Nummer 8, 18 mei 2018
Auteur: Leo Mudde
Met een landelijk actieprogramma willen het ministerie van VWS, de VNG en veertig andere organisaties de eenzaamheid onder ouderen aanpakken. Ook nu weer is een sleutelrol weggelegd voor gemeenten. Zij moeten ervoor zorgen dat bij iedere 75-plusser jaarlijks wordt aangebeld voor een gesprek. Opsterland en Vianen zijn al aan de slag.
23 gemeenten hebben al een ‘lokale coalitie tegen eenzaamheid’, een collectief van ondernemers, instellingen en inwoners dat alert is op signalen van dreigende eenzaamheid en in actie komt om eenzame ouderen uit hun isolement te halen. Dat lijkt geen overbodige luxe. Meer dan de helft van de 75-plussers zegt zich eenzaam te voelen, dat zijn meer dan 700.000 ouderen. Tijd voor actie, vindt het kabinet. VWS-minister Hugo de Jonge presenteerde dit voorjaar het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid, een onderdeel van het Pact voor de Ouderenzorg waaronder ook de handtekening van de VNG namens alle gemeenten staat.
In alle 380 gemeenten moet zo’n ‘lokale coalitie tegen eenzaamheid komen’, vindt De Jonge. Gemeenten zijn, op grond van de Wmo 2015, verantwoordelijk voor het tegengaan van eenzaamheid. De nieuwe colleges moeten daarmee direct aan de slag en kunnen daarbij rekenen op de steun van het Rijk. Een van de doelen is dat jaarlijks met iedere 75-plusser een gesprekje wordt gevoerd.
De mantra van het sociaal domein klinkt ook bij dit thema weer: omzien naar elkaar, wat in de praktijk vaak begint met een praatje maken met de buurman wiens vrouw pas is overleden, vragen aan kinderen die net een ingrijpende ervaring achter de rug hebben hoe het met ze gaat, of alert zijn op signalen van vereenzaming.
Dorpsspiegels
Hier en daar wordt al langer beleid gemaakt. In Opsterland bijvoorbeeld, waar de inwoners van de zestien dorpen al sinds 2012 met elkaar in gesprek zijn. In de ‘dorpsspiegels’, periodieke enquêtes die de gemeente inzicht geven in wat er in de dorpen leeft, gaf 13 procent van de inwoners aan niet bij iemand in het dorp terecht te kunnen als hij of zij een probleem heeft. Van de ouderen zou zelfs 1 op de 4 eenzaam zijn. Dat hadden de bestuurders niet verwacht: de relatief kleine dorpen, in grootte variërend van nog geen 100 (Olterterp) tot 7400 (Gorredijk) inwoners, zouden toch genoeg sociale samenhang vertonen om te voorkomen dat mensen geïsoleerd raken, dachten zij.
Het was voor wethouder Wietze Kooistra (CDA) aanleiding om echt werk te maken van de bestrijding van eenzaamheid. Hij vroeg welzijnsorganisatie Timpaan Welzijn een lokaal actieplan en een plan van aanpak op te stellen en sindsdien staat het onderwerp stevig op de bestuurlijke agenda. Projectleider Willie Oldengarm en de wethouder benadrukken dat maatwerk voorop moet staan. Niet nog meer activiteiten gaan organiseren – er gebeurt al zoveel in de dorpen – maar de inwoners zélf activeren iets te gaan doen aan de eigen situatie. Uiteraard alleen als zij dat willen, staat ook in het Actieplan Integrale Aanpak Eenzaamheid Opsterland. Want er zijn altijd mensen die er bewust voor kiezen een ‘eenzaam’ bestaan te leiden.
Het is een misvatting dat eenzaamheid vooral in de stad speelt
Waar het om gaat, zegt Kooistra, is het creëren van bewustwording in de dorpen dat er zoiets bestaat als eenzaamheid, en dat het om een substantieel aantal mensen gaat. Daarom ontwikkelde Oldengarm in samenwerking met de NHL Hogeschool een Signaleringskaart Eenzaamheid, een afvinklijstje van dingen die kunnen duiden op eenzaamheid met een handig stappenplan. Hoe meer vinkjes, hoe groter de kans dat iemand eenzaam is of dreigt te worden. Het kaartje vindt gretig aftrek in Opsterland en ver daarbuiten, niet alleen bij professionals en vrijwilligers maar ook bij inwoners die vermoeden dat het probleem in hun omgeving speelt.
