Ambtenaren die de verbinding willen leggen met de inwoners van hun gemeente lopen nog vaak tegen grenzen aan. Dat concluderen wetenschappers van Tilburg University in een onderzoek dat dinsdag is gepubliceerd. De aanbeveling: geef deze medewerkers meer ruimte om naar buiten te gaan.

In het onderzoek en het bijbehorende essay wordt stilgestaan bij het feit dat steeds meer gemeenten hun inwoners willen betrekken bij de totstandkoming van beleid. De participatiesamenleving vergt een nieuw type ambtenaar, concluderen de onderzoekers. Ze spreken van een ‘publieke bricoleur’, vrij naar het Franse woord bricoler, dat grofweg ‘knutselen’ betekent. Het zijn ambtenaren die een bepaalde manier van werken hebben, zegt onderzoeker Wieke Blijleven. ‘Ze kunnen heel goed op een creatieve en open manier de verbinding leggen met en tussen de mensen in de gemeente, en kunnen uit de verschillende belangen, perspectieven en beperkte middelen iets voor elkaar krijgen samen met betrokkenen.’

Grenzen
Maar waar het de bricoleur lukt om buiten de organisatie de neuzen dezelfde kant op te krijgen, stuit hij binnen de muren van het gemeentehuis soms op grenzen, blijkt uit de gesprekken van de onderzoekers met ambtenaren uit zes gemeenten. ‘Veel gemeenten staan achter het idee van participatie, maar de organisatie zelf is daar niet altijd goed op ingericht’, legt Blijleven uit. ‘Er wordt veel geëxperimenteerd, maar de schotten tussen de afdelingen staan vaak nog overeind’.

Daarnaast moeten de ambtenaren veel meer tijd en ruimte krijgen om het contact te onderhouden met de inwoners. Dat is niet altijd te meten in concrete resultaten. ‘Veel ambtenaren voelen zelf wel de ruimte, maar lopen aan tegen collega’s die er niet in mee willen of kunnen. Zo hebben ze last van elkaar.’

Werkwijzen
Publieke bricoleurs hebben volgens de onderzoekers vijf typerende werkwijzen. Zo moeten ze situaties goed kunnen inschatten en in kaart brengen en bij burgers ‘de vraag achter de vraag’ kunnen begrijpen. Ook belangrijk is dat ze relaties met de inwoners en hun collega’s onderhouden, op zoek moeten naar oplossingen met draagvlak, en de aansluiting zoeken tussen de wensen van buiten het gemeentehuis en de mogelijkheden die er binnen zijn. Dat vergt, tot slot, een praktische manier van ondersteunen.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder ambtenaren van Amersfoort, Apeldoorn, Berkelland, Breda, Harderwijk en Tilburg met steun van de VNG, het ministerie van Binnenlandse Zaken en het A&O fonds Gemeenten.