Vanaf medio 2023 zullen gemeenten zich gaan voorbereiden op de overgang van bestemmingsplannen naar het omgevingsplan. Op deze webpagina vindt u meer informatie over het juridisch kader en 3 tips om de overgang in uw gemeente goed te laten verlopen.
Van huidig recht naar nieuw recht
Vanaf 1 januari 2024 worden de bestemmingsplannen van uw gemeente van rechtswege omgezet naar het omgevingsplan. Het overgangsrecht van de Omgevingswet regelt de overgang van het huidige naar het nieuwe recht. Het bepaalt onder meer dat een ontwerp van een nieuw of gewijzigd bestemmingsplan uiterlijk 31 december 2023 ter inzage gelegd moet zijn om nog onder het huidige recht te kunnen worden afgehandeld (artikel 4.6, lid 2, Invoeringswet Omgevingswet). Zodra het plan van kracht is, wordt het onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan (artikel 4.6, lid 1, Invoeringswet Omgevingswet).
Het voorbereiden van een nieuw of gewijzigd bestemmingsplan vergt meestal minimaal 4 tot 6 maanden, onder meer vanwege de (milieu)onderzoeken die de gemeente hiervoor moet (laten) uitvoeren.
Bestemmingsplanstop
Dit alles betekent dat gemeenten vanaf medio 2023 verzoeken om een nieuw of gewijzigd bestemmingsplannen niet meer af kunnen handelen onder het huidige recht. U zult een zogenoemde bestemmingsplanstop willen instellen.
Dit heeft gevolgen voor de procedure van bijvoorbeeld gebiedsontwikkelingen. Als u zo'n stop niet communiceert, bestaat het risico dat projectontwikkelaars verzoeken indienen die geënt zijn op het huidige recht en die u niet meer tijdig in procedure kunt brengen. Deze moeten dan opnieuw onder het nieuwe recht in procedure gebracht worden. Aangezien de beoordelingskaders anders zijn onder de Omgevingswet, kan dit betekenen dat onderzoeken moeten worden aangepast of zelfs opnieuw worden uitgevoerd. Het tijdig instellen en communiceren van een bestemmingsplanstop kan helpen om dit te voorkomen. Zo anticipeert u actief op het nieuwe recht onder de Omgevingswet.
Mogelijkheden om initiatieven te blijven faciliteren
Tegelijk met de bestemmingsplanstop zullen gemeenten initiatieven mogelijk willen blijven maken. U kunt dit op verschillende manieren doen: (1) met een planwijziging, of (2) met een vergunning om af te wijken van het plan.
1. Planwijziging
In het overgangsrecht is het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan bepalend voor de vraag of het huidige recht of de Omgevingswet van toepassing is. Voor verzoeken om een nieuw of gewijzigd bestemmingsplan die ingediend zijn onder het huidige recht, maar niet onder het huidige recht kunnen worden afgehandeld is geen aanvullend overgangsrecht bepaald. Een redeneerlijn is dan om een verzoek om een nieuw of gewijzigd bestemmingsplan te interpreteren als een verzoek tot wijziging van het omgevingsplan. Uit jurisprudentie zal moeten blijken of deze redeneerlijn toegestaan is of zelfs vanuit zorgvuldigheid moet worden toegepast.
Bij een wijziging van het omgevingsplan heeft u de keuze tussen 2 opties:
- een wijziging met STOP/TPOD
- een wijziging met TAM-IMRO
TAM-IMRO kan een oplossing zijn als de gemeente niet in staat is om de planwijziging conform STOP te publiceren. Het kan ook een strategische keuze zijn in de situatie dat het concept bestemmingsplan al voorbereid is, maar niet tijdig in procedure gebracht kon worden. U moet het plan dan aanpassen zodat het juridisch voldoet aan de Omgevingswet, maar qua opzet en opbouw kunt u voortborduren op de IMRO-standaard.
2. Vergunning om af te wijken van het plan
Een tweede mogelijkheid om initiatieven te blijven faciliteren is het verlenen van een omgevingsvergunning om af te wijken, namelijk van:
- het bestemmingsplan (afwijkvergunning), of
- het omgevingsplan (vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, de BOPA)
Het tijdstip van de vergunningaanvraag (al dan niet ingediend voor 1 januari 2024) is bepalend of het een afwijkvergunning of een BOPA wordt. In de eerste periode na inwerkingtreding zal naar verwachting veel gebruik worden gemaakt van de BOPA.
Verplichting tot behandelen verzoeken en aanvragen
Tot slot is het goed om op te merken dat u verzoeken om een gewijzigd of nieuw bestemmingsplan en aanvragen om een omgevingsvergunning (vrijwel) altijd in behandeling moet nemen en beoordelen volgens vastgestelde beoordelingsregels. U kunt verzoeken en aanvragen dus niet ‘zomaar’ om bedrijfsmatige redenen buiten behandeling stellen of er negatief op besluiten. Dit volgt uit de Algemene wet bestuursrecht en de Omgevingswet. Lees meer hierover op de webpagina Beoordelingsregels voor de omgevingsvergunning van het IPLO.
1. Bepaal uw strategie
Bepaal op welke wijze u vanaf de bestemmingsplanstop in de periode rond inwerkingtreding initiatieven mogelijk wilt blijven maken. U kunt hierbij gebruikmaken van de Keuzehulp instrumentarium wijzigen omgevingsplan.
Het bepalen van de strategie voor de periode rond inwerkingtreding kunt u zien als uw strategie voor de korte termijn. Tegelijk is het goed om dit te bezien in samenhang met uw strategie voor de langere termijn, tot het einde van de overgangsperiode in 2032. Deze langetermijnstrategie zou een belangrijk onderdeel moeten zijn van uw transitieplan voor het omgevingsplan.
2. Communiceer hier duidelijk over
Het is van belang om tijdig en zorgvuldig te communiceren over de overgang van bestemmingsplannen naar omgevingsplan. Vanuit hoe het was en hoe het wordt en welke mogelijkheden u aanbiedt aan initiatiefnemers. Overleg hierover met uw communicatieadviseur.
Zie onze webpagina Communicatie over de overgang bestemmingsplan - omgevingsplan
3. Overleg in zo vroeg mogelijk stadium met initiatiefnemers
Vaak zal de gemeente willen overleggen met de initiatiefnemer wat voor het specifieke initiatief de beste optie is. Liefst vóórdat een verzoek of aanvraag wordt ingediend en de gemeente voor een voldongen feit staat. U kunt projectontwikkelaars uitnodigen om contact met u op te nemen of hen pro-actief uitnodigen voor een overleg.