Blog Pascale Georgopoulou voor de VNG Raadsledennieuwsbrief – februari 2021

Geld is altijd een boeiend gespreksonderwerp. Vooral omdat er nooit genoeg van is. Dat wil onvermijdelijk zeggen dat sommige dingen wel kunnen en andere niet. Maar welke dan? Geld wordt gezien als een kader waarbinnen beleid en plannen vorm kunnen krijgen en er daarom in moeten passen. Financiële kaders zijn ook afhankelijk van wat beleid/plannen opleveren, is het idee, hoewel het altijd lastig blijft om dat precies in te schatten. Meer geld betekent meestal meer ruimte. Gesprekken over geld in de raad gaan over keuzes en dus over politieke voorkeuren.

Over de Omgevingswet waren deze raadsleden op de informatieavond kritisch. Niet over alles hoor, vooral over digitalisering en geld, benadrukten ze. Maar goed, wat ging die wet al met al kosten en wat uiteindelijk opleveren? Hoe kan de raad sturen? Ik begon mijn antwoord met de actualiteit. Op de buitengewone algemene ledenvergadering van de VNG was er 100% steun voor ‘Herstel van bestuurlijk en financieel vertrouwen’. De resolutie was door het bestuur aan de gemeenten voorgelegd. De boodschap, kort en krachtig, is dat we het niet zonder geld, verantwoordelijkheden en ruimte kunnen doen. Op diverse dossiers (de jeugdzorg, om er een te noemen) zijn er tekorten. Die moeten worden opgelost voordat gemeenten verder kunnen met andere - ook belangrijke - taken. Dit briefje ligt alvast op het bordje van het nieuwe kabinet straks. Er moeten oplossingen (lees: geld) komen. Inwoners hebben wensen en verwachtingen en terecht. Ik gaf een breed antwoord, omdat dit gaat over veel meer dan enkel de Omgevingswet.

In de Zoom-venstertjes zag ik geknik, het verhaal was herkenbaar. Ik vertelde vervolgens over de kosten voor de Omgevingswet. Die waren er. Hoge kosten. Voor de implementatiefase en voor daarna, totdat we volledig OW-proof werken. En over wat het gaat opleveren aan snellere dienstverlening, meer ruimte voor betere plannen en meer samenhang van de ontwikkeling van de leefomgeving. Wat de Omgevingswet verder financieel gaat opleveren hangt erg af van keuzes die te maken zijn en de kaders die de raad stelt. Keuzes, daar waren ze wel van, deze raad! Dus mocht ik ze voorschotelen, kom maar op. Wat doen we met de omgevingsvisie: integraal of sectoraal ontwikkelen? De raad vond dat de visie vanuit afzonderlijke thema’s en sectoren moest worden gemaakt om vervolgens samen te smelten tot één geheel. En dienstverlening dan, digitaal of persoonlijk contact aan de balie? Digitaal wat kon en persoonlijk wat moest, vond de raad, met speciale aandacht voor mensen die het digitaal niet kunnen/willen. Wat betreft de sturingsfilosofie koos de raad voor faciliteren van initiatieven binnen duidelijke en strakke raadsbeleidskaders. Dan is het voor iedereen duidelijk wat er mag en is co-creatie in de duidelijk afgebakende ruimte mogelijk.

Laat ik deze keuzes kool-en-geit-spaarachtig noemen. Elke duidelijke keuze voor het een óf het ander is financieel altijd voordeliger, dan half het een en half het ander. Het betekent in de praktijk namelijk dubbelop. Als je bijvoorbeeld kiest voor zowel digitale dienstverlening, als voor persoonlijke aan de balie, dan maak je twee keer kosten. Ook voor één enkele initiatiefnemer aan de balie moet de balie vol operationeel zijn, naast het digitale loket. Het klinkt als een keuze voor meer efficiëntie en dus minder kosten, maar het is juist een keuze voor dubbele kosten. Dat mag de raad zelf weten uiteraard. Redenen en voorkeuren genoeg. Maar zo zie je maar dat geld als kader nauwelijks helpt. Gesprekken in de raad over geld zijn er in twee categorieën: de categorie “dit is belangrijk, we gaan het doen, geld is volgend, zoek (ambtelijk) een oplossing” en de categorie “dit is een sympathiek idee, als we geld hadden deden we het, maar er is geen geld.” Met andere woorden, als je het wil, dan moet het, als je het niet wil, dan kan het niet.