd:

Tafel

VNG

Klimaatberaad

Berend de Vries, Lot van Hooijdonk 

Gebouwde omgeving

Lot van Hooijdonk

Industrie

Paul Hofman

Elektriciteit

Berend de Vries

Mobiliteit

Monique Stam

Landbouw en landgebruik

Frans Veltman

Uitvoeringslasten Berend de Vries

Meedenken over de uitvoering van het Klimaatakkoord?

De VNG raadpleegt haar leden graag over de uitvoering van het Klimaatakkoord.  Wilt u meedenken over het Klimaatakkoord? Dat kan. Bijvoorbeeld via ons Klimaatforum. Hier kunt u uw mening delen met collega’s uit het vak. U kunt de ideeën, wensen en behoeften die spelen in uw gemeente met ons én met collega-gemeenten delen over thema’s uit het Klimaatakkoord.  Met uw input hopen wij tot een gedragen standpuntbepaling te komen, die leidt tot werkbare afspraken voor alle betrokken partijen. Ook kunt u uw mening met ons delen via de besloten meedenkgroepen of actualiteitengroepen. Heeft u interesse? Stuur dan een mail naar energie@vng.nl.