VNG Magazine nummer 4, 8 maart 2019
Auteur: Rogier van der Wal
SCP-directeur Kim Putters schrijft al jaren een zeer gewaardeerde column in Het Financieele Dagblad. Een aantal van deze columns is onlangs in boekvorm verschenen onder de beeldende titel Veenbrand. In zijn inleiding signaleert Putters dat welvarend Nederland er ogenschijnlijk heel aardig voorstaat, maar dat er onder de oppervlakte vier smeulende kwesties spelen die zich als we ze verwaarlozen kunnen ontwikkelen tot uitslaande branden. Het gaat immers op zich wel goed, maar dat geldt zeker niet voor iedereen. Er is een tweedeling zichtbaar tussen een bovenlaag van mensen die zich uitstekend kunnen redden en een groep die stelselmatig tekortkomt en die zich matig of niet begrepen en erkend voelt door de politiek. Daar tussenin zit nog een grote middengroep die worstelt met (baan- en inkomens-)onzekerheid. Ondertussen kijkt de politiek te veel weg en te weinig vooruit, en is vaak bezig met losse beleidsmaatregelen zonder overkoepelende visie of verhaal.
De vier smeulende kwesties hebben betrekking op een eenzijdige focus op economische groei, in plaats van voor brede welvaart; op een statisch begrip van identiteit, leren en werken in plaats van het ontwikkelen van inlevingsvermogen en flexibiliteit; op het te weinig verkleinen van verschillen tussen mensen en groepen mensen om sociale ongelijkheid en uitsluiting te voorkomen, en op wat Putters de noodzaak van een ‘nieuw sociaal contract’ noemt, met een herijking en herverdeling van macht en rollen tussen overheden en samenleving. Er is behoefte aan ‘een vertrouwenwekkende visie op een vrij, veilig en welvarend Nederland’, schrijft hij. Voor de politiek komt hieruit de opgave voort om meer normatief te sturen vanuit een overkoepelend idee waar we met z’n allen naar toe willen. En de samenleving zou zich weer meer bewust moeten zijn van het algemeen belang, en van de ordenende rol van de overheid.
In de (thematisch gebundelde) columns worden de smeulende kwesties nog in meer detail uitgewerkt. Daarin komt ook een aantal thema’s voorbij die vooral op lokaal niveau spelen, zoals het toewerken naar mede-eigenaarschap van voorzieningen, de centrale rol van de bibliotheek als fysieke en digitale hub, een pleidooi voor het belang van de sociale werkvoorziening, voor sport en voor kleine stads- en streekmusea, maar ook voor de balans tussen mantelzorg en professionele zorg. Putters geeft aan dat decentraliseren niet gaat zonder burgers echte macht te geven. Ook benadrukt hij op meerdere plekken de logica van meer lokale inkomsten. Hij citeert met instemming Aboutaleb dat er meer lokale economische en democratische zeggenschap nodig is.
In zijn slotpleidooi accentueert Putters de behoefte aan gemeenschapszin, verbinding en contact. Hij schetst hoe het SCP in de formatie van 2017 aandacht heeft kunnen vragen voor de maatschappelijke onderstroom, die ook in het regeerakkoord genoemd wordt. Toch zijn de maatregelen zelf nog te veel ‘oldschool’, in kokers en losse, ‘eenvoudige’ beleidsproblemen. Waarom geen kernkabinet voor de echt grote, smeulende kwesties? Ik zie zijn punt, maar mij suggereert dat iets te veel regie van bovenaf, terwijl nu juist op lokaal en regionaal niveau zoveel energie gestoken wordt in het serieus nemen van de uitvoeringspraktijk en de eigen burgers en het werken aan en vanuit maatschappelijke opgaven. Zouden we die trend niet beter kunnen versterken, bottom-up?
Veenbrand. Smeulende kwesties in de welvarende samenleving door Kim Putters, Uitgeverij Prometheus, € 19,99.