VNG Magazine nummer 12, 30 augustus 2019
Auteur: Rogier van der Wal
Over kabinetsformaties is vrij veel bekend, maar dat geldt veel minder voor lokale formaties. Nu verschijnt er echter een boek dat dieper ingaat op wat er bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2010, 2014 en 2018 is gebeurd, vooral daarna in de fase van coalitievorming. De drie auteurs hebben zelf onderzoek gedaan en daarnaast dankbaar gebruikgemaakt van een groot journalistiek project van NRC Handelsblad rond de verkiezingen in maart 2018.
Het boek bevat zowel enkele generieke beschouwingen over gemeentelijke formaties als detailstudies van tien grote en veertien kleinere gemeenten. Op de coalitievorming daar wordt uitvoeriger ingegaan, waarbij getracht wordt lessen te trekken uit wat er zich heeft afgespeeld. Dat levert mooie, smeuïge verslagen op van soepele en minder soepel verlopende coalitiebesprekingen, met telkens de verkiezingsuitslagen erbij als vertrekpunt.
Andere thema’s
Niet verrassend blijken er lokaal heel andere thema’s te domineren dan bij landelijke verkiezingen: hier gaat het niet zozeer om identiteit en vluchtelingen, maar om woningbouw, herindeling, bereikbaarheid en (als nieuw prominent thema) energie en afval. Ook krijgen bestuurlijke vernieuwing en burgerparticipatie vrijwel overal extra aandacht. Het zal niemand ontgaan zijn dat bij de laatste gemeentelijke verkiezingen de landelijke partijen en GroenLinks het heel goed gedaan hebben, terwijl in 2014 D66 nog de grote winnaar was. In het voorlaatste hoofdstuk wordt dit perspectief overigens historisch nog verdiept, waarbij het verval van PvdA en CDA al veel eerder blijkt te hebben ingezet, terwijl juist de VVD zich succesvol in een comfortabele en wendbare middenpositie heeft weten te manoeuvreren.
Gunfactor
De auteurs weten aan de hand van hun voorbeelden duidelijk te maken dat meer dan inhoudelijke verschillen vooral de onderlinge verhoudingen, goed relatiebeheer en de gunfactor cruciaal zijn op lokaal niveau. Het formatieproces begint in feite al ver vóór de verkiezingen, wat ambtelijke voorbereiders en ondersteuners zich prima realiseren, maar de politici vaak toch minder dan je zou denken: nog (te) regelmatig wordt een winnaar verrast door het eigen succes. En het formatieproces kent weliswaar een aantal logische stappen, zoals steeds vaker het inschakelen van verkenners en informateurs voorafgaand aan de echte formatie, maar toch staat er relatief weinig vast en wordt er veel geschipperd. Niet voor niets is een van de aanbevelingen het opstellen van een goede handreiking met alle ins and outs, want die is er nog niet.
Populisme
In een apart hoofdstuk wordt ingegaan op populisme, dat in een aantal grote steden – maar niet alle! – wel maar in de kleinere gemeenten nauwelijks een rol speelt. Tegenover het succes van de Groep De Mos in Den Haag staat het buiten de boot vallen van Leefbaar Rotterdam en de Lijst Smolders in Tilburg. Algemene lessen blijken hier overigens nauwelijks te trekken.
Het boek sluit af met twaalf adviezen voor lijsttrekkers, beginnend bij de verkiezingsuitslag en eindigend bij de presentatie van het collegeakkoord. Opmerkelijk is advies 5: dat wijst expliciet op de rol van vrouwen, die ‘in de onderhandelingen veel kunnen toevoegen door hun gevoel voor grenzen en verhoudingen’.
Dit boek is een aanwinst en een mooie eerste stap; hopelijk komt de genoemde handreiking ook nog.
Rogier van der Wal is docent bestuurskunde aan de Universiteit Leiden.
Van campagne tot compromis. Collegevorming in Nederlandse gemeenten 2010-2018 - door Joan Smithuis, Hub van Wersch en Joop van den Berg, Boom uitgevers Amsterdam, € 29,90.
Atriumlezing
De auteurs lichten hun onderzoek toe tijdens een bijeenkomst bij de VNG in Den Haag op donderdag 5 september. Aanvang 16.00 uur.
Meer informatie en aanmelden