Het past volgens Kooistra in de beweging die sinds een aantal jaren in gang is gezet. De kosten van de zorg rezen de pan uit en blijven toenemen, vooral doordat we gemiddeld steeds ouder worden. ‘We willen daarom een samenleving waarin mensen naar elkaar omkijken. En dat willen mensen ook, ze dóén het ook, is mijn ervaring. In dorpen als het onze gebeurde het al, het komt nu niet uit de lucht vallen. De basisinfrastructuur was er dus al.’
Vianen
Die is er ook in Vianen. Het besef dat er zoiets als eenzaamheid bestaat, leeft daar sinds de jaren negentig van de vorige eeuw, volgens wethouder Marcel Verweij (CDA) en adviseur maatschappelijke ontwikkeling Bernard van der Pauw. Toen al werden er huisbezoeken afgelegd bij de ‘echte senioren’, zegt Van der Pauw. ‘De gemeente investeert dus al lange tijd in een aanpak. De vraag is: doen wij genoeg?’ Uit een gezondheidsmonitor van de GGD blijkt dat bijna 38 procent van de 65-plussers zich in 2016 ‘eenzaam’ voelde, 12 procent is zelfs ‘sociaal geïsoleerd’. 15 procent heeft geen mensen om zich heen die willen helpen met klusjes, of heeft niemand om mee te praten over persoonlijke problemen.
Dat zijn forse percentages in een gemeente met 20.000 inwoners, verdeeld over vier kernen. Het is een misvatting dat eenzaamheid een probleem is dat vooral in de stad speelt. Verweij: ‘Het gaat om ervaren eenzaamheid. Iemand kan volgens objectieve criteria eenzaam zijn, maar als hij of zij daar geen probleem mee heeft, moeten we als gemeente niet van alles overhoophalen om de situatie te veranderen.’
Verweij is blij met het actieprogramma van minister De Jonge. ‘Dat er in elke gemeente lokale coalities moeten komen, kan ik alleen maar onderschrijven. Dat werkt hier al goed, onze netwerken in de sociale teams kennen elkaar door en door en weten wat er speelt in de dorpen. Want op dat niveau moet het probleem worden aangepakt, niet centraal.’
Het is teleurstellend dat de verzekeraars niet meedoen
Vianen staat op het punt te fuseren met Leerdam en Zederik, de nieuwe gemeente telt dan vijftien kernen. Het wordt nog een klus om voor alle kernen een infrastructuur op te zetten, maar de wethouder heeft er alle vertrouwen in. ‘We zijn de afgelopen jaren al vaak bij elkaar op bezoek geweest, we leren van elkaar. Wat we vooral niet moeten doen, is vanaf 1 januari 2019 alles wat in de kernen is opgebouwd afbreken en van bovenaf nieuw beleid erop loslaten. We zijn met de vrijwilligers en de professionals in gesprek, en met de kerken, die in dit gebied heel veel doen om mensen betrokken te houden. Signalering en preventie, dat moet het uitgangspunt zijn, en verder moet je vooral met kleine stappen te werk gaan. De aanpak van eenzaamheid is geen revolutie, van revoluties komt nooit iets goeds.’
Gemiste kans
Het landelijk actieprogramma is vooral nuttig om gemeenten bewust te maken van het onderwerp. Verweij is er dan ook blij mee, maar noemt het een gemiste kans dat de zorgverzekeraars er niet voor hebben getekend. ‘Nu komen mensen uiteindelijk terecht bij de welzijnscoach die door de gemeente wordt betaald. Ik vind dat de zorgverzekeraars hier ook een rol hebben en het is teleurstellend dat ze niet meedoen aan het programma. Eenzaamheid heeft ernstige lichamelijke en psychische gevolgen en het blijkt een belangrijke voorspeller voor vroegtijdig overlijden, staat in het actieprogramma. De zorgverzekeraars zijn gebaat bij een goede preventieve aanpak.’