Nummer 2, 9 februari 2018
Auteur: Leo Mudde | Beeld: © Arie Kievit/ANP
Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba zullen nog jaren last hebben van de gevolgen van de orkanen Irma en Maria die in september de eilanden troffen. Zij kunnen de kennis van Nederlandse gemeenten goed gebruiken bij de wederopbouw. Dat moet snel, want over een halfjaar begint weer een nieuw orkaanseizoen.
Lees ook: 'Unspoiled Queen' komt geschonden uit de storm
Vorige week stelde het kabinet eenmalig 2,5 miljoen euro beschikbaar om toeristische ondernemers op de Caribische ‘gemeenten’ Saba en Sint Eustatius te compenseren. Sinds orkaan Irma begin september 2017 een spoor van verwoestingen naliet op de eilanden, blijven de toeristen weg. Zij vormen de belangrijkste bron van inkomsten, veel gezinnen zijn voor werk en inkomen afhankelijk van het toerisme. Eerder stortte Den Haag voor de twee eilanden al 67 miljoen euro in een fonds dat is bestemd voor de wederopbouw.
Bijzondere gemeente
Dat het kabinet de toeristische sector van deze eilanden een steun in de rug geeft en niet die van het zwaarder getroffen Sint Maarten, heeft te maken met de status als ‘bijzondere gemeenten’. Sint Maarten is een autonoom land binnen het Koninkrijk. Maar ook dat kan op steun van Den Haag rekenen. In november kwam voor de wederopbouw van het land 550 miljoen euro beschikbaar dat door de Wereldbank wordt beheerd.
Daarbovenop komt nog het geld dat Nederlanders stortten op giro 5125 van het Rode Kruis: 18 miljoen euro. Ruim 1,5 miljoen daarvan is afkomstig van veertig gemeenten.
De VNG sprak met het Rode Kruis af dat de helft van de gemeentelijke donaties wordt gebruikt voor wederopbouw via de VNG. Op een oproep aan gemeenten om kennis of capaciteit ter beschikking te stellen, kwamen ‘ontzettend veel berichten’ binnen van gemeenteambtenaren die geïnteresseerd zijn, laat projectleider Renske Steenbergen van VNG International weten. De vraag is wat zij straks op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba kunnen doen. Om dat te onderzoeken, ging in december een kleine delegatie van VNG International naar de eilanden. Daarbij was ook Christiaan Norde van de afdeling internationale betrekkingen van de gemeente Amsterdam. De hoofdstad werkt al langer samen met Sint Maarten. ‘Toen VNG International vroeg of ik mee wilde met de inventarisatiemissie, vond ik dat een goed idee. Amsterdam heeft een flink bedrag gedoneerd voor de wederopbouw van Sint Maarten, 1 euro per inwoner. Dat is gemeenschapsgeld, daar moet je heel transparant over zijn en je moet ook zeker weten dat het wordt besteed aan iets wat een concrete bijdrage levert aan de wederopbouw.’
Lamgeslagen
De leden van de VNG-missie troffen op Sint Maarten een enorme schade aan. 95 procent van de woningen heeft schade, hotels zijn er amper meer. Het grootste hotel kon maar de helft van zijn kamers gebruiken. ‘En als er geen hotels zijn, blijven de toeristen weg’, zegt Norde. Wat ook opviel: de overheid van Sint Maarten is door de orkaan totaal lamgeslagen. De overheidsgebouwen ontkwamen niet aan het natuurgeweld, maar misschien nog belangrijker: alle ambtenaren waren ook privé getroffen. Iedereen moest zich om eigen huis en gezin bekommeren. Daarnaast ook nog een land runnen, bleek te veel gevraagd.
In zo’n situatie is elke hulp welkom. En waar rijksambtenaren en landelijke politici nog met argwaan en terughoudendheid werden ontvangen – de verhoudingen waren vóór Irma al tot het vriespunt gedaald – was daar bij de VNG-missie geen spoor van te ontwaren. Norde: ‘Mijn collega van Utrecht en ik werden hartelijk ontvangen. De eilanden lijken qua aantallen inwoners en bestuurlijke thema’s erg op gemeenten, men zag de meerwaarde die wij kunnen bieden.’
Als je niet met je rampenplan oefent, heb je er weinig aan
Verbeterslag
Maar wat kunnen gemeenten concreet doen? In ieder geval geen wegen of gebouwen herstellen, dat kunnen de lokale partijen heel goed zelf. De ondersteuning zal vooral liggen op het gebied van procesmanagement, verwacht Norde, of het updaten van het rampenplan. ‘Dat was er wel, maar als je daar niet mee oefent of het niet actueel houdt, heb je daar weinig aan. Dan blijkt als er een orkaan over je heen komt je communicatiesysteem opeens niet meer te werken, ook de satelliettelefoons niet.’
Norde wil Irma geen blessing in disguise noemen, daarvoor was de ramp te hevig. Maar dit is wel het moment om een flinke verbeterslag te maken, bijvoorbeeld om de ministeries van Sint Maarten op één lijn te krijgen en een gedeelde visie op de toekomst van het land te krijgen. Of om echt werk te maken van belastinginning, om te handhaven als afwijkend van bestemmingsplannen wordt gebouwd, om ervoor te zorgen dat alle overheidsdiensten met dezelfde registratiesystemen werken zodat ze met elkaar kunnen communiceren.
Afvalberg
Wat in Nederland vanzelfsprekend is, is dat niet op Sint Maarten. Het zijn allemaal gebieden waar gemeentelijke hulp uit Europees Nederland welkom is. VNG International heeft inmiddels een voorlopig lijstje gepubliceerd van expertise die gemeenten kunnen leveren. Maar gemeenten moeten niet naar Sint Maarten komen met het idee wel even orde op zaken te stellen. Die houding zal niet werken, zegt Norde. ‘Neem de afvalberg. Die ligt er al jaren en groeit enorm, zeker na de orkaan. Je ziet die berg vanaf elk punt van het eiland. Er komt smerige rook uit, daar zit je als toerist niet op te wachten. Nederlanders zouden zeggen: doe er iets aan, want het verjaagt de toeristen, die zo belangrijk zijn voor je economie. Maar zo werkt het op Sint Maarten niet. Er zijn allemaal belangen om niets te doen, daar kom je niet tussen. De oplossing ligt voor de hand, maar als je daar als Nederlandse gemeenteambtenaar aan de slag gaat, besef dan dat dingen soms zijn zoals ze zijn. Moet je daar dan je kostbare tijd aan verspillen?’
Bevolking betrekken
Vooral belangrijk is het betrekken van de bevolking bij de wederopbouw. Daar kunnen gemeenten, met hun ervaring met wijkraden en wijkteams, een belangrijke rol bij vervullen. ‘De community councils hebben geen sterke positie op Sint Maarten. Hoe versterk je dat, hoe zorg je voor resilience, de veerkracht die nodig is als er straks weer een orkaan op bezoek komt?’ Want dat speelt ook: de tijdsdruk. Irma dateert alweer van bijna een halfjaar geleden, nog zo’n zelfde periode en het nieuwe orkaanseizoen begint weer. Vóór die tijd moet het eiland in ieder geval weerbaarder zijn geworden.
Sint Maarten wil daarbij graag gebruikmaken van de hulp van Nederlandse gemeenten, is Nordes verwachting. ‘De VNG werkt onafhankelijk van het ministerie van BZK, dat scheelt. Er is afstemming, maar de overheid van Sint Maarten bepaalt zelf in overleg met de VNG wat nodig is. Wij hebben ook direct na de ramp goodwill opgebouwd. Veel Nederlandse ambulancemedewerkers maakten hier lange dagen en toonden veel inzet. Dat is niet onopgemerkt gebleven, het heeft indruk gemaakt op de bevolking.’