Het kan voorkomen dat gemeentelijk handelen of gemeentelijke besluitvorming rechtmatig is maar wel schade veroorzaakt. In bepaalde gevallen moet die schade worden vergoed.
Dat vloeit voort uit het beginsel van de gelijkheid voor de openbare lasten ofwel het égalitébeginsel. De hoogte van de compensatie, de zogeheten nadeelcompensatie, moet in zo’n geval redelijk zijn. De vergoeding dekt dus niet de volledige schade.
Huidige situatie
Tot op heden bestaat er geen algemene wettelijke regeling op grond waarvan verzoeken om nadeelcompensatie kunnen worden afgedaan. In de rechtspraktijk wordt zowel op grond van het égalitébeginsel als op grond van het evenredigheidsbeginsel uit artikel 3:4 lid 2 Awb getoetst of er aanspraak kan worden gemaakt op nadeelcompensatie. Hiernaast bevatten verschillende bijzondere wetten een regeling over nadeelcompensatie en hebben sommige gemeenten een verordening nadeelcompensatie. Deze regelingen/verordeningen hebben meestal betrekking op bepaalde situaties en hebben dus een beperkt karakter.
Welke rechter is bevoegd?
Het is afhankelijk van de aard van het overheidshandelen dat tot schade heeft geleid welke rechter bevoegd is.
Bij de bestuursrechter kan men terecht in de volgende 3 gevallen:
- Het onzelfstandig/onzuiver schadebesluit: het bestuursorgaan neemt de beslissing over vergoeding van de schade mee in de beslissing over het (op zich zelf rechtmatige) schadeveroorzakend besluit zelf (bijvoorbeeld een verkeersbesluit dat voorziet in een tijdelijke omleiding en in dat kader tevens aangeeft of en in hoeverre de daardoor veroorzaakte omzetderving van omringende winkeliers wordt vergoed). Er wordt getoetst aan het evenredigheidsbeginsel.
- Het zelfstandig/zuiver schadebesluit: het bestuursorgaan neemt een besluit op een afzonderlijk verzoek van een benadeelde om vergoeding van (rechtmatig toegebrachte) schade. Om hierover een procedure bij de bestuursrechter aanhangig te kunnen maken, moet het gaan om schade die het gevolg is van een voor beroep vatbaar besluit. Er wordt getoetst wordt aan het égalitébeginsel.
- Een derde mogelijkheid is dat er een nadeelcompensatieregeling is op grond waarvan een benadeelde aanspraak kan maken op schadevergoeding. Tegen besluiten die zijn genomen op grond van een dergelijke regeling is beroep mogelijk bij de bestuursrechter.
Alleen als de schadeoorzaak een handeling is waartegen geen bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat (zoals een niet voor beroep vatbaar besluit, een feitelijke handeling of een algemeen verbindend voorschrift), vervult de burgerlijke rechter een rol. De benadeelde moet zich met een vordering tot schadevergoeding tot de civiele rechter wenden. De grondslag van de vordering is de onrechtmatige daad: het niet vergoeden van de onevenredige schade maakt de overheidshandeling onrechtmatig.
Toekomstige situatie
Om de overzichtelijkheid van het nadeelcompensatierecht te vergroten, komt er een algemene wettelijke regeling voor nadeelcompensatie in titel 4.5 van de Awb. Deze wordt tegelijk met de Omgevingswet ingevoerd (1 januari 2024). In de nieuwe regeling zijn duidelijk elementen uit het égalitébeginsel te onderscheiden.
Artikel 4:126 Awb regelt dan het recht op nadeelcompensatie. Het bepaalt in het eerste lid:
Indien een bestuursorgaan in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak schade veroorzaakt die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die een benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, kent het bestuursorgaan de benadeelde desgevraagd een vergoeding toe.
Het gaat hierbij niet alleen om schade veroorzaakt door besluiten waaronder ook beleidsregels en algemeen verbindende voorschriften vallen, maar ook om schade veroorzaakt door feitelijke handelingen. Hiermee worden alle geschillen over rechtmatig overheidsoptreden geconcentreerd bij 1 rechter, namelijk de bestuursrechter.
Naast de hierboven genoemde regeling in de Awb is in de Omgevingswet in afdeling 15.1 een specifiek op het omgevingsrecht toegesneden nadeelcompensatieregeling opgenomen die enkele aanvullende regels bevat ten opzichte van de algemene regeling over nadeelcompensatie van titel 4.5 van de Awb. Er is in artikel 15.1 en 15.4 Omgevingswet sprake van een limitatieve opsomming van schadeoorzaken. Als een schadeoorzaak binnen het omgevingsrecht hier niet onder valt, kan niet alsnog via de Awb om schadevergoeding worden verzocht.
Meer informatie
- Handreiking nadeelcompensatie Omgevingswet (juni 2022)
- Webinar Nadeelcompensatie Omgevingswet (juni 2022, terug te kijken)
- Nieuwsbericht VNG modelverordening nadeelcompensatie (mei 2021)
-
Ledenbrief VNG Model Verordening nadeelcompensatie (nieuw) (inclusief bijlagen en Model Verordening)
- Handleiding nadeelcompensatie bij infrastructurele maatregelen (BZK, 2018, pdf): Deze handreiking is bedoeld om meer eenvoud en duidelijkheid te brengen over nadeelcompensatie en benadrukt het belang van vroegtijdig contact tussen overheid en belanghebbenden bij (voorgenomen) infrastructurele maatregelen.
Wetsartikelen
- Artikel 3:4 Algemene wet bestuursrecht (wetten.overheid.nl)
- Artikel 4:126 Awb (moet nog inwerking treden) (eerstekamer.nl)
- Artikel 15.1 en 15.4 Omgevingswet: zie Invoeringswet Omgevingswet (eerstekamer.nl)