VNG Magazine nummer 6, 5 april 2019
Auteur: Leo Mudde | Beeld: VNG International
De provincie Duhok in het noorden van Irak, tegen de grenzen met Syrië en Turkije, telt normaal gesproken 1,5 miljoen inwoners. De afgelopen jaren kwamen daar 750.000 mensen bij uit Syrië en uit andere delen van Irak, op de vlucht voor het geweld in Syrië en voor IS. VNG International is er namens de Europese Unie aan de slag gegaan om, samen haar Deense zusterorganisatie en hulporganisaties uit Polen en Catalonië, het lokaal bestuur bij te staan.
Burgemeester Rob Metz van Soest vloog deze week voor VNG International voor de tweede keer naar Duhok in Iraaks-Koerdistan. Niet om zijn collega daar te adviseren wat hij moet doen om de enorme vluchtelingenstroom in goede banen te leiden, maar om ervaringen uit te wisselen. ‘Wanneer je met een collega spreekt, is dat heel anders dan wanneer een consultant je komt vertellen wat je moet doen. Op gelijke voet praten over dingen die in de dagelijkse praktijk spelen, dat is heel effectief. Het is goed dat er in dit soort gevallen ook een bestuurlijke focus is.’
De burgemeester van Soest in een Iraaks crisisgebied, hoe is hij daar beland?
Het begon in 2004, toen grote delen van Azië na een zeebeving werden getroffen door een verwoestende tsunami. Het was kerstvakantie en Metz was, zoals hij dat zelf noemt, ‘wethouder van dienst’ in Apeldoorn. ‘Er ontstonden toen zo veel initiatieven vanuit de bevolking dat ik dacht: dit moet ik coördineren. Apeldoorn heeft een grote Indonesische gemeenschap. Waar andere gemeenten zich vooral richtten op Sri Lanka en Thailand, omdat ze daar stedenbanden mee hadden, concentreerden wij ons op Atjeh. Op verzoek van de VNG ben ik daar geweest, om te kijken hoe we konden bijdragen aan de wederopbouw.’
Veerkracht
Dat bezoek, drie maanden na de tsunami, maakte veel indruk. Hij zag er massagraven met tienduizenden lichamen, dagelijks werden nog honderden lijken geborgen. Tegelijkertijd verbaasde hij zich over de veerkracht en zelfs de blijmoedigheid van mensen die door een ramp zijn getroffen. ‘In Banda Atjeh sprak ik een vrouw die haar man en drie van haar kinderen had verloren. Ze maakte grapjes, vroeg of ze in de koffer met me mee kon naar Nederland. We stonden daar echt te lachen met elkaar. Zo’n veerkracht, daar heb ik bewondering voor.’
Het is inmiddels een beproefde werkwijze van VNG International om Nederlandse bestuurders en -ambtenaren met relevante expertise in te vliegen in regio’s die na een ramp moeten opkrabbelen. Het wérkt, zo blijkt. De VNG is actief in 34 landen en overal blijkt het nut van peer-to-peer ontmoetingen tussen bijvoorbeeld burgemeesters of lokale topambtenaren.
Daardoor gaan, zegt Metz, deuren open die anders gesloten blijven. ‘Bestuurlijke aandacht zorgt voor doorpakkingskracht, ook voor de uitvoering van het werk. Het maakt de burgemeester of de gouverneur bewust van het belang van dit soort kwesties, zodat zij zich daar ook over durven uitspreken. Vaak zitten er veel lagen tussen bestuur en uitvoering, ik probeer eraan bij te dragen dat het lokaal bestuur daar zich meer bewust is van de uitvoering en de dilemma’s waarmee hij te maken heeft.’
De mensen willen een toekomst, maar is er werk?
750.000 vluchtelingen op 1,5 miljoen inwoners in de provincie Duhok is, zegt Metz met gevoel voor understatement, ‘best veel’. En het gaat niet alleen om de enorme aantallen, er zit een heel groot sociaal probleem onder: ‘Die mensen willen een toekomst, maar wat moeten ze gaan doen, is er werk? En blijven ze, of gaan ze terug, en wanneer dan? Hoe verhouden de verschillende groepen zich met elkaar, kunnen ze hun buren nog wel vertrouwen?’
Europese Unie
Het project waarvan VNG International nu de trekker is, heeft de naam Maintaining Strength and Resilience for Local Governments gekregen, kortweg MASAR. Het wordt uitgevoerd in Irak en Libanon, onder de vlag van en gefinancierd door de Europese Unie. Doel: duurzame versterking van de veerkracht van het lokaal bestuur dat te maken krijgt met grote aantallen ontheemden. Als de bevolking van jouw gebied ineens met de helft toeneemt en je natuurlijke bronnen, drinkwater bijvoorbeeld, zijn daar niet op berekend, dan is dat een probleem, zegt Metz. ‘Afval, onderwijs, gezondheidszorg, allemaal zaken waar een lokale overheid in moet voorzien. De overheid in Irak is op zich goed georganiseerd, maar niet toegerust voor dit soort situaties. Al dat afval, wat doe je daarmee, hoe reguleer je dat? Heel praktische vraagstukken waarmee gemeenten plotseling worden geconfronteerd.’
Het is niet aan een Nederlandse burgemeester om te vertellen hoe ze dat moeten aanpakken. Maar alleen al het feit dat een burgemeester uit Nederland interesse toont, zorgt er volgens Metz voor dat de lokaal bestuurders zich minder alleen voelen staan in hun chaotische wereld. ‘Ze zijn niet zielig of zo, maar ze staan wel voor een uitdaging. De context in Duhok is natuurlijk anders dan in Soest, maar een lokale politicus is een lokale politicus, all over the world. We hebben allemaal dezelfde problemen: hoe ga je met je gemeenteraad om, hoe organiseer je participatie van je inwoners? Ik heb twaalf partijen in mijn gemeenteraad, dus ik weet hoe je met veel verschillende meningen moet omgaan. Over de inhoud kan ik in Irak niet adviseren, maar wel over hoe je mensen met allemaal eigen opvattingen betrekt bij je werk. Uiteindelijk lijkt het overal erg op elkaar. Dat is fascinerend, zowel voor mij als voor mijn counterpart.’
Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan
Pragmatisch
Een nieuwe riolering kan Metz niet even aanleggen in Duhok. ‘Maar ik kan wel zeggen: als je iets nieuws bouwt, is het dan een idee om het gelijk goed aan te pakken? De Nederlandse hulpverlening onderscheidt zich door een heel pragmatische aanpak: als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Over het scheiden, inzamelen en dumpen van afval bijvoorbeeld. Het is politiek belangrijk de bestuurders ervan te overtuigen dat dit belangrijke thema’s zijn. Want als je alles maar in de grond stopt en je wilt straks nieuwe waterputten slaan, dan heb je toch een probleem. Wij zeggen niet hoe ze het moeten doen, maar we analyseren samen het probleem en gaan vervolgens knutselen en werken aan een oplossing.’
Eerder ging Metz al voor VNG International naar Indonesië, Haïti, Jordanië en Sint Maarten. Samen met wethouder Linda van Dort van Stichtse Vecht is hij ‘portefeuillehouder rampen’. Het is belangrijk werk, maar de lokale verplichtingen in Soest mogen er niet onder lijden. ‘Ze zeggen hier ook weleens: je bent burgemeester van Soest en niet van de wereld, en dat is natuurlijk zo. Ik kan en wil ook niet altijd overal heen, het moet wel een duidelijke meerwaarde hebben. En als het niet kan, dan kan het niet. Soest gaat altijd voor.’