VNG Magazine nummer 18, 22 november 2019

Auteur: Annemieke Diekman | Beeld: Reputations

Er is wel hulp voor de één miljoen Nederlanders die ’s nachts wakker liggen van hun schulden, maar die verschilt per gemeente, is te versnipperd en komt vaak (te) laat op gang. Tijd voor een gezamenlijke aanpak, is de conclusie van SchuldenlabNL.  
   

Schuldhulproute

Onder de leiding van voormalig minister van Financiën Gerrit Zalm en met nauwe betrokkenheid van koningin Máxima is een jaar geleden SchuldenlabNL opgericht. Het belangrijkste doel: het bundelen van beproefde succesvolle schuldhulpprogramma’s. Een jaar na de start werd er tijdens een congres in Utrecht gekeken welke vervolgstappen gezet kunnen worden om alle gemeenten hierin mee te krijgen en Nederland schuldenzorgvrij te maken.

Lotgenoten
Het verhaal van ‘ervaringsdeskundige’ Hamid illustreert in enkele minuten de noodzaak van zo’n integrale aanpak. Gezeten op de bank op het podium tussen drie lotgenoten doet hij zichtbaar gespannen zijn verhaal. In het kort: baan kwijt, daardoor geldproblemen, die nog worden verergerd door gokschulden. Met het gokken had hij eigenlijk zijn schulden willen aflossen. Toen zijn vrouw hem ook nog verliet, zonk hij weg in een depressie. De uitzichtloosheid was zo groot geworden, dat hij geen idee meer had hoe hij ooit nog zijn rekeningen en schulden moest betalen. En misschien nog wel belangrijker, bij wie hij terechtkon om zijn problemen aan te pakken.
De verhalen van zijn lotgenoten klinken eensluidend, van de jonge studente die onder de dekens kroop als er weer een rekening op de deurmat viel, tot de gescheiden moeder met drie kinderen, die haar eigen bedrijf failliet zag gaan en op een gegeven moment alleen nog hagelslag in de kast had staan. Gemene deler is dat ze allemaal te lang hebben gewacht de gemeente om hulp te vragen, waardoor de problemen zijn opgelopen en ze er zelf niet meer uitkomen. Deze ervaringen worden gestaafd door cijfers.
In haar toespraak zegt koningin Máxima onder meer dat het gemiddeld vijf jaar duurt voordat mensen hulp zoeken, terwijl ze in die tijd alleen maar dieper in de problemen komen. In die vijf jaar kunnen de schulden oplopen tot meer dan 40.000 euro en hebben ze gemiddeld veertien schuldeisers. De koningin: ‘Wat we willen is mensen hun leven en zelfvertrouwen teruggeven. Ze kracht geven voor de toekomst, zodat ze weer mee kunnen doen. Die menselijke en sociale kant staat centraal. Maar er zit ook een financiële kant aan het verhaal. De maatschappelijke kosten van problematische schulden zijn ongeveer 11 miljard euro per jaar, volgens cijfers van het Nibud. Een huisuitzetting kost gemiddeld 6.000 euro, het afsluiten van energie kost bijna 800 euro. Heel veel geld verspild, door de publieke én de private partijen, waardoor mensen alleen maar dieper in de ellende komen.’

Vroege signalering
De centrale vraag is uiteindelijk hoe gemeenten zo veel mogelijk mensen op een efficiënte manier kunnen helpen om uit de schulden te komen. Een aantal lokale overheden heeft de handschoen al opgepakt. Eén van de succesvolle projecten die nu lopen en die SchuldenlabNL graag wil opschalen is de Nederlandse Schuldhulproute. Wethouder Huib van Olden van ’s-Hertogenbosch licht toe hoe zijn gemeente hiermee al is gestart. ‘Eerder helpen is voorkomen’, aldus de wethouder. Gemeenten moeten volgens hem zorgen dat vroege signalering hoog in het vaandel komt te staan. ‘Belangrijkste vraag is hoe we onze inwoners bereiken die het moeilijk hebben. Wij als gemeente dachten dat het helder was waar mensen met schuldproblemen terechtkunnen. Maar de praktijk is weerbarstiger, want de burgers ervaren dat heel anders. Dat heeft veel te maken met het taboe dat rond schulden hangt, maar ook met de versnippering van de dienstverlening in onze gemeente.’

Het hebben van schulden is met schaamte omgeven

Veel gemeenten, waaronder ’s-Hertogenbosch, zijn nog niet goed niet ingericht om eerder in actie te komen voor mensen met schulden, vervolgt Van Olden. ’s-Hertogenbosch heeft daarom besloten deze mensen iets laagdrempeligs te bieden, een ‘eerste hulp bij geldzaken’. Van daaruit kunnen ze dan al naargelang de aard van hun problemen verder worden geholpen. De vraag was waar zo’n eerste hulppost moest komen. ‘Zoals koningin Máxima ook al zei in haar toespraak, is het hebben van schulden met schaamte omgeven. Daarom komen inwoners niet over die drempel van het gemeentehuis en wachten ze tot het eigenlijk te laat is. Wij zijn dan ook gaan zitten bij de vindplaats waar de meeste schuldhulpvragen zijn te verwachten, zoals om de hoek bij de kerk of de goedlopende Aldi.’ Hij gelooft dat de Nederlandse Schuldhulproute gemeenten kan helpen de schuldenproblemen van de inwoners eerder in het vizier te krijgen.
Dat geldt volgens de sprekers op het congres ook voor de andere methodes van SchuldenlabNL: de jongerenperspectief-aanpak, collectief schuldregelen en de doorbraakmethode. ‘Samen hiermee aan de slag, niet iedere gemeente hoeft het wiel opnieuw uit te vinden’, zegt ook Zalm. Een termijn waarbinnen deze methodes worden uitgerold, is tijdens het congres echter niet vastgesteld. Maar de vier ervaringsdeskundigen hebben intussen wel hulp gekregen en hebben weer toekomstperspectief.

Succesvolle methodes

Nederlandse Schuldhulproute: vroege signalering om te voorkomen dat betalingsproblemen schuldzorgen worden.

Jongeren perspectief-aanpak: voor jonge mensen tussen 18 en 27 jaar, waarbij niet de schuld maar het toekomstperspectief van de jongere centraal staat.

Collectief Schuldregelen: Schuldeisers krijgen van de gemeente periodiek een overzicht van nieuwe cliënten in de schuldhulpverlening. Zij kunnen daarop aangeven of ze akkoord gaan met collectief schuldregelen voor een bepaalde cliënt. Stemmen zij in, dan kunnen mensen meteen worden geholpen. Bijkomend voordeel is de daling van de uitvoeringskosten en administratieve lasten voor gemeenten en schuldeisers.

Doorbraakmethode: deze is opgezet voor mensen met veel verschillende problemen, waarvan problematische schulden er één is. Deze methode waakt ervoor dat de verschillende hulpverleners langs elkaar heen werken.