De financiën van gemeenten structureel op orde brengen is de grootste prioriteit voor gemeenten en daarmee de VNG. Het herstellen van de financiële positie van gemeenten is nodig om verder te kunnen op andere terreinen.

De kosten voor het sociaal domein zijn enorm gestegen. De beschikbare budgetten stijgen niet in dezelfde verhouding mee. Het geld moet ergens vandaan komen, dus wordt er elders bezuinigd en dat leidt weer tot verschraling van voorzieningen. Naast een oplossing voor de tekorten in het sociaal domein willen we af van de opschalingskorting en een eerlijke en voorspelbare normeringssystematiek op basis van een brede koppeling aan de rijksuitgaven.

Sociaal domein

Sinds 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het uitvoeren van de taken op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en arbeidsparticipatie: het sociaal domein. Sindsdien is jaar op jaar geconcludeerd dat de netto-lasten voor het sociaal domein zijn gestegen: van een omvang van €18 miljard in 2015 naar €22,7 miljard in 2019. Een stijging van ruim 25%. Dat blijkt uit het rapport van onderzoeks- en adviesbureau BDO 'De groeiende druk van het sociaal domein: een onderzoek naar de jaarrekeningen van Nederlandse gemeenten'.

De beschikbare budgetten stijgen niet in dezelfde verhouding mee. Het geld moet ergens vandaan komen, dus wordt er elders bezuinigd en dat leidt weer tot verschraling van voorzieningen. Dat blijkt ook uit onderzoek van Cebeon in opdracht van het ministerie van BZK: gemeenten hebben sinds 2015 ruim € 2,4 miljard bezuinigd op hun uitvoeringscapaciteit. In de praktijk zorgt dit bijvoorbeeld tot het beperken van openingstijden, het verlagen van kwaliteitsniveaus van onderhoud of het versoberen van minimaregelingen.

Jeugdzorg

Uit onderzoek van AEF bleek dat gemeenten in 2019 zo’n € 1,7 miljard meer uitgaven aan jeugdzorg dan dat ze binnenkregen. Het enorme verschil tussen inkomsten en uitgaven was niet meer houdbaar. Na intensief overleg met het rijk en een arbitrageprocedure stelt het kabinet voor 2022 € 1,314 miljard extra beschikbaar aan gemeenten ter compensatie van de tekorten in de jeugdzorg. Dat komt bovenop de eerder toegezegde € 300 miljoen voor dat jaar.

Gemeenten en rijk zijn het eens dat scherpere keuzes en een meer doelmatige uitvoering nodig zijn om het jeugdstelsel, ook op de lange termijn, beter en houdbaar te maken. De uitgaven aan de jeugdzorg moeten beheersbaar zijn, er moet effectieve zorg beschikbaar zijn voor kinderen die dat nodig hebben en gemeenten moeten hun taken goed kunnen uitvoeren. Dat is een grote gezamenlijke opgave. Een nieuw kabinet zal moeten besluiten over de structurele financiën en noodzakelijke aanpassingen aan het jeugdhulpstelsel om de jeugdzorg in de toekomst effectief en beheersbaar te houden. Het oordeel van de Commissie van Wijzen dient daarbij als zwaarwegende inbreng.

Momenteel werken 5 partijen -waaronder de VNG - aan de Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028. Het doel is om de jeugdzorg te verbeteren omdat het jeugdzorgstelsel onhoudbaar is. Hierbij is de uitspraak van de Commissie van Wijzen het uitgangspunt. De Hervormingsagenda is onderdeel van de financiële afspraken van juni 2021 tussen rijk en VNG over de jeugdzorg. 

Aanzuigende werking van het abonnementstarief

Jarenlang daalde de vraag naar hulp in het huishouden. Maar na de invoering van het abonnementstarief WMO op 1 januari 2020 kwam daar verandering in. Gemeenten merkten een sterke groei van aanvragen en die kwamen vooral van mensen met een hoog inkomen. Volgens de Monitor abonnementstarief Wmo  (2e rapportage - 2020) was de vraag van mensen uit de laagste inkomensgroep ongeveer 0% terwijl dit bij de hoogste inkomensgroepen opliep tot bijna 80%.

Het abonnementstarief is daarmee, zoals wij al vreesden, een ‘schoonmaaksubsidie’ voor de rijken geworden. De kosten hiervoor zijn hoger dan wat gemeenten binnenkrijgen. Toch weigert het kabinet gemeenten volledig te compenseren voor de extra kosten. 

De VNG gaat het nieuwe kabinet overtuigen om het abonnementstarief in zijn huidige vorm zo snel mogelijk af te schaffen. In overleg met gemeenten werken we een alternatieve regeling uit. Deze regeling houdt zowel rekening met het inkomen/vermogen van de cliënt, als de transparantie en uitvoerbaarheid van het beleid.

Wethouder Sven de Langen (Rotterdam), voorzitter van de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs, geeft zijn reactie op de beslissing van het kabinet en vertelt meer over de aanzuigende werking van het abonnementstarief. 

Opschalingskorting

Het kabinet besloot eind augustus 2020 om de oploop in de opschalingskorting voor gemeenten in 2020 en 2021 voorlopig te schrappen. Dit leidt tot een verhoging van de algemene uitkering van het gemeentefonds van € 70 miljoen in 2020 en € 160 miljoen in 2021. Dit is een positieve, maar slechts eerste stap. Wij willen dat de opschalingskorting helemaal verdwijnt.

In augustus ontvingen we signalen dat het kabinet mogelijk in 2022 de oorspronkelijke reeks van de opschalingskorting wil voortzetten. Dat zou leiden tot een verslechtering van de financiële positie van gemeenten met 570 miljoen. Daarom heeft de voorzitter van de VNG - Jan van Zanen - het kabinet per brief nogmaals verzocht de opschalingskorting ook in 2022 te bevriezen op het niveau van 2019. Hij pleit natuurlijk voor een volledige afschaffing van de opschalingskorting de komende jaren.

Gemeentefonds

Gemeenten ontvangen geld van de rijksoverheid uit het gemeentefonds. Hiermee betalen zij een deel van hun uitgaven. Momenteel wordt onderzocht hoe het gemeentefonds opnieuw kan worden verdeeld. De invoering van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds is opgeschoven naar 1 januari 2023. Toch maken gemeenten zich nu al zorgen over de gevolgen hiervan. Als de omvang van het fonds niet groter wordt, dreigt het een herverdeling van grote tekorten te worden. Het uitgangspunt van gemeenten is helder: 'de koek moet groter'.

Verder willen we een eerlijke en voorspelbare normeringssystematiek op basis van een brede koppeling aan de rijksuitgaven. Juist een koppeling aan het totaal van de uitgavenkaders waarop het rijk zelf stuurt, versterkt het vertrouwen van gemeenten in de normering en daarmee in de bestuurlijke en financiële verhouding met het rijk.

Gemeenten aan het woord

Hoe staan gemeenten er financieel nu voor? Wat betekent dat concreet voor gemeenten waar bezuinigingsgesprekken met inwoners aan de orde van de dag zijn? We spreken wethouders financiën Anita Vlam (gemeente Woudenberg) en Mirjam Pauwels Paauw (gemeente Assen) hierover